ECLI:NL:OGEAA:2022:533

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
15 september 2023
Zaaknummer
AUA202100305
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens slapend aantreffen werknemer op post

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de vraag centraal of de werknemer, hierna aangeduid als [verzoeker], op legitieme gronden op staande voet kon worden ontslagen door zijn werkgever, [V.B.A]. De procedure begon met een verzoek van [verzoeker] die zich tegen het ontslag verzette. De feiten van de zaak tonen aan dat [verzoeker] op meerdere momenten slapend is aangetroffen tijdens zijn werkzaamheden als bewaker/beveiligingsbeambte. De werkgever had hem eerder gewaarschuwd dat herhaaldelijk slapend aantreffen zou leiden tot ontslag op staande voet. Tijdens de zittingen werden getuigen gehoord die bevestigden dat [verzoeker] op 28 mei 2020 slapend was aangetroffen en dat hem was meegedeeld dat dit ernstige gevolgen zou hebben. Het Gerecht heeft de eerdere waarschuwingen en het gedrag van [verzoeker] in overweging genomen en geconcludeerd dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. Daarnaast zijn er vorderingen van [verzoeker] betreffende onbetaalde uren en vakantiedagen aan de orde gekomen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat [V.B.A] niet voldoende bewijs heeft geleverd dat deze bedragen al aan [verzoeker] waren betaald. De vorderingen van [verzoeker] zijn toegewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd. De uitspraak werd gedaan op 1 februari 2022 door mr. A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Beschikking van 1 februari 2022
Behorend bij E.J. no. AUA202100305
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoeker],
wonende in Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[NAAM V.B.A],
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: [V.B.A],
gemachtigde: de advocaat mr. A.I.N. Fräser.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 20 juli 2021 blijkt uit de tussenbeschikking van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-het proces-verbaal van de terechtzitting gehouden op 2 september 2021;
-het proces-verbaal van de terechtzitting gehouden op 13 september 2021;
-de conclusie na bewijslevering van [V.B.A];
-de antwoordconclusie na bewijslevering van [verzoeker].
1.2
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in de tussenbeschikking neergelegde overwegingen en beslissingen, die als hier herhaald en ingelast hebben te gelden.
2.2
De thans te beantwoorden vraag is of [V.B.A] heeft kunnen bewijzen dat [verzoeker] op 5 of 6 december 2019 tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden als bewaker/beveiligingsbeambte bij Cool Casino zat te slapen en dat hij hiervoor een waarschuwing heeft gekregen en/of dat [verzoeker] op 28 mei 2020 tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden als bewaker/beveiligingsbeambte bij locatie 240 op een strandstoel slapend werd aangetroffen en dat hem toen is aangezegd dat als dit nogmaals zou gebeuren meteen ontslag op staande voet zou volgen. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
2.3
Getuige [naam getuige 1], zijnde nachtmanager bij [V.B.A] (hierna [getuige 1]), heeft verklaard dat hij (1) in mei 2020 [verzoeker] gedurende de nachtelijke uren op locatie 240 slapend heeft aangetroffen op een strandbedje, (2) [verzoeker] vervolgens samen met de supervisor wakker heeft gemaakt en op het slapen heeft aangesproken en (3) dat hij [(getuige 1 dus) [verzoeker] toen mondeling heeft gewaarschuwd door tegen hem te zeggen dat als dit nog een keer zou gebeuren ontslag op staande voet zou volgen. Getuige [naam getuige 2], zijnde Security Supervisor bij [V.B.A], bevestigt voormelde verklaring van [getuige 1], in die zin dat hij als supervisor samen met [getuige 1] [verzoeker] gedurende de nachtelijke uren op locatie 240 slapend heeft aangetroffen op een strandbedje, en dat ook hij [verzoeker] op het slapen heeft aangesproken en dat ook hij tegen [verzoeker] heeft gezegd dat als dit nog een keer zou gebeuren [verzoeker] “
dan weg was”.
2.4
Uit vorenstaande volgt reeds dat de hiervoor onder 2.2 geformuleerde vraag bevestigend moet worden beantwoord. Vast komt te staan dat [verzoeker] al eerder dan op 29 juli 2020 slapend was aangetroffen op zijn post en dat hem in dat verband vanwege [V.B.A] was aangezegd dat als het nog een keer zou gebeuren ontslag op staande voet zou volgen. Onder verwijzing naar rechtsoverwegingen 4.4 en 4.5 van de tussenbeschikking luidt de slotsom op dit onderdeel dat [V.B.A] [verzoeker] op 30 juli 2020 op goede grond op staande voet heeft ontslagen. Dat betekent dat de in de tussenbeschikking onder a. omschreven vordering van [verzoeker] zal worden afgewezen.
2.5
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 4.8 van de tussenbeschikking wordt ter zake van de in die beschikking onder 2.5 en 2.6 vermelde documenten, waarvan [V.B.A] stelt dat zij bewijs opleveren van betaling aan [verzoeker] van (1) Afl. 1.031,62 voor door hem op zondagen gewerkte uren en (2) Afl. 1.031,62 voor niet door hem genoten vakantie-uren, het volgende overwogen. Ter zitting heeft [V.B.A] verklaard dat zij afziet van een deskundigenonderzoek naar de door [verzoeker] betwiste echtheid van de beweerdelijke door [verzoeker] geplaatste handtekeningen op die documenten. Dat brengt met zich dat bedoelde documenten geen bewijs opleveren van de stelling van [V.B.A] dat zij voormelde bedragen al heeft betaald aan [verzoeker], terwijl [V.B.A] de in de tussenbeschikking onder b. en c. omschreven vorderingen verder niet of onvoldoende onderbouwd heeft bestreden. De slotsom op dit onderdeel luidt dat die vorderingen van [verzoeker] zullen worden toegewezen.
2.6
In de uitkomst van deze procedure, partijen zijn over en weer in het (on)gelijk gesteld, ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen als na te melden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [V.B.A] om aan [verzoeker] te betalen Afl. 3.011,20 uit hoofde van 40 door [verzoeker] gewerkte zondagen;
-veroordeelt [V.B.A] om aan [verzoeker] te betalen Afl. 3.011,20 uit hoofde van 40 niet door [verzoeker] genoten vakantiedagen;
-verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
-wijst af het meer of anders door [verzoeker] verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 1 februari 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 1 februari 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202100305
Inhoudsindicatie: Arbeid. Dringende reden. Vast komt te staan dat de werknemer al eerder slapend is aangetroffen op zijn post en dat hem in dat verband vanwege de werkgever is aangezegd dat als het nog een keer zou gebeuren ontslag op staande voet zou volgen.
Rechtsgebieden: Civiel, Arbeidsrecht
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - enkelvoudig