In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.G. Croes, een kort geding aangespannen tegen de vennootschap Macares F&B Management VBA en een tweede gedaagde. De eiser vorderde dat de gedaagden zouden stoppen met het veroorzaken van geluidsoverlast vanuit hun bar, de Terrace Bar & Café, en dat zij een dwangsom zouden verbeuren voor elke dag dat zij in strijd met dit bevel handelden. De gedaagden, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. H.G. Figaroa, voerden verweer en stelden dat de vorderingen van eiser niet ontvankelijk waren en dat hij in de proceskosten moest worden veroordeeld.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 augustus 2021 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 1 september 2022. Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij eiser zich beriep op videobeelden van geluidsmetingen die hij had uitgevoerd. De gedaagden betwistten echter de betrouwbaarheid van deze metingen en stelden dat de geluidsoverlast niet onrechtmatig was.
Het Gerecht oordeelde dat geluidsoverlast in de regel alleen kan worden vastgesteld aan de hand van objectieve geluidsmetingen door een onafhankelijke deskundige. Aangezien eiser niet voldoende betrouwbare meetgegevens had overgelegd, werd zijn vordering afgewezen. Het Gerecht concludeerde dat de vorderingen van eiser te vaag en onbepaald waren, en dat er geen zwaarwegender belangen aan de zijde van eiser waren die toewijzing van zijn vorderingen rechtvaardigden. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die tot aan de uitspraak op Afl. 1.500,-- waren begroot.