ECLI:NL:OGEAA:2022:522

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202200979
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning door gedaagde zonder recht of titel

In deze zaak heeft eiseres, de nicht van de overleden erflater, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die zonder recht of titel in de woning verblijft die deel uitmaakt van de nalatenschap van de erflater. De erflater is op 20 september 2020 overleden en heeft eiseres als enige erfgename benoemd. Gedaagde heeft zich na het overlijden van de erflater in de woning ingeschreven en verhuurt sinds april 2021 de appartementen op het perceel aan derden. Eiseres heeft gedaagde gesommeerd om de woning te ontruimen, maar gedaagde heeft hier geen gehoor aan gegeven.

Tijdens de zitting op 21 april 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiseres vordert dat gedaagde de woning binnen 48 uur na betekening van het vonnis ontruimt, met een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag bij niet-nakoming. Gedaagde voert verweer en stelt dat hij recht heeft om in de woning te verblijven, omdat zijn tante gehuwd was met de erflater.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseres sinds het overlijden van de erflater eigenares is van het perceel en dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. Het Gerecht heeft de vordering van eiseres toegewezen, maar gedaagde een ontruimingstermijn van twee maanden gegund. Tevens is een dwangsom opgelegd en is gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 11 mei 2022.

Uitspraak

Vonnis van 11 mei 2022
Behorend bij K.G. AUA202200979
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISERES],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [Eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. J.F.M. Zara,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de pleitaantekeningen van [eiseres];
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 21 april 2022.
1.2
Ter zitting zijn verschenen: [eiseres] bijgestaan door haar gemachtigde en [gedaagde] in persoon. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
Eiseres] is de nicht van wijlen de heer [erflater] (hierna: de erflater). De erflater, die zonder afstammelingen is overleden op 20 september 2020, heeft krachtens zijn testeament [eiseres] als zijn enige erfgename benoemd.
2.3
Tot de nalatenschap van de erflater behoorde onder meer het perceel eigendomsgrond en het daarop gebouwde (een woning en twee appartementen), plaatselijk bekend als [adres] in Aruba (hierna: het perceel).
2.4
Met het overlijden van de erflater is [eiseres] onder algemene titel eigenares geworden van het perceel.
2.5
Na het overlijden van de erflater heeft [gedaagde] zich op voormeld adres doen inschrijven en is hij met zijn gezin in de woning ingetrokken. [Gedaagde] verhuurt sinds april 2021 de twee op het perceel gelegen appartementen aan derden.
2.6 [
Eiseres] heeft [gedaagde] bij brief van 26 maart 2022 gesommeerd om de woning uiterlijk op 1 april 2022 te ontruimen.
2.7 [
Gedaagde] heeft tot op heden geen gehoor gegeven aan de sommatie.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Eiseres] vordert in kort geding dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] beveelt om de woning binnen achtenveertig (48) uur na betekening van dit vonnis te ontruimen met medeneming van alle daarin van zijnentwege aanwezige personen en goederen, en de woning onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking van [eiseres] te stellen, dit alles onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] dat bevel niet opvolgt, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2 [
Eiseres] heeft ter onderbouwing van haar vordering het volgende gesteld. Het perceel maakt deel uit van de nalatenschap van de erflater, die bij testament [eiseres] als zijn enige erfgename heeft benoemd. Met het overlijden van de erflater is [eiseres] daarom eigenares geworden van het perceel. Nu geen sprake is van een huurovereenkomst tussen partijen en nu [gedaagde] met betrekking tot de woning geen gebruiksrecht toekomt, verblijft hij zonder recht of titel in de aan [eiseres] in eigendom toebehorende woning. [Eiseres] heeft de woning nodig voor eigen gebruik, waardoor ontruiming daarvan gerechtvaardigd is. Aldus telkens [eiseres].
3.3 [
Gedaagde] heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van het door [eiseres] verzochte. Daartoe stelt [gedaagde] - zo het Gerecht begrijpt - dat hij wel recht of titel heeft om in de woning te verblijven, nu zijn tante, die op 19 februari 2014 is overleden, gehuwd was met de erflater.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiseres] bij haar vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen.
4.2
In deze procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde stellingen, zonder nader onderzoek, de vraag worden beantwoord of de vorderingen van [eiseres] in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat vooruitlopend daarop toewijzing van de gevraagde voorzieningen gerechtvaardigd is.
4.3
Vast staat dat [eiseres] sinds het overlijden van de erflater eigenares is van het perceel. In het licht daarvan en in dat van de omstandigheid dat is gesteld noch is gebleken dat (1) sprake is van een huurovereenkomst tussen partijen op grond waarvan [gedaagde] in de woning verblijft danwel dat (2) [eiseres] [gedaagde] toestemming heeft gegeven om gebruik te maken van de woning, komt eveneens vast te staan dat [gedaagde] zonder recht of titel in de woning verblijft. Dit hoeft [eiseres] naar het voorlopig oordeel van het Gerecht niet te dulden. Dat de overleden tante van [gedaagde] gehuwd was met de meer dan zes jaren later overleden erflater maakt dat niet anders.
4.4
Het voorgaande brengt mee dat de hiervoor onder 4.2 geformuleerde vraag bevestigend moet worden beantwoord. De door [eiseres] gevraagde voorziening zal daarom worden toegewezen, met dien verstande dat op grond van redelijkheid en billijkheid aan [gedaagde] een ontruimingstermijn van twee maanden zal worden gegund, met welke termijn [eiseres] zich ter zitting overigens akkoord heeft verklaard.
4.5
Afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [gedaagde] bij afwijzing van het door [eiseres] verzochte ten opzichte van de belangen van [eiseres] bij toewijzing daarvan.
4.6
Dwangsommen zullen gematigd en gemaximeerd worden opgelegd aan [gedaagde], omdat ook daarvan voldoende prikkel uitgaat naar hem toe tot nakoming van dit vonnis.
4.7
Ten overvloede overweegt het Gerecht nog het volgende. Vast staat dat [gedaagde] onbevoegd de twee op het perceel gelegen ook aan [eiseres] toebehorende appartementen verhuurt aan derden. Nu de vordering van [eiseres] niet strekt tot ontruiming van die appartementen en de bewoners daarvan geen partij zijn in deze procedure, zal het Gerecht daarover geen beslissing nemen. Zo nodig zal [eiseres] daarvoor nieuwe gerechtelijke procedures moeten starten.
4.8 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op (450,- + 228,21 =) Afl. 678,21‬ aan verschotten (griffiegeld en kosten van oproeping) en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
- beveelt [gedaagde] om binnen twee (2) maanden na de betekening van dit vonnis aan hem de aan [eiseres] in eigendom toebehorende in Aruba te [adres] gelegen woning te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin van zijnentwege bevindende personen en goederen, en die woning met afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [eiseres];
- bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eiseres] een dwangsom verbeurt van Afl. 250,-- per dag of deel daarvan dat [gedaagde] voormeld bevel niet opvolgt, en dat tot een maximum van Afl. 25.000,--;
- veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak op Afl. 678,21‬ aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 11 mei 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 11 mei 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: K.G. nr. AUA202200979
Inhoudsindicatie: Civiel. Ontruiming woning. Gedaagde verblijft zonder recht of titel in de woning.
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - enkelvoudig