ECLI:NL:OGEAA:2022:48

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
23 maart 2022
Zaaknummer
AUA202000910
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoofdelijkheid in schuldvordering tussen kledingleverancier en vennootschappen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 maart 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de rechtspersoon naar het recht van Panama, Indigo 18 Fashion Group S.A., en de vennootschappen Diet Marketing Group N.V. en Maribombique N.V., alsook een derde gedaagde. Indigo vorderde betaling van een bedrag van US$ 52.442,67, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, wegens onbetaalde leveringen van kleding. De gedaagden voerden verweer en stelden dat Indigo niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in haar vorderingen. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat de gedaagden, en met name [gedaagde 3], als statutair directeur van Diet, op de hoogte waren van de betalingsproblemen van Diet en dat zij onrechtmatig hadden gehandeld door de overeenkomst aan te gaan. Het Gerecht oordeelde dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk waren voor de betaling aan Indigo, zowel op basis van nakoming als op grond van onrechtmatige daad. Het vonnis bevestigde de vordering van Indigo en wees de kosten van de procedure toe aan Indigo, waarbij de gedaagden hoofdelijk werden veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten.

Uitspraak

Vonnis van 16 maart 2022
Behorend bij A.R. no. AUA202000910
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van Panama
INDIGO 18 FASHION GROUP S.A.,
te Panama, voor deze zaak gedomicilieerd ten kantore van haar hierna eerstgenoemde in Aruba gevestigde advocaat,
eiseres,
hierna ook te noemen: Indigo,
gemachtigden: de advocaten mrs. M.A. Kock en J.A. de Baar,
tegen:

1.de naamloze vennootschap DIET MARKETING GROUP N.V.,

te Aruba,
hierna ook te noemen: Diet,

2.de naamloze vennootschap MARIBOMBIQUE N.V.,

te Aruba,
hierna ook te noemen: Maribombique,

3.[gedaagde 3],

te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde 3],
gedaagden,
hierna gezamenlijk ook te noemen: Diet c.s.,
gemachtigde: voorheen de advocaat mr. G. de Hoogd; vanaf 1 december 2021 de advocaat mr. M.O. [gedaagde 3].

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het inleidend verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord;
-de conclusie van repliek, met één productie;
-de tegen Diet c.s. verleende akte van niet dienen van dupliek.
1.2
Op verzoek van Diet c.s. heeft pleidooi plaatsgevonden op 28 januari 2022. Indigo is ter zitting verschenen bij mr. de Baar voornoemd. [gedaagde 3] is in persoon verschenen samen met zijn gemachtigde en Diet en Maribombique zijn verschenen bij hun gemachtigde, die werd vergezeld door [gedaagde 3] in zijn hoedanigheid van statutair directeur van en enig aandeelhouder in die vennootschappen. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden onder overlegging van een pleitnota, die van Indigo geheel door haar is voorgedragen en die van Diet c.s. (voorzien van toegelaten nadere producties) deels door hen is voorgedragen, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Indigo is de vertegenwoordiger van de kledingmerken Antony Morato en Cole Haan. Indigo heeft meerdere afnemers in Latijns-Amerika en in het Caraïbisch gebied.
2.3 [
gedaagde 3] is statutair directeur van en enig aandeelhouder in Diet en Maribombique. Beide vennootschappen zijn in Aruba gevestigd op hetzelfde kantooradres en de locatie van de beide winkels die onder naam van de vennootschappen worden uitgeoefend is ook dezelfde.
2.4
Op enig moment is gebleken dat ook in de winkel van Maribombique van Indigo afkomstige kleding van het merk Antony Morato wordt verkocht.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Indigo vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Diet c.s. hoofdelijk veroordeelt:
a. om aan Indigo te betalen US$ 52.442,67, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 23 juli 2019 en met 10% van de hoofdsom aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
b. in de proceskosten.
3.2
Diet c.s. voeren verweer en concluderen dat Indigo niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing van haar vorderingen voorzover gericht tegen Maribombique en tegen [gedaagde 3], uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens.
3.3
Voorzover van belang voor de uitkomst van deze procedure worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1.1
Eerst bij gelegenheid van pleidooi werpen Diet c.s. naar eigen zeggen een exceptief verweer op. Ingevolge artikel 120 Rv dienen echter alle excepties tegelijk met het verweer op de hoofdzaak worden voorgesteld op straffe van verval van alle toen niet voorgestelde excepties. Dit één en ander betekent dat Diet c.s. niet langer bevoegd is om een exceptief verweren te voeren. Aan het bij eerst bij pleidooi gevoerde exceptieve verweer van Diet c.s. wordt daarom voorbijgegaan.
4.1.2
Bij gelegenheid van antwoord hebben Diet c.s. onder meer geconcludeerd dat Indigo niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Dat verweer van Diet c.s. is gespeend van enige onderbouwing en wordt reeds daarom verworpen. Daar komt bij dat niet is gebleken dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan Indigo niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Indien Indigo geen vorderingsrechten heeft op Diet c.s. of één of meerdere van hen, moeten haar rechtsvorderingen worden afgewezen.
4.2.1
Indigo stelt dat zij krachtens een daartoe tussen partijen gesloten koopovereenkomst voor het in hoofdsom gevorderde bedrag ad US$ 52.442,67 kleding heeft geleverd aan Diet en dat Diet dat bedrag onbetaald heeft gelaten. Die stelling heeft Diet in elk geval erkend ten belope van het bedrag ad US$ 47.323,--, en naar het oordeel van het Gerecht hebben Diet c.s. het meerdere van dat bedrag, te weten (52.442,67 minus 47.323,-- =) US$ 5.119,67 onvoldoende onderbouwd bestreden. Aldus komt vast te staan dat Diet het in hoofdsom door Indigo gevorderde bedrag opeisbaar verschuldigd is aan Indigo. In elk geval zal Diet worden veroordeeld om dat bedrag te betalen aan Indigo.
4.2.2
Bij vorenstaande wordt nog overwogen dat voormelde erkenning van Diet een gerechtelijke erkentenis is (in de zin van het eerste lid van artikel 133 Rv) van de waarheid van vrijwel de gehele stelling van Indigo dat Diet voor US$ 52.442,67 kleding heeft geleverd aan Diet en dat Diet dat bedrag onbetaald heeft gelaten. Die gerechtelijke erkentenis kan ingevolge het tweede lid van artikel 133 Rv alleen worden herroepen indien aannemelijk wordt dat die door een dwaling of niet in vrijheid is afgelegd. Gesteld noch is gebleken dat van dit één of ander sprake is met betrekking tot de onderhavige erkentenis van Diet.
4.3
Onder randnummer 18 van hun conclusie van antwoord stellen Diet c.s. onder meer dat in deze zaak niet is gesteld door Indigo dat [gedaagde 3] ten tijde van het aangaan van de overeenkomst tussen Indigo en Diet wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat Diet haar betalingsverplichtingen uit die overeenkomst niet zou kunnen nakomen en hiervoor geen verhaal zou bieden. Dat standpunt is onbegrijpelijk en miskent de omstandigheid dat Indigo onder randnummer 15. van haar verzoekschrift klip en klaar heeft gesteld dat het door [gedaagde 3] aangaan van bedoelde verplichtingen, waarvan hij wist deze niet konden worden nagekomen, een aansprakelijkheid oplevert. Die kennelijk door Diet c.s. gemiste stelling hebben Diet c.s. niet bestreden. Vast komt daarom te staan dat [gedaagde 3] als statutair directeur van en enig aandeelhouder in Diet ten tijde van het aangaan van de overeenkomst op grond waarvan Diet kleding van Indigo ten bedrage van US$ 52.442,67 geleverd heeft gekregen wist dat Diet haar betalingsverplichtingen niet kon nakomen, terwijl is gebleken dat Diet geen verhaal biedt (waarover hierna meer). Die vaststaande stelling in verbinding met die gebleken omstandigheid brengen met zich dat [gedaagde 3] als (enig) bestuurder van Diet persoonlijk ernstig verwijtbaar ofwel onrechtmatig heeft gehandeld jegens Indigo met als gevolg dat hij hoofdelijk aansprakelijk is voor hetgeen Diet verschuldigd is aan Indigo. Aldus zal [gedaagde 3] met Diet hoofdelijk worden veroordeeld om het in hoofdsom door Indigo gevorderde bedrag te betalen aan Indigo.
4.4
Indigo stelt dat haar is gebleken dat Maribombique (lees hier tevens haar enig aandeelhouder en statutair directeur) kleding van het Antony Morato die zij heeft verkregen van de in financieel slecht weer verkerende en geen verhaal biedende Diet (lees hier tevens haar enig aandeelhouder en statutair directeur), die op haar beurt die kleding onbetaald heeft verkregen van Indigo. Niet alleen heeft [gedaagde 3] hiermee als enig bestuurder van Maribombique persoonlijk ernstig verwijtbaar ofwel onrechtmatig gehandeld jegens Indigo op grond waarvan [gedaagde 3] ook op deze grond aansprakelijk is jegens Indigo, maar levert dit handelen van Maribombique, dat neerkomt op het willens en wetens profiteren van (1) een wanprestatie van Diet en (2) van het onrechtmatig handelen van haar directeur, aansprakelijkheid op jegens Indigo op grond van onrechtmatige daad. Aldus zal Maribombique samen met [gedaagde 3] en met Diet hoofdelijk worden veroordeeld om het in hoofdsom door Indigo gevorderde bedrag te betalen aan Indigo, Diet op grond van nakoming en [gedaagde 3] en Maribombique op grond van schadevergoeding uit onrechtmatige daad. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die een ander oordeel kunnen rechtvaardigen.
4.5
De door Indigo gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom zal, als zijnde onbestreden, worden toegewezen als na te melden.
4.6
De vordering van Indigo ter zake van vergoeding van kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte zal worden afgewezen omdat niet uit verificatoire stukken is gebleken dat Indigo dienaangaande meer werkzaamheden heeft verricht dan die ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak, waarvoor krachtens artikel 63a Rv alleen de regels ter zake van proceskosten van toepassing zijn.
4.7
Diet c.s. zullen, als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen, hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van Indigo, tot aan deze uitspraak begroot op (940,-- + 209,45 + 209,45 + 209,45 =) Afl. 1.568,35 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en Afl. 4.500,-- aan salaris voor de gemachtigden (3 punten, tarief 6 ad Afl. 1.500,-- per punt).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt Diet c.s. hoofdelijk, des dat hetgeen de één heeft betaald de anderen bevrijdt, om aan Indigo te betalen US$ 52.442,67, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 23 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
-veroordeelt Diet c.s. hoofdelijk, des dat hetgeen de één heeft betaald de anderen bevrijdt, in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Indigo, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.568,35 aan verschotten en Afl. 4.500,-- aan salaris voor de gemachtigden;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door Indigo verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 maart 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.