ECLI:NL:OGEAA:2022:469

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
KG AUA202202968
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op collectieve acties door werknemers van Arubus met betrekking tot aankondigingstermijn

In deze zaak, die op 5 oktober 2022 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderde de naamloze vennootschap Compania Arubiano di Bus N.V. (Arubus) een verbod op collectieve acties door de vereniging [NAAM VERENIGING]. Arubus stelde dat deze acties, waaronder werkonderbrekingen en stakingen, niet konden plaatsvinden zonder een schriftelijke aankondiging van minimaal 72 uur voorafgaand aan de actie. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 augustus 2022 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 15 september 2022. Tijdens de zitting voerden beide partijen hun standpunten aan, waarbij Arubus haar eis wijzigde zonder dat [NAAM VERENIGING] bezwaar maakte.

Het Gerecht oordeelde dat er geen gronden waren om Arubus niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering. Het spoedeisend belang van Arubus werd erkend, en het Gerecht concludeerde dat de vordering van Arubus in een eventuele bodemprocedure een kans van slagen had. Het Gerecht benadrukte dat de verhoudingen tussen Arubus en [NAAM VERENIGING] beheerst worden door redelijkheid en billijkheid, en dat het algemeen Arubaans belang niet uit het oog mag worden verloren.

Uiteindelijk oordeelde het Gerecht dat [NAAM VERENIGING] verplicht was om collectieve acties minimaal 72 uur van tevoren schriftelijk aan Arubus aan te kondigen. Het Gerecht legde een dwangsom op van Afl. 25.000,-- voor iedere overtreding van dit verbod, met een maximum van Afl. 250.000,--. [NAAM VERENIGING] werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op Afl. 2.176,65 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 5 oktober 2022
Behorend bij K.G. nr. AUA202202968
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
COMPANIA ARUBIANO DI BUS N.V.,
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Arubus,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.A. Ruiz en M.R.M. Reinkemeyer,
tegen:
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
[naam vereniging],
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [NAAM VERENIGING],
gemachtigde: mr. G. de Hoogd.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift met producties, ingediend ter griffie op 30 augustus 2022;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van donderdag 15 september 2022.
1.2
Partijen zijn ter zitting verschenen bij hun respectieve gemachtigden, die van [NAAM VERENIGING] samen met mevrouw [naam secretaris generaal] (secretaris generaal van [NAAM VERENIGING]). Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden in eerste termijn aan de hand van overgelegde en voorgedragen pleitnotities, beiden voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Arubus heeft bij tijdig ingediende akte haar eis gewijzigd. [NAAM VERENIGING] heeft geen bezwaar gemaakt tegen die eiswijziging. Die wijziging van eis is mede daarom toegelaten.
2. HET GESCHIL
2.1
Arubus vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
i. [NAAM VERENIGING] verbiedt tot het uitvoeren van en/of faciliteren van en/of het oproepen tot acties (waaronder begrepen werkonderbrekingen en stakingen voor kortere of langere duur, al dan niet onder het mom van het houden van vergaderingen met werknemers van Arubus die verband houden met de uitvoering danwel nakoming van het Protocol van 12 december 2019) te staken en gestaakt te houden zonder een schriftelijke aankondiging die minimaal 72 uur van tevoren door Arubus moet zijn ontvangen, en bepaalt dat [NAAM VERENIGING] ten behoeve van Arubus een door het Gerecht te bepalen dwangsom verbeurt voor iedere keer dat [NAAM VERENIGING] dat verbod overtreedt;
ii. ten opzichte van voormelde vordering enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
iii. [NAAM VERENIGING] veroordeelt in de proceskosten.
2.2 [
NAAM VERENIGING] voert verweer en concludeert dat Arubus niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, kosten rechtens.
2.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat Arubus niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van [NAAM VERENIGING] wordt daarom verworpen.
3.2
Het spoedeisend belang van Arubus bij haar vordering ligt besloten in de aard van die vordering en de daaraan door Arubus ten gronde gelegde stellingen. Het te dezen door [NAAM VERENIGING] gevoerde verweer wordt eveneens verworpen.
3.3
In deze procedure moet aan de hand van het door partijen gestelde, zonder nader onderzoek en met inachtneming van de beperkingen van de procedure in kortgeding, de vraag worden beantwoord of de vordering van Arubus in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing van de door haar gevraagde voorziening gerechtvaardigd is. In dat licht wordt het volgende overwogen, waarbij voorop wordt gesteld dat (1) Arubus het recht van haar werknemers op collectieve actie als het gaat om aangelegenheden betreffende hun arbeidsrechtelijke rechtspositie ten opzichte van Arubus terecht heeft erkend en (2) de verhoudingen tussen [NAAM VERENIGING] (en haar leden zijnde werknemers van Arubus) en Arubus worden beheerst door redelijkheid en billijkheid waarbij het algemeen Arubaans belang niet uit het oog mag worden verloren.
3.4
Vast staat tussen partijen het volgende. Op 12 mei 2016 is ten behoeve van de werknemers van Arubus een cao tot stand gekomen, die sindsdien nooit is vervangen. Wel is na 4 maanden onderhandelen op 12 december 2019 een Protocol gesloten tussen Arubus en de voormalige vakbond van de werknemers van Arubus. Ter zake van de uitvoering/nakoming van dat protocol door Arubus bestaat al geruime tijd onenigheid tussen thans [NAAM VERENIGING] (en haar leden zijnde werknemers van Arubus) en Arubus. Die voortdurende onenigheid heeft geleid tot collectieve acties zijdens de buschauffeurs van Arubus in de vorm van vergaderingen gedurende werktijd, als gevolg waarvan het openbaar busvervoer en het vervoer door Arubus van schoolkinderen niet mogelijk was. Zo heeft [NAAM VERENIGING] bij brief van 30 augustus 2022 aan Arubus te kennen gegeven dat haar leden zijnde werknemers van Arubus diezelfde dag van 12:00 uur tot 14:00 uur (gedurende werktijd van Arubus dus) zouden vergaderen over de in die brief vermelde arbeidsrechtelijke kwestie.
3.5
Arubus heeft gesteld dat zij met de door [NAAM VERENIGING] georganiseerde collectieve acties van haar werknemers (die van Arubus dus) geen probleem heeft, zolang die maar tijdig worden aangekondigd. In dat verband heeft Arubus gesteld dat zij 72 uur van te voren moet weten dat een dergelijke actie zal worden ondernomen, omdat zij die tijd nodig heeft om haar dienstregeling mede in het algemeen belang van Aruba zodanig aan te passen dat het door haar te verzorgen openbaar vervoer (waaronder begrepen woon-werkverkeer van veel personen) en vervoer van schoolkinderen zoveel als mogelijk uitgevoerd kan worden. Die stelling heeft [NAAM VERENIGING] niet of niet voldoende onderbouwd bestreden, waardoor die vast komt te staan.
3.6
Tegen de achtergrond van voormelde vaststaande stelling brengen maatstaven van redelijkheid en billijkheid en het algemeen Arubaans belang naar het voorshandse oordeel van het Gerecht met zich dat [NAAM VERENIGING] collectieve acties van haar leden zijnde werknemers van Arubus minimaal 72 uren voor de aanvang daarvan schriftelijk moet aankondigen bij Arubus. Bij die stand van zaken moet de hiervoor onder 3.3 geformuleerde vraag bevestigend worden beantwoord. Dat betekent dat de hiervoor onder i. omschreven door Arubus verzochte voorziening zal worden toegewezen als na te melden. Er zijn door [NAAM VERENIGING] geen feiten of omstandigheden gesteld die een andere slotsom kunnen rechtvaardigen.
3.7
Afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [NAAM VERENIGING] bij afwijzing van het door Arubus verzochte ten opzichte van de belangen van Arubus en die van het algemeen Arubaans belang bij toewijzing daarvan.
3.8
Dwangsommen zullen gemaximeerd aan [NAAM VERENIGING] worden opgelegd als na te melden.
3.9 [
NAAM VERENIGING] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Arubus, tot aan deze uitspraak begroot op
(450,-- + 226,65 =) Afl. 676,65 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, recht doende in kort geding:
-verbiedt [NAAM VERENIGING] tot het uitvoeren van en/of faciliteren van en/of het oproepen tot collectieve acties door werknemers van Arubus (waaronder begrepen werkonderbrekingen en stakingen voor kortere of langere duur, al dan niet onder het mom van het houden van vergaderingen die verband houden met de uitvoering danwel nakoming door Arubus van het bij partijen genoegzaam bekende Protocol van 12 december 2019) te staken en gestaakt te houden zolang die acties niet telkens minimaal 72 uur voor de aanvang daarvan schriftelijk kenbaar worden gemaakt aan Arubus;
-bepaalt dat [NAAM VERENIGING] ten behoeve van Arubus een dwangsom verbeurt van Afl. 25.000,-- voor iedere overtreding van voormeld verbod, met dien verstande dat [NAAM VERENIGING] te dezen maximaal Afl. 250.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt [NAAM VERENIGING] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Arubus, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.176,65;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door Arubus verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 5 oktober 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.