ECLI:NL:OGEAA:2022:379
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzet tegen betalingsbevel en verklaring van kwaad opposant
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerder uitgesproken betalingsbevel. Het betalingsbevel, dat op 26 mei 2021 was afgegeven, verplichtte de opposant tot betaling van Afl. 10.000,-- aan de geopposeerde, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De opposant heeft op 17 september 2021 verzet aangetekend tegen dit betalingsbevel, waarbij hij stelde dat hij pas op 6 september 2021 kennis had genomen van het bevel. Het Gerecht oordeelde dat de opposant tijdig in verzet was gekomen en ontvankelijk was in zijn verzet.
Echter, het Gerecht constateerde dat de opposant in zijn verzetschrift de vorderingen van de geopposeerde volstrekt ongemotiveerd had betwist. Dit was in strijd met de wettelijke verplichting om alle relevante feiten en omstandigheden aan te voeren. Hierdoor was er geen volwaardig partijdebat mogelijk, wat de rechtsgang in gevaar bracht. De opposant heeft pas bij repliek in oppositie met nieuwe stellingen gekomen, waarop de geopposeerde niet adequaat kon reageren. Het Gerecht concludeerde dat de stellingen van de geopposeerde als niet tijdig gemotiveerd betwist moesten worden beschouwd.
Op basis van deze overwegingen heeft het Gerecht het verzet van de opposant ongegrond verklaard, hem tot kwaad opposant verklaard en het betalingsbevel bevestigd. Tevens is de opposant veroordeeld in de proceskosten van de geopposeerde, die zijn begroot op Afl. 2.500,--. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.