ECLI:NL:OGEAA:2022:355

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 augustus 2022
Publicatiedatum
3 november 2022
Zaaknummer
AUA202201826
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en vergoeding bij verstoring van de arbeidsrelatie

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.E.A. Hernandez, en de naamloze vennootschap Annor Underwater Repair & Diving Group N.V., vertegenwoordigd door haar bestuurder O. Sint Jago. De verzoeker, die sinds 17 juli 2012 in dienst was bij Annor Divers, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie en om een billijke vergoeding van Afl. 54.074,-. Hij voerde aan dat Annor Divers hem twee maanden achterstallig loon verschuldigd was en dat de arbeidsrelatie verstoord was door het niet tijdig betalen van loon.

Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juli 2022 werd duidelijk dat er veel verwijten over en weer waren tussen partijen, wat leidde tot de conclusie dat de arbeidsverhouding zo verstoord was dat ontbinding noodzakelijk was. Het Gerecht oordeelde dat de verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek tot betaling van achterstallig loon, omdat dit niet kon worden behandeld in de procedure voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het Gerecht heeft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen en een vergoeding van Afl. 50.000,- toegekend aan de verzoeker, waarbij rekening werd gehouden met de omstandigheden van het geval.

De beschikking bevatte ook bepalingen over de proceskosten en de mogelijkheid voor de verzoeker om zijn verzoek in te trekken. Het Gerecht heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 12 augustus 2022
Behorend bij E.J. nr. AUA202201826
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoeker],
te Aruba,
verzoeker,
hierna te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. A.E.A. Hernandez,
tegen
de naamloze vennootschap
ANNOR UNDERWATER REPAIR & DIVING GROUP N.V. h.o.d.n. ANNOR DIVERS,
te Aruba,
verweerster,
hierna te noemen: Annor Divers,
vertegenwoordigd door haar bestuurder: O. Sint Jago.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met producties;
- de producties zijdens [verzoeker];
- de mondelinge behandeling op 8 juli 2022.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zal worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Verzoeker] is op basis van een arbeidsovereenkomst op 17 juli 2012 in loondienst getreden bij Annor Divers, in de functie van “
welder”tegen een loon van Afl. 2.773,33 per maand.
2.2
Bij e-mailbericht van 9 mei 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker] Annor Divers bericht dat omdat Annor Divers hem inmiddels reeds twee maanden aan achterstallig loon is verschuldigd, hij zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst met ingang van 10 mei 2022 opschort.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Verzoeker] verzoekt het Gerecht om hem verlof te verlenen om kosteloos te procederen, en om, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking, de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst te ontbinden, onder toekenning van een vergoeding van
Afl. 54.074,-, met veroordeling van Annor Divers in de proceskosten. Tevens verzoekt [verzoeker] het Gerecht om Annor Divers te veroordelen om hem achterstallig loon te betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente.
3.2
Ter onderbouwing van het verzoek heeft [verzoeker] aangevoerd dat zich gewichtige redenen voordoen, bestaande uit verandering in de omstandigheden. De gewichtige redenen zijn gelegen in de omstandigheid dat Annor Divers reeds geruime tijd het loon van [verzoeker] heeft ingekort en niet dan wel structureel te laat uitbetaalt.
3.3
Annor Divers heeft gemotiveerd verweer gevoerd dat, voor zover voor de beslissing van belang, bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Naast ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding, vordert [verzoeker] ook – kort gezegd – betaling van achterstallig loon.
4.2
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is een procedure die op grond van artikel 7:685 BW wordt gevoerd, een op snelheid gerichte procedure, waarin het Gerecht na de mondelinge behandeling recht doet op de stukken en op hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, in beginsel zonder dat er plaats is voor bewijslevering. De procedure eindigt in een beschikking, waartegen geen hoger beroep kan worden ingesteld. De procedure waarin het verzoek om betaling van achterstallig loon moet worden beoordeeld, betreft evenwel een niet op snelheid gerichte bodemzaak waarin de reguliere bewijsregels van toepassing zijn en waarin tegen de te geven beschikking rechtsmiddelen openstaan. Het is vaste rechtspraak en praktijk van dit Gerecht dat vanwege de verschillende toepasselijke procesrechtelijke regimes, zoals hiervoor omschreven, voor een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de voet van artikel 7:685 BW geen ruimte is in een procedure in een verzoek om betaling van achterstallig loon, en omgekeerd. Het Gerecht zal om die reden [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaren in het verzoek om doorbetaling loon.
4.3
Op grond van artikel 7:685 BW is ieder van de partijen te allen tijde bevoegd zich tot
het Gerecht te wenden met het verzoek om de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen te ontbinden.
4.4
Tijdens de mondelinge behandeling is het het Gerecht gebleken dat partijen elkaar over en weer dermate veel verwijten maken, dat geconcludeerd moet worden dat de arbeidsverhouding zo verstoord is, dat deze ontbonden dient te worden. De verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal daarom worden toegewezen.
4.5
Op grond van artikel 7:685 lid 8 BW kan het Gerecht aan een van de partijen een vergoeding toekennen ten laste van de wederpartij, wanneer dat hem met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt. Dit is het punt dat partijen met name verdeeld houdt. [verzoeker] verzoekt immers toekenning van een vergoeding van Afl. 54.074,-, terwijl Annor Divers bereid is [verzoeker] het verschuldigde loon naar werk te betalen. Met oog op deze billijkheidsvergoeding overweegt het Gerecht het volgende.
4.6
Over de periode van november 2021 tot en met april 2022 lopen de stellingen van partijen uiteen. [Verzoeker] stelt dat hij zijn werkzaamheden steeds heeft uitgevoerd, dat Annor Divers hem daarvoor niet dan wel niet volledig heeft uitbetaald, en dat hij onheus is bejegend. Annor Divers stelt dat [verzoeker] gedurende deze periode geen noemenswaardige werkzaamheden heeft uitgevoerd, dat hem daarvoor gedeeltelijk loon is uitbetaald, en dat er overigens incidenten hebben plaatsgevonden, zoals te laat komen, waarvoor [verzoeker] is gewaarschuwd. Waarover de stellingen van partijen wel overeenstemmen, is dat het loon van [verzoeker] gedurende deze periode structureel te laat werd uitbetaald. Ter zitting heeft [naam] verklaard dat hij de lonen structureel te laat uitbetaalde, omdat hij op zijn beurt afhankelijk is van betalingen vanwege het Land, en dat het Land in de regel pas na 90 dagen betalingen doet. [Verzoeker] heeft onweersproken gesteld dat niet alle werknemers structureel te laat werden uitbetaald, maar slechts zij die de inkorting van het loon, de werkomstandigheden en de late uitbetaling bij de werkgever aankaartten. Onder deze omstandigheden is het Gerecht van oordeel dat de ontstane situatie en daarmee de ontbinding van de arbeidsovereenkomst grotendeels aan Annor Divers te wijten is. Annor Divers heeft zich immers niet als een goed werkgever gedragen, door niet te voldoen aan een van de belangrijkste verplichtingen die op haar als werkgever rust, te weten het tijdig betalen van loon aan de werknemer. Gelet hierop, en de overige omstandigheden van het geval, acht het Gerecht een vergoeding van Afl. 50.000,- rechtvaardig. Hierop strekt een eventueel toe te kennen cessantia-uitkering in mindering.
4.7
Op grond van artikel 7:685, negende lid, BW zal [verzoeker] de gelegenheid krijgen, zoals hierna is beslist, om het ontbindingsverzoek in te trekken.
4.8
Indien [verzoeker] het verzoek intrekt, zal hij in de kosten van deze procedure gevallen
aan de zijde van Annor Divers worden veroordeeld, die tot aan deze uitspraak worden begroot op nihil.
4.9
Indien [verzoeker] het verzoek niet intrekt, ziet het Gerecht, gezien de aard en de
uitkomst van de procedure aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat beide partijen de eigen kosten dragen.
4.1
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen, zal aan [verzoeker] verlof worden verleend om kosteloos te procederen.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
verleent [verzoeker] verlof om kosteloos te procederen;
5.2
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in het verzoek tot betaling van achterstallig loon;
5.3
stelt partijen ervan in kennis voornemens te zijn de arbeidsovereenkomst tegen 19 augustus 2022 te ontbinden, onder toekenning van een vergoeding als hierna is vermeld;
5.4
bepaalt dat [verzoeker] de gelegenheid heeft om het verzoek in te trekken door middel van een uiterlijk op 18 augustus 2022 ter griffie te ontvangen schriftelijke mededeling met gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan Annor Divers;
5.5
veroordeelt [verzoeker] in dat geval in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Annor Divers, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
voor het geval [verzoeker] zijn verzoek niet intrekt, wordt alvast beslist:
5.6
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 19 augustus 2022;
5.7
veroordeelt Annor Divers tot betaling aan [verzoeker] van een vergoeding van Afl. 50.000,- waarop een eventueel toe te kennen cessantia-uitkering in mindering strekt;
5.8
compenseert de proceskosten, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
5.9
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en werd in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2022, in aanwezigheid van de griffier.