Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
in conventie en in reconventie
grieven” met betrekking tot het overwogene en besliste in rechtsoverweging 4.3.2 van het tussenvonnis, maar stelt die terzijde. Hetzelfde geldt ter zake van de [gedaagde] opgeworpen “
grief” tegen het in rechtsoverweging 4.3.14 overwogene en besliste, meer in het bijzonder wat betreft de in die overweging in aanmerking genomen peildatum. Voorts geldt hetzelfde ter zake van de “
grieven” van [gedaagde] tegen het overwogene en besliste in rechtsoverweging 4.3.11, meer in het bijzonder wat betreft de beslissing dat het door [gedaagde] opgebouwde pensioen in de verdeling moet worden betrokken. Verder heeft het Gerecht kennisgenomen van de door [eiseres] opgeworpen “
grief” tegen rechtsoverweging 4.3.10.2 in verbinding met rechtsoverweging 4.5 (pagina 9, tweede alinea) van het tussenvonnis, meer in het bijzonder tegen het oordeel van het Gerecht dat de in het tussenvonnis onder 4.3.10.2 vermelde in Colombia gelegen woning ook deel uitmaakt van de gemeenschap. Ook die grief stelt het Gerecht ter zijde.
en metnovember 2021 neerkomt op 94 maanden. Dat is niet juist, omdat die periode neerkomt op 46 maanden.
-de hiervoor onder 4.3.14 vermelde door [gedaagde] ontvangen huurpenningen, gerekend vanaf peildatum 1 tot en met november 2021 in totaal ad (94 maanden x 1.700,-- =) Afl. 159.800,--, te vermeerderen met telkens Afl. 1.700,-- voor iedere na november 2021 verschenen maand;”