Uitspraak
1.[GEDAAGDE 1],
[GEDAAGDE 2],
[GEDAAGDE 3],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de eiseres, in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige, niet ontvankelijk verklaard in haar vorderingen tot verdeling van de nalatenschap van de overledene. De overledene, [naam overledene], is op 20 juni 2016 overleden en heeft geen testament achtergelaten. Volgens de verklaring van erfrecht van 7 juli 2017 zijn de eiseres en de gedaagden de enige erfgenamen van de overledene. De eiseres vorderde dat het gerecht de verdeling van de nalatenschap zou vaststellen, maar de gedaagden voerden verweer en stelden voor om de verdeling overeenkomstig hun voorstel vast te stellen.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de eiseres de nalatenschap niet anders dan beneficiair kon aanvaarden, gezien de minderjarigheid van de erfgenaam ten tijde van het openvallen van de nalatenschap. De wettelijk vertegenwoordiger kan de nalatenschap niet zuiver aanvaarden zonder toestemming van de rechter. Aangezien de eiseres de nalatenschap zuiver heeft aanvaard, is deze aanvaarding nietig verklaard en geldt de nalatenschap als beneficiair aanvaard. Dit betekent dat de nalatenschap eerst moet worden vereffend voordat deze kan worden verdeeld.
Daarom heeft het gerecht de eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen tot verdeling en de daaraan verbonden nevenvorderingen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 28 september 2022 door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, in aanwezigheid van de griffier.