ECLI:NL:OGEAA:2022:487
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Geldvordering en matiging van contractuele rente in civiele procedure
In deze civiele procedure, aangespannen door de naamloze vennootschap ISLAND FINANCE ARUBA N.V. (hierna: IFA), vorderde eiseres een geldbedrag van Afl. 15.515,12 van gedaagde, te vermeerderen met een gematigde rente van 27% per jaar, gerekend vanaf 31 oktober 2014. De zaak is behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarbij de gedaagde geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd. De procedure omvatte een inleidend verzoekschrift, een conclusie van antwoord, en een conclusie van repliek van IFA, waarin de eis werd verminderd.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de door IFA gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten niet toewijsbaar was, omdat IFA niet voldoende bewijs had geleverd van de werkzaamheden die buiten rechte waren verricht. De gedaagde had eerder een bedrag van Afl. 50,-- betaald, wat in mindering werd gebracht op de hoofdsom. Uiteindelijk werd vastgesteld dat gedaagde Afl. 15.465,12 verschuldigd was aan IFA.
In de uitspraak van 7 december 2022 heeft het Gerecht gedaagde veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met de gematigde rente, en in de proceskosten. De kosten werden begroot op Afl. 2.965,45. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders door IFA verzochte werd afgewezen.