ECLI:NL:OGEAA:2022:440
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek om toekenning van een vergoeding en opleggen van een dwangsom op basis van de Landsverordening administratieve rechtspraak
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap WINDPARK URIRAMA N.V. een verzoek ingediend op grond van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) tegen de Minister van Economische Zaken, Communicatie en Duurzame Ontwikkeling. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van het gerecht van 10 januari 2022, waarin werd bepaald dat de minister binnen drie maanden een beslissing moest nemen op een bezwaar van verzoekster tegen het uitblijven van een beschikking op een verzoek om openbaarmaking. Verzoekster stelde dat de minister niet tijdig had beslist op haar bezwaar, en vroeg het gerecht om een dwangsom op te leggen voor elke dag dat de minister in gebreke bleef.
Tijdens de zitting op 2 november 2022 werd de zaak behandeld, waarbij zowel verzoekster als verweerder vertegenwoordigd waren door hun advocaten. Het gerecht overwoog dat de minister niet had voldaan aan de eerdere uitspraak en dat de beslissing van de minister van Algemene Zaken niet als een geldige beslissing kon worden aangemerkt. Het gerecht besloot dat de minister alsnog binnen drie maanden een beslissing moest nemen op het bezwaar van verzoekster, met een dwangsom van Afl. 500,- per dag voor elke dag dat hij in gebreke bleef, tot een maximum van Afl. 25.000,-.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth op 14 december 2022, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.