ECLI:NL:OGEAA:2022:551

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
AUA202200103
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot vrijwaring in civiele procedure tussen opposant en WATER- EN ENERGIEBEDRIJF ARUBA N.V.

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 6 juli 2022 een vonnis uitgesproken in een incident tot vrijwaring. De zaak betreft een geschil tussen een opposant, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, en de naamloze vennootschap WATER- EN ENERGIEBEDRIJF ARUBA (W.E.B.) N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. A.E. Barrios. De opposant heeft verzet aangetekend tegen een eerder door het Gerecht uitgesproken betalingsbevel, waarbij hij werd bevolen om een bedrag van Afl. 2.632,40 aan W.E.B. te betalen, vermeerderd met rente en kosten. De opposant vordert dat het Gerecht de eerdere beschikking vernietigt en de oorspronkelijke vordering van W.E.B. afwijst.

In het incident heeft de opposant verzocht om zijn ex-echtgenote in vrijwaring op te roepen, omdat hij meent dat zij verantwoordelijk is voor de waterkosten die zijn ontstaan na hun scheiding. De opposant stelt dat hij de woning heeft verlaten en dat zijn ex-echtgenote het genot van de woning en het watergebruik heeft voortgezet. W.E.B. heeft verweer gevoerd en betwist dat de ex-echtgenote enige verplichting heeft jegens de opposant.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat er voldoende grond is voor de oproeping in vrijwaring, omdat de rechtsverhouding tussen de opposant en zijn ex-echtgenote mogelijk leidt tot aansprakelijkheid voor de waterkosten. Het verzoek tot oproeping in vrijwaring is toegewezen, en de ex-echtgenote is bevolen om te verschijnen op de zitting. De hoofdzaak zal in de stand waarin deze is gebleven worden voortgezet, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 6 juli 2022
Behorend bij AUA202200103
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot vrijwaring in het verzet van:
[Naam opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring],
te Aruba,
opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring,
hierna te noemen: [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
tegen:
de naamloze vennootschap
WATER- EN ENERGIEBEDRIJF ARUBA (W.E.B.) N.V.,
te Aruba,
geopposeerde in de hoofdzaak, gedaagde in de vrijwaring,
hierna te noemen: WEB,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

in de hoofdzaak en in het incident
1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het oorspronkelijke verzoekschrift van WEB;
- het bij verstek uitgesproken betalingsbevel van het Gerecht van 8 december 2021, AUA202102436 BB;
- het verzetschrift tevens houdende conclusie tot oproeping in vrijwaring;
- de incidentele conclusie van antwoord in vrijwaring.
1.2
Vervolgens is de datum voor de uitspraak in het incidentbepaald op heden.

2.DE VORDERING EN HET VERWEER

in de hoofdzaak
2.1
WEB heeft in de verstekprocedure gevorderd om tegen [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] een betalingsbevel uit te vaardigen, waarbij hij uitvoerbaar bij voorraad wordt bevolen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan WEB te betalen het bedrag van Afl. 2.632,40, vermeerderd met rente en kosten.
2.2
Daaraan heeft WEB ten grondslag gelegd dat tussen partijen een overeenkomst ter zake van watergebruik gold.
2.3
Bij voormelde beschikking van 8 december 2021 heeft het Gerecht [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] uitvoerbaar bij voorraad bevolen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan WEB het bedrag van Afl. 2.632,40 te betalen, zowel te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 september 2020 tot de dag der voldoening, voorts vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 375,- alsmede tot betaling van het bedrag van Afl. 350,- wegens de tot vandaag gemaakte proceskosten.
2.4 [
Opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de beschikking waarvan verzet vernietigd en – opnieuw rechtdoende – de oorspronkelijke vordering van WEB afwijst, kosten rechtens.
in het incident
2.5 [
Opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] meent grond te hebben om van zijn ex-echtgenote, [naam ex-echtgenote], vrijwaring te vorderen en verzoekt op voet van artikel 71 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oproeping van laatstgenoemde te bevelen teneinde haar te laten veroordelen in al hetgeen waartoe hij jegens WEB veroordeeld zal worden.
2.6 [
opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] grondt het verzoek erop dat hij de woning tijdens de echtscheidingsprocedure heeft verlaten en dat [naam ex-echtgenote], alleen verder het genot van de woning heeft voortgezet en water heeft gebruikt.
2.7
WEB heeft het verweer gevoerd dat [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] aldus niet aannemelijk heeft gemaakt dat [naam ex-echtgenote] krachtens enige rechtsverhouding tot haar verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling in de hoofdzaak te dragen. Verder heeft WEB aangevoerd dat [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] is degene geweest die de watermeter heeft aangevraagd en zich verantwoordelijk heeft verklaard voor het nakomen van de verplichtingen van de watermeter. Voorts zal de oproeping van [naam ex-echtgenote] in vrijwaring een onredelijke of onnodige vertraging van het geding met zich brengen, aldus WEB.

3.DE BEOORDELING

in het incident
3.1
Voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldoende dat blijkt dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Indien aan het vereiste voor het toestaan van oproeping in vrijwaring in beginsel is voldaan, dient de rechter over te gaan tot een onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering teneinde te kunnen beoordelen of de oproeping tot vrijwaring in de omstandigheden van het geval op haar plaats is en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
3.2
Uit het door [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] aangevoerde begrijpt het Gerecht dat hij heeft gesteld dat de rechtsverhouding tussen hem en [naam ex-echtgenote], krachtens welke laatstgenoemde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] in de hoofdzaak te dragen, die uit onrechtmatige daad is. Nu het tot de mogelijkheden behoort dat een eventuele veroordeling van [naam ex-echtgenote] tot betaling van schadevergoeding aan [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] op grond van onrechtmatige daad ertoe strekt dat [naam ex-echtgenote] gehouden is de nadelige gevolgen van een veroordeling van [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] in de hoofdzaak te dragen, is aan de vereisten voor oproeping in vrijwaring in beginsel voldaan. Voorts is van toewijzing van het verzoek weliswaar enige, maar geen onredelijke of onnodige, vertraging van het geding te verwachten. Niet is gesteld of gebleken dat WEB door toewijzing van het verzoek in enig ander belang zou worden geschaad. Gelet hierop zal het verzoek worden toegewezen.
3.3
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.
in de hoofdzaak
3.4
De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze is gebleven.
3.5
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.DE BESLISSING

De rechter in dit Gerecht:
in het incident:
4.1
wijst het verzoek toe;
4.2
beveelt [naam ex-echtgenote], wonend in [adres] in Aruba, in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van woensdag
31 augustus 2022, onder overlegging van het inleidend verzoekschrift in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring en dit vonnis in het incident, ten einde te worden gehoord op de vordering tot veroordeling van haar om aan [opposant in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] te vergoeden, hetgeen waartoe hij in de hoofdzaak jegens WEB zal worden veroordeeld;
4.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
in de hoofdzaak:
4.4
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag
31 augustus2022voor het nemen van een conclusie van antwoord in oppositie;
4.5
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 juli 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 6 juli 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR AUA202200103
Inhoudsindicatie: Civiel. Incident, oproep in vrijwaring.
Rechter: mr. M.E.B. de Haseth
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - enkelvoudig