Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
(…)
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als verzoeker, en zijn werkgever, de naamloze vennootschap F.G. FOR SMART SYSTEMS N.V. De werknemer was sinds 2010 in dienst bij de voorganger van Smart Systems en sinds 1 juli 2015 bij Smart Systems zelf. Hij was werkzaam als technician en verdiende een brutoloon van Afl. 4.950,- per maand. De werkgever heeft de werknemer op 24 november 2021 op staande voet ontslagen, omdat hij potentiële klanten naar concurrerende bedrijven had verwezen, waaronder het bedrijf van zijn zoon. De werknemer heeft het ontslag betwist en verzocht om schadevergoeding, omdat hij meende dat het ontslag onterecht was.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de werknemer inderdaad klanten naar concurrerende bedrijven heeft verwezen, wat in strijd is met het beleid van Smart Systems. De werknemer had de verantwoordelijkheid om klanten te wijzen op betalingsregelingen en had geen recht om klanten naar concurrenten te verwijzen. Het Gerecht oordeelde dat de redenen voor het ontslag op staande voet terecht waren en dat er sprake was van dringende redenen die het ontslag rechtvaardigden. De werknemer werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot de datum van de uitspraak zijn begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde.
De beslissing van het Gerecht was dat de vorderingen van de werknemer werden afgewezen en dat hij in de proceskosten werd veroordeeld. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.