ECLI:NL:OGEAA:2022:536

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2022
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
AUA202202422
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens vertrouwensbreuk en onjuist functioneren

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 november 2022 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van de naamloze vennootschap Electriciteit-Maatschappij Aruba (Elmar) tegen haar werknemer, [verweerster]. De werknemer was sinds 1 augustus 2008 in dienst als Assistent Boekhouder en ontving een brutoloon van Afl. 6.159,-- per maand. Elmar heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden op grond van gewichtige redenen, omdat de werknemer haar vertrouwensfunctie niet adequaat heeft uitgevoerd en zonder toestemming van de werkgever niet op de voorgeschreven wijze heeft gehandeld.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 25 juli 2022 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 25 augustus 2022. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 augustus 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Elmar heeft aangegeven dat er een onderzoek is ingesteld naar verschillen in de administratie waarvoor de werknemer verantwoordelijk was. Dit onderzoek werd uitgevoerd door Audit [X], dat op 3 juni 2022 een rapport heeft uitgebracht waarin ernstige tekortkomingen in het functioneren van de werknemer werden vastgesteld.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat de werknemer op eigen initiatief en om haar moverende redenen haar functie niet adequaat heeft uitgevoerd, wat heeft geleid tot een vertrouwensbreuk. De werknemer heeft zelf erkend dat Elmar terecht het vertrouwen in haar heeft verloren. Het Gerecht heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 2 november 2022, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan de werknemer, en heeft haar veroordeeld in de proceskosten van Elmar. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 1 november 2022
Behorend bij E.J. nr. AUA202202422
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ELECTRICITEIT-MAATSCHAPPIJ ARUBA,
te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: Elmar,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.A. Ruiz en I.R. Wever,
tegen:
[verweerster],
te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigde: de advocaat mr. H.F. Falconi.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 25 juli 2022;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 25 augustus 2022;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 26 augustus 2022.
1.2
Elmar is ter zitting verschenen bij haar gemachtigden, die vergezeld werden door [naam Financial Manager Elmar] en [naam boekhouder Elmar] (Financial Manager respectievelijk boekhouder van Elmar). [verweerster] is samen met haar gemachtigde verschenen. Partijen hebben bij wijze van re- en dupliek het woord gevoerd (Elmar mede aan de hand van door haar overgelegde en voorgedragen pleitaantekeningen) en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Tussen partijen gevoerde onderhandelingen hebben blijkens de brief van Elmar van 2 september 2022 geen schikking opgeleverd. In het licht daarvan heeft Elmar bij die brief verzocht beschikking te geven.
1.4
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend danwel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties en overige stukken voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
verweerster] is krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst op 1 augustus 2008 in loondienst getreden van Elmar als Assistent Boekhouder en was laatstelijk werkzaam in die functie tegen een brutoloon van Afl. 6.159,-- per maand.
2.3
Het aan [verweerster] gerichte schrijven van Elmar van 20 april 2022, waarin met “
u” wordt bedoeld [verweerster], vermeldt onder meer het volgende:
“(…).
Zoals daarnet door mevrouw [medewerker] en mevrouw [Financial Manager] met u besproken zal er in verband met de recent ontdekte verschillen in de administratie waarvoor u verantwoordelijk bent een nadere onderzoek worden ingesteld. In dat verband liet u weten de maandelijkse reconciliatie kloppend te hebben gemaakt. Verder liet u ook weten aan het onderzoek te zullen meewerken hetgeen op prijs wordt gesteld o.m. omdat het om een substantieel bedrag gaat. In het belang van het onderzoek zult u met behoud van salaris op non-actief worden gesteld.
(…).”.
2.4
Het in voormeld schrijven van Elmar bedoelde onderzoek is uitgevoerd door het in Curaçao gevestigde bedrijf Audit [X] (hierna: A[X]). Dat bedrijf heeft gedurende haar onderzoek op 10 mei 2022 [verweerster] gehoord voor het verkrijgen van informatie van haar zijde. A[X] heeft op 3 juni 2022 haar rapport doen toekomen aan Elmar (hierna: het rapport), doch niet eerder dan nadat [verweerster] in de gelegenheid is gesteld om te reageren op het concept-rapport, van welke gelegenheid [verweerster] gebruik heeft gemaakt.
2.5
Naar aanleiding van de in het rapport neergelegde onderzoeksbevindingen van A[X] met betrekking tot het functioneren van [verweerster] is Elmar overgegaan tot indienen ter griffie van het onderhavige ontbindingsverzoek.

3.HET GESCHIL

3.1
Elmar verzoekt het Gerecht om de arbeidsovereenkomst tussen partijen op grond van de in haar verzoekschrift omschreven gewichtige redenen zo spoedig mogelijk, althans met ingang van een door het Gerecht te bepalen datum, te ontbinden zonder toekenning aan [verweerster] van een ontbindingsvergoeding, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [verweerster] in de kosten van de procedure.
3.2 [
verweerster] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door Elmar verzochte, kosten rechtens.
3.4
Voorzover van belang voor uitspraak zullen de stellingen van partijen hierna worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ter beoordeling ligt primair voor de vraag of de door Elmar gestelde gedragingen van [verweerster] een (uitgestelde) dringende reden voor ontslag (en dus voor ontbinding zonder vergoeding naar billijkheid) opleveren. Subsidiair ligt de vraag voor of sprake is van veranderingen in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de dienstbetrekking van [verweerster] bij Elmar billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen, al dan niet met toekenning aan [verweerster] van een ten laste van Elmar komende ontbindingsvergoeding naar billijkheid.
4.2
Voor de beantwoording van voormelde vragen stelt het Gerecht voorop dat het geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de deskundigheid en betrouwbaarheid van A[X] en het door haar uitgebrachte rapport met betrekking tot het functioneren van [verweerster] als assistent boekhouder van Elmar. Verder stelt het Gerecht voorop dat Elmar [verweerster] in die op de financiën van Elmar ziende functie volledig moet kunnen vertrouwen en dat [verweerster] haar in die functie voor Elmar te verrichten werkzaamheden volstrekt adequaat en op de door Elmar voorgeschreven wijze dient uit te voeren.
4.3
Uit het rapport blijkt dat [verweerster] er geheel eigenmachtig en om voor haar moverende redenen ervoor heeft gekozen om haar vertrouwensfunctie niet adequaat en zonder toestemming van Elmar niet op de door Elmar voorgeschreven wijze uit te voeren, met alle bij partijen genoegzaam bekende gevolgen van dien voor Elmar. Die gevolgen bestaan onder meer en met name uit een niet juist en vertekend beeld van de boekhouding van Elmar waardoor het onder meer mogelijk is gebleken dat afdrachten aan Elmar door hulpbestuurskantoren die geld ten behoeve van Elmar onder zich hadden niet of niet naar behoren plaatsvonden. Sprake is naar het oordeel van het Gerecht van een grovelijke veronachtzaming door [verweerster] van haar voor Elmar te verrichten werkzaamheden, die met zich brengt dat Elmar alle vertrouwen in [verweerster] is verloren en naar het verdere oordeel van het Gerecht ook mocht verliezen. Gebleken is dat [verweerster] dat zelf ook vindt, nu zij ter zitting desgevraagd heeft toegegeven dat zij begrijpt dat Elmar door haar handelwijze alle vertrouwen in haar is verloren, en dat dit vertrouwensverlies terecht is.
4.4
Daargelaten het antwoord op de vraag of bedoeld verwijtbaar handelen van [verweerster] een (uitgestelde) dringende reden voor ontslag oplevert brengt dat handelen in elk geval met zich dat de hiervoor onder 4.1 geformuleerde subsidiaire vraag bevestigend moet worden beantwoord. Dat leidt tot de slotsom dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen zal worden ontbonden als na te melden. Feiten of omstandigheden die een ander oordeel kunnen dragen zijn gesteld noch gebleken.
4.5
Nu de ontbinding rechtvaardigende wijziging van omstandigheden geheel te wijten valt aan [verweerster] ziet het Gerecht geen grond voor toekenning aan [verweerster] van een ten laste van Elmar komende ontbindingsvergoeding.
4.6 [
verweerster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Elmar, tot aan deze uitspraak begroot op
(450,-- + 206,38 =) Afl. 656,38 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en
Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5 ad Afl. 1.250,-- per punt).
5. UITSPRAAK
Het Gerecht:
-ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst met ingang van 2 november 2022, zonder toekenning aan [verweerster] van een ten laste van Elmar komende ontbindingsvergoeding;
-veroordeelt [verweerster] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Elmar, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 3.156,38;
-verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door Elmar verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is in het openbaar uitgesproken op dinsdag 1 november 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 1 november 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: E.J. nr. AUA202202422
Inhoudsindicatie: Ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Vordering toegewezen. Werknemer heeft gekozen om haar vertrouwensfunctie niet adequaat en zonder toestemming van de werkgever niet op de door de werkgever voorgeschreven wijze uit te voeren.
Rechtsgebieden: Civiel. Arbeidsrecht.
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg – enkelvoudig