In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de naamloze vennootschappen WINDPARK VADER PIET N.V. en WINDPARK URIRAMA N.V. een verzoek ingediend op grond van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) tegen de ministers van Algemene Zaken en van Financiën. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van het gerecht van 13 december 2021, waarin een fictief afwijzende beslissing op een bezwaar van 20 mei 2021 werd vernietigd. De ministers waren opgedragen om binnen drie maanden een reële beslissing te nemen op het bezwaar, maar hebben dit niet gedaan.
Het verzoek is ingediend op 3 mei 2022 en de behandeling vond plaats op 2 november 2022. De verzoeksters werden vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. ir. T.L.H. Peeters, terwijl de verweerders werden vertegenwoordigd door mrs. G. Sjiem Fat en J.J. Tromp. De rechter heeft overwogen dat de ministers geen beslissing hebben genomen op het bezwaar van de verzoeksters, wat aanleiding gaf om hen te verplichten alsnog binnen drie maanden na de uitspraak een beslissing te nemen. Tevens werd een dwangsom opgelegd van Afl. 500,- per dag voor elke dag dat zij in gebreke blijven, met een maximum van Afl. 25.000,-.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth op 14 december 2022, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.