Uitspraak
Island Finance Aruba N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, aangespannen door Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA), vorderde de eiseres betaling van een bedrag van Afl. 12.430,77 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 september 2017, alsook de proceskosten. De vordering was gebaseerd op een geldleningsovereenkomst die op 16 november 2012 was gesloten tussen IFA en de gedaagde. De gedaagde had in zijn conclusie van antwoord aangevoerd dat de verzoekschriften onbegrijpelijk waren en dat hij niet akkoord ging met de door IFA gehanteerde rente, maar dat hij de lening had afgesloten vanwege een noodsituatie. IFA weerlegde deze verweren in haar repliek, en de gedaagde kwam hier niet meer op terug in zijn dupliek, waardoor het gerecht aannam dat hij zijn verweren had prijsgegeven. Een nieuw verweer van de gedaagde over de hoogte van de rente werd als te laat beschouwd en buiten beschouwing gelaten.
Het gerecht oordeelde dat de gevorderde hoofdsom en de wettelijke rente toegewezen moesten worden. De gedaagde werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten en beslagkosten aan IFA, die op Afl. 3.603,-- werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken door rechter mr. J.A. van Voorthuizen op 29 juni 2022, en het gerecht verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.