ECLI:NL:OGEAA:2022:347
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in asielzaak zonder spoedeisend belang
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door een verzoekster tegen de Minister van Arbeid, Energie en Integratie. De verzoekster had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de Minister, welke afwijzing op 6 juli 2022 had plaatsgevonden. Na het indienen van het verzoekschrift op 15 augustus 2022, heeft het gerecht de zaak behandeld tijdens een zitting op 14 september 2022, waarbij zowel de verzoekster als de Minister vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
Tijdens de procedure heeft de Minister op 26 september 2022 de eerdere beschikking van 6 juli 2022 ingetrokken, wat betekende dat de asielaanvraag opnieuw in behandeling moest worden genomen. Het gerecht heeft overwogen dat, hoewel het vluchtelingenrechtelijke verbod op refoulement van toepassing is, de door verzoekster gestelde belangen niet zodanig spoedeisend waren dat de verzochte voorlopige voorziening moest worden getroffen. Het verzoek is dan ook afgewezen, en er is geen grond voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.