ECLI:NL:OGEAA:2022:446

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 november 2022
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
AUA202202181
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van werknemer wegens verwijzing naar concurrerende bedrijven

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als verzoeker, en zijn werkgever, de naamloze vennootschap F.G. FOR SMART SYSTEMS N.V. De werknemer was sinds 2010 in dienst bij de voorganger van Smart Systems en sinds 1 juli 2015 bij Smart Systems zelf. Hij was werkzaam als technician en verdiende een brutoloon van Afl. 4.950,- per maand. De werkgever heeft de werknemer op 24 november 2021 op staande voet ontslagen, omdat hij potentiële klanten naar concurrerende bedrijven had verwezen, waaronder het bedrijf van zijn zoon. De werknemer heeft het ontslag betwist en verzocht om schadevergoeding, omdat hij meende dat het ontslag onterecht was.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de werknemer inderdaad klanten naar concurrerende bedrijven heeft verwezen, wat in strijd is met het beleid van Smart Systems. De werknemer had de verantwoordelijkheid om klanten te wijzen op betalingsregelingen en had geen recht om klanten naar concurrenten te verwijzen. Het Gerecht oordeelde dat de redenen voor het ontslag op staande voet terecht waren en dat er sprake was van dringende redenen die het ontslag rechtvaardigden. De werknemer werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot de datum van de uitspraak zijn begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde.

De beslissing van het Gerecht was dat de vorderingen van de werknemer werden afgewezen en dat hij in de proceskosten werd veroordeeld. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 8 november 2022
Behorend bij E.J. nr. AUA202202181
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
F.G. FOR SMART SYSTEMS N.V.,
gevestigd te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Smart Systems,
gemachtigden: de advocaten mrs. I.R. Wever en A.A. Ruiz.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 28 maart 2022;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 6 september 2022;
- de brief met producties zijdens Smart Systems, ingediend op 22 september 2022;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van dinsdag 27 september 2022.
1.2 [
verzoeker] is in persoon ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. P.M.K.
Smit, occuperende voor mr. Kock. Smart Systems is ter zitting verschenen bij haar
gemachtigden voornoemd, samen met mevrouw [D] (hierna: [D]), werkzaam bij
Smart Systems.
1.3
De datum voor de beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
Verzoeker] is sinds 2010 in dienst bij de voorganger van Smart Systems en sinds 1 juli 2015 in dienst van Smart Systems. [Verzoeker] was laatstelijk werkzaam in de functie van ‘technician’ en verdiende een brutoloon van Afl. 4.950,- per maand.
2.3
Bij brief van 15 november 2021 is [verzoeker] in verband met een incident met een potentiële klant door Smart Systems met behoudt van loon geschorst in afwachting van het daarnaar te verrichten onderzoek.
2.4
Vervolgens heeft Smart Systems [verzoeker] bij brief van 22 november 2021 geïnformeerd dat het onderzoek is afgerond en dat hij in verband met dat onderzoek wordt uitgenodigd voor een gesprek op 29 november 2021 met het managementteam.
2.5
Op 24 november 2021 is [verzoeker] door Smart Systems op staande voet ontslagen.
2.6
Bij brief van 29 november 2021 is het ontslag op staande voet door Smart Systems schriftelijk bevestigd en zijn de redenen voor het ontslag in de brief opgesomd (hierna: de ontslagbrief). In deze brief staat onder meer:

(…)
2. Uit het onderzoek is gebleken dat hetgeen de potentiele klant (mevrouw [P]) tegen u heeft verklaard m.b.t. uw betrokkenheid in verband met het installeren van een alarmsysteem bij haar woning, correct is. U heeft haar – namens Smart Systems – een mondelinge offerte aangeboden voor het installeren van een cameraststeem. Zij heeft u medegedeeld dat het camerasysteem te duur zou zijn waarna u haar heeft geadviseerd om zich tot een ander bedrijf te wenden dat goedkoper zou zijn. Het bedrijf waarnaar u mevrouw [P] heeft verwezen is een bedrijf van een voormalige collega – IQ-solutions genaamd – waar u in het verleden mee hebt gewerkt. IQ-solutions heeft, naar mvrouw [P] stelt, matig werk geleverd, waardoor zij zich tot u heeft gewend. U heeft haar daarop naar het bedrijf van uw zoon verwezen. Mevrouw [P] was echter ook niet tevreden met het werk dat het bedrijf van uw zoon heeft geleverd waarna zij op 8 november 2021 naar het kantoor van Smart Systems is gegaan om verhaal te halen aangezien u voor Smart Systems werkte.
3. Als leidinggevende van de ‘technical department’ waaronder alle ‘technicians’ ressorteren, maakt u deel uit van het managementteam van Smart Systems. Uit dien hoofde weet u, althans hoort u te weten, dat Smart Systems aan potentiële klanten de mogelijkheid biedt om – indien nodig – een betalingsregeling te treffen. U heeft mevrouw [P] daar echter niet op gewezen, docht heeft u haar naar twee andere bedrijven – concurrenten van Smart Systems – verwezen. U heeft voorts, in strijd met het door Smart Systems gevoerd beleid, geen officiële prijsopgave voor mevrouw [P] opgemaakt.
4. Uit het onderzoek blijkt voorts dat uw zoon [G] een bedrijf heeft opgericht die dezelfde diensten aanbiedt als Smart Systems. U heeft deze informatie voor ons achtergehouden. Als ‘sales representative’ van Smart Systems heeft u toegang tot ons klantenbestand. U was gehouden om de directie mede te delen dat een bedrijf die dezelfde diensten aanbiedt als Smart Systems aan uw woonadres is gevestigd. (…).
5. Op (…) 17 november 2021 heeft een klant van Smart Systems u benaderd waarbij u de diensten van uw zoon hebt aangeboden voor de reparatie van het alarmsysteem dat door Smart Systems is geïnstalleerd.
6. Door uw handelen, i.e. het verwijzen van potentiële klanten naar concurrerende bedrijven, en het verwijzen van een reguliere klant naar een concurrent, worden financiële inkomsten aan Smart Systems ontnomen.
(…)
8. U was op de hoogte van ons beleid dat eenieder die werkzaam is bij Smart Systems verbiedt om welke handelingen dan ook te verrichten die concurreren met de diensten die Smart Systems aanbiedt. (…) Uw handelen zoals hiervoor nader omschreven hebben (…) ieder voor zich en in onderlinge samenhang dringende redenen voor ontslag op staande voet, opgeleverd. (…)“.
2.7
Bij brief van 7 februari 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker] Smart Systems bericht dat het ontslag onregelmatig is geschiedt omdat de beschuldigingen aan het adres van [verzoeker] onjuist zijn, en dat Smart Systems daarom jegens [verzoeker] schadeplichtig is. Namens [verzoeker] wordt verzocht om betaling van drie maanden opzegtermijn, 11,25 weken loon aan cessantia-uitkering en een schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag ter hoogte van drie maanden loon.
2.8
Op de brief van 7 februari 2022 van [verzoeker] heeft Smart Systems niet gereageerd.

3.HET VERZOEK

3.1 [
Verzoeker] verzoekt dat het Gerecht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat het door Smart Systems aan [verzoeker] verleende ontslag onregelmatig is, dat Smart Systems daardoor aan [verzoeker] moet betalen het bedrag van Afl. 40.058,80, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2021 en met veroordeling van Smart Systems in de kosten van de procedure.
3.2
Smart Systems voert verweer en verzoekt het Gerecht om de vorderingen van [verzoeker] niet te ontvangen, althans af te wijzen en – uitvoerbaar bij voorraad – [verzoeker] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.3
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beslissing van belang, worden ingegaan.
4.DE BEOORDELING
4.1
Alvorens beoordeeld kan worden of er sprake is van een onregelmatig ontslag, dient eerst de vraag beantwoord te worden of sprake is van een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt. Een terecht op staande voet gegeven ontslag kan niet onregelmatig zijn.
4.2
Als dringende redenen worden volgens artikel 7:678 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang in aanmerking worden genomen. Tot deze omstandigheden behoren onder meer de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals diens leeftijd, de aard en duur van het dienstverband en de gevolgen van het ontslag op staande voet. Van belang is verder dat het de werkgever is die moet stellen en bewijzen dat sprake is van een dringende reden.
4.3
Smart Systems stelt dat [verzoeker] haar een dringende reden voor ontslag heeft gegeven door potentiële klanten van Smart Systems naar andere concurrerende bedrijven (waaronder dat van zijn zoon) te verwijzen, een potentiële klant in strijd met het standaard beleid van Smart Systems geen betalingsregeling aan te bieden en Smart Systems niet te informeren dat zijn zoon, die eerder ook bij Smart Systems werkzaam was, een concurrerend bedrijf heeft opgericht. Volgens Smart Systems heeft [verzoeker] een potentiële klant van Smart System (mevrouw [P], hierna: [P]) verwezen naar het bedrijf IQ Solutions, dat van [Q], een ex collega van [verzoeker], is, en naar het bedrijf Atis Advanced Technology Innovation Systems, dat van [G] is, de zoon van [verzoeker]. Ter onderbouwing van haar stelling verwijst Smart Systems naar een verklaring van [P] en [D] en naar een transcript van de opname van het op 25 oktober 2021 tussen [verzoeker] en [P] gevoerde telefoongesprek. Smart System stelt verder dat [verzoeker] [P] direct naar IQ Solutions heeft verwezen in plaats van haar overeenkomstig het standaard beleid van Smart Systems eerst een betalingsregeling aan te bieden. Ook heeft [verzoeker] [P] naar zijn zoon doorverwezen en zijn zoon werkzaamheden voor [P] laten verrichten. Daarnaast heeft [verzoeker], nota bene tijdens zijn schorsing, de klant [R] (hierna: [R]) naar zijn zoon verwezen. [R] belde op 17 november 2021 naar Smart Systems, maar kreeg niemand aan de lijn. Vervolgens belde [R] [verzoeker], die hem naar zijn zoon verwees. [R] was nog in de veronderstelling dat zijn zoon nog voor Smart Systems werkte. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst Smart Systems naar een verklaring van [R] met die inhoud en strekking.
4.4
Dienaangaande geldt als volgt. [verzoeker] heeft erkend dat hij [P] naar IQ Solutions heeft verwezen. [Verzoeker] heeft dienaangaande weliswaar gesteld dat hij [P] had doorverwezen omdat [P] de offerte van Smart Systems te duur vond en IQ Solutions goedkopere camera’s verkoopt en omdat zijn inschatting was dat [P] de producten en diensten van Smart Systems niet zou kunnen betalen, maar dit kan hem niet baten. In beginsel is het door [verzoeker] doorverwijzen van klanten naar een ander bedrijf wanneer duidelijk is dat deze klant niet bij Smart Systems zal kopen, niet onbegrijpelijk. Ter zitting heeft [verzoeker] echter erkend dat gebruikelijk is dat een betalingsregeling wordt aangeboden en hij heeft geen, althans onvoldoende feiten en/of omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat hij op dat moment op goede gronden heeft kunnen en mogen inschatten dat een dergelijke betalingsregeling niet door [P] zou worden geaccepteerd (en zij daarom geen klant van Smart Systems zou zijn). [Verzoeker] heeft [P] derhalve direct naar een met Smart Systems concurrerend bedrijf verwezen, zonder zijn best te doen haar als klant voor Smart System te verwerven. Daarnaast heeft [verzoeker] [P] ook naar zijn zoon verwezen, voor diensten die door Smart System hadden kunnen worden verleend. [Verzoeker] heeft dit weliswaar ontkend, maar uit de door Smart System overgelegde verklaring van [P] en [D] en het transcript van het telefoongesprek tussen [verzoeker] en [P] op 25 oktober 2021 blijkt echter genoegzaam het tegendeel. Blijkens dit transcript zegt [verzoeker] tegen [P]: “no no, bo por puntra mi yiu, bo por laga mi jiu mes installa nan pabo” (vrij vertaald: “nee nee, je kan mijn zoon vragen, je kan mijn zoon het voor je laten installeren”). Dit kan, eveneens bezien in de context van het gesprek, niet anders worden begrepen dan dat [verzoeker] [P] naar zijn zoon verwijst om zijn diensten aan haar te verlenen.
4.5
Ook nadat [verzoeker] was geschorst, heeft hij een klant van Smart Systems, [R], naar zijn zoon doorverwezen. Volgens [verzoeker] heeft hij dit enkel gedaan omdat [R] meteen technische hulp nodig had, het avond was en het duidelijk was dat Smart Systems hem pas de volgende dag kon helpen. De zoon van [verzoeker] heeft aan [R] laten weten dat hij zijn eigen bedrijf heeft en is ook in zijn eigen uniform [R] gaan helpen. Ter zitting heeft [verzoeker] echter erkend dat Smart Systems haar diensten ook in de avonduren biedt. Dit brengt mee dat [verzoeker] ook in dit geval niet op de juiste wijze heeft gehandeld door de klant meteen naar zijn zoon te verwijzen. Het had op zijn weg gelegen zich ervan te vergewissen of Smart Systems [R], die immers al klant was van Smart Systems, inderdaad niet (tijdig) van dienst kon zijn, alvorens zijn zoon naar voren te schuiven. Ook aldus had [verzoeker], zoals hij stelt voor ogen te hebben gehad, de juiste service aan [R] kunnen verlenen.
4.6
Het voorgaande brengt mee dat de aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegde handelen [verzoeker] terecht wordt verweten. Hetgeen [verzoeker] in dit verband overigens nog heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
4.7
De aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen rechtvaardigen het ontslag op staande voet. Dat [verzoeker] een schoon dienstverband had, al 11 jaren in dienst was en een geliefde werknemer was, leidt niet tot een ander oordeel.
4.8 [
Verzoeker] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Deze kosten worden aan de zijde van Smart Systems tot op heden begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde.
5.DE BESLISSING
Het Gerecht:
5.1
wijst de vorderingen van [verzoeker] af;
5.2
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van de procedure die tot de datum van de uitspraak
worden begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en werd in openbaar uitgesproken op dinsdag 8 november 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.