Uitspraak
[GEDAAGDE 3]
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft Travel4Ladies, een in Noorwegen gevestigde reisorganisator, een vordering ingesteld tegen de stichting Yoga Girl Foundation en een andere gedaagde, met betrekking tot een reisovereenkomst die op 13 september 2019 werd gesloten. De reis, die gepland was van 25 maart tot 1 april 2020, heeft echter geen doorgang gevonden vanwege de COVID-19 pandemie. Travel4Ladies heeft de reissom voldaan, maar de reisorganisatie heeft de overeenkomst opgezegd, stellende dat de andere partij in gebreke was. De gedaagden hebben de vordering betwist en aangevoerd dat er geen geldige overeenkomst was.
Tijdens de pleidooizitting op 31 mei 2022 is geprobeerd om het geschil in onderling overleg op te lossen, maar dit is niet gelukt. Het Gerecht heeft vervolgens op 16 november 2022 vonnis gewezen. De rechter oordeelde dat Travel4Ladies onvoldoende bewijs had geleverd dat de gedaagden partij waren bij de overeenkomst. De vordering werd afgewezen, en Travel4Ladies werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden. De rechter benadrukte dat de bepalingen van het Arubaanse Burgerlijk Wetboek inzake reisovereenkomsten niet van toepassing waren, omdat Travel4Ladies zelf als reisorganisator optrad en niet als reiziger.
De uitspraak bevestigt de noodzaak voor partijen om duidelijkheid te scheppen over hun rol en verantwoordelijkheden in overeenkomsten, vooral in het licht van onvoorziene omstandigheden zoals de pandemie. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de kosten onmiddellijk moeten worden voldaan, ongeacht een mogelijke hoger beroep.