ECLI:NL:OGEAA:2022:347

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 oktober 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
AUA202202659
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in asielzaak zonder spoedeisend belang

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door een verzoekster tegen de Minister van Arbeid, Energie en Integratie. De verzoekster had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de Minister, welke afwijzing op 6 juli 2022 had plaatsgevonden. Na het indienen van het verzoekschrift op 15 augustus 2022, heeft het gerecht de zaak behandeld tijdens een zitting op 14 september 2022, waarbij zowel de verzoekster als de Minister vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.

Tijdens de procedure heeft de Minister op 26 september 2022 de eerdere beschikking van 6 juli 2022 ingetrokken, wat betekende dat de asielaanvraag opnieuw in behandeling moest worden genomen. Het gerecht heeft overwogen dat, hoewel het vluchtelingenrechtelijke verbod op refoulement van toepassing is, de door verzoekster gestelde belangen niet zodanig spoedeisend waren dat de verzochte voorlopige voorziening moest worden getroffen. Het verzoek is dan ook afgewezen, en er is geen grond voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Uitspraak van 12 oktober 2022
Lar nr. AUA202202659

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Verzoekster],

wonend in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN ARBEID, ENERGIE EN INTEGRATIE,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: J.M. Harewood (DIMAS).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 6 juli 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster afgewezen.
Hiertegen heeft verzoekster op 21 juli 2022, aangevuld op 15 augustus 2022, bezwaar gemaakt.
Op 15 augustus 2022 heeft verzoekster een verzoekschrift als bedoeld in artikel 54 van de Lar ingediend.
Het gerecht heeft het verzoek behandeld ter zitting van 14 september 2022. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is verschenen bij zijn gemachtigde.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft verweerder bij e-mailbericht van 27 september 2022 een beschikking van 26 september 2022 overgelegd. Verzoekster heeft bij onderscheiden e-mailberichten een reactie gegeven.
De uitspraak is vervolgens bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Het verzoek strekt ertoe de beschikking van 6 juli 2022 te schorsen en te bepalen dat verzoekster het daartegen gemaakte bezwaar hier te lande mag afwachten.
2. Bij voormelde beschikking van 26 september 2022 heeft verweerder de beschikking van 6 juli 2022 ingetrokken. Dat brengt met zich dat verweerder alsnog een beschikking dient te geven op de asielaanvraag van verzoekster, die na de intrekking van de eerdere beslissing daarop, weer aanhangig is.
3. Niet in geschil is, en ook ter zitting is dit zijdens verweerder bevestigd, dat hangende een asielaanvraag van overheidswege steeds het vluchtelingenrechtelijke verbod op refoulement, dat inhoudt dat een persoon niet teruggezonden mag worden naar een land waar hij of zij vervolging vreest, wordt gerespecteerd. Onder deze omstandigheden valt niet in te zien dat de door verzoekster gestelde belangen zodanig spoedeisend zijn, dat de verzochte voorziening dient te worden getroffen.
4. Het verzoek zal worden afgewezen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grond.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 oktober 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.