Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.HET GESCHIL
3.DE BEOORDELING
4.DE UITSPRAAK
aan de griffier van dit Gerecht te betalen) verschotten pro deo en Afl. 2.500,-- aan (niet aan de griffier van dit Gerecht te betalen) salaris voor de gemachtigde pro deo;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.R. Bryson, dat de tussen partijen op 30 april 2019 gesloten aannemingsovereenkomst buitengerechtelijk door haar was ontbonden. Eiseres vorderde tevens terugbetaling van de aanneemsom van Afl. 28.000,--, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeling van gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, in de proceskosten. Gedaagde voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen van eiseres.
De procedure omvatte een inleidend verzoekschrift, conclusies van antwoord, repliek en dupliek. Het Gerecht oordeelde dat gedaagde in verzuim was geraakt door geen gevolg te geven aan de sommatie van eiseres om de bouw van het appartement af te ronden. Dit leidde tot de partiële ontbinding van de aannemingsovereenkomst met betrekking tot de derde bouwfase. Eiseres werd verlof verleend tot kosteloos procederen, aangezien zij niet in staat was de kosten van de procedure te dragen.
In de uitspraak van 24 augustus 2022 verklaarde het Gerecht voor recht dat de aannemingsovereenkomst op 17 juli 2020 buitengerechtelijk was ontbonden en veroordeelde gedaagde tot terugbetaling van Afl. 8.000,-- aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van verzuim. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die door het Gerecht werden begroot op Afl. 639,50 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders door eiseres verzochte werd afgewezen.