ECLI:NL:OGEAA:2022:322
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een schuld door Marvir Construction N.V. tegen een gedaagde in Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de naamloze vennootschap Marvir Construction N.V. (hierna: Marvir) een betaling van Afl. 31.224,93 van de gedaagde, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure begon met een tussenvonnis op 23 februari 2022, waarna een comparitie van partijen plaatsvond op 22 maart 2022. Marvir werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. S.A. Kock, en de gedaagde verscheen in persoon. Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en gereageerd op elkaars argumenten.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling de vordering van Marvir grotendeels toegewezen. De gedaagde had de hoofdsom en de wettelijke rente niet betwist, waardoor deze vorderingen werden toegewezen. Echter, de vordering van Marvir voor vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat er meer werkzaamheden waren verricht dan die voor de processtukken en instructie van de zaak. De enkele aanmaningbrief voldeed niet aan de eisen voor vergoeding van deze kosten.
Als gevolg van de uitspraak werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten, die op Afl. 5.785,50 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders door Marvir verzochte werd afgewezen. De uitspraak vond plaats op 15 juni 2022, in aanwezigheid van de griffier.