ECLI:NL:OGEAA:2022:565

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
AUA202002397
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding uit hoofde van tekortkoming in aannemingsovereenkomst en onrechtmatig retentierecht

In deze zaak vorderde de eiseres in conventie, vertegenwoordigd door mr. E.M.J. Cafarzuza, een schadevergoeding van Afl. 13.221,48 van de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mr. M.O. Lopez, wegens tekortkomingen in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. De eiseres, eigenaar van een perceel te Aruba, had de gedaagde opdracht gegeven om bouwwerkzaamheden aan haar woning uit te voeren. De werkzaamheden omvatten zes fasen, maar de gedaagde heeft de werkzaamheden van fase 4 niet afgerond, wat leidde tot een geschil over de schade die de eiseres heeft geleden door het inschakelen van een derde om de werkzaamheden af te ronden. De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat de tekortkoming niet aan hem kon worden toegerekend, omdat hij de werkzaamheden had moeten staken vanwege de coronamaatregelen. Het Gerecht oordeelde dat de gedaagde tekortgeschoten was in zijn verplichtingen en dat de schadevergoeding van Afl. 1.493,40 toewijsbaar was, vermeerderd met wettelijke rente. De reconventionele vordering van de gedaagde werd afgewezen, evenals zijn claim voor schadevergoeding wegens onrechtmatig retentierecht. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten droegen.

Uitspraak

Vonnis van 26 januari 2022
Behorend bij AUA202002397
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES IN CONVENTIE, VERWEERSTER IN RECONVENTIE],
te Aruba,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [Eiseres in conventies, verweerster in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
tegen
[GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE],
te Aruba,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
hierna te noemen: [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. M.O. Lopez.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.1.
De uitspraak van dit vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1. [
[Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is eigenaar van het perceel [adres] en de daarop gebouwde woning. De bouw van deze woning omvatte zes fasen. Partijen zijn eind 2019/begin 2020 overeengekomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de bouwwerkzaamheden vanaf fase 2 zou verrichten, conform een offerte van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van 3 januari 2020 voor het verrichten van de bouwwerkzaamheden fase 2 tot en met 6, voor een totaalbedrag van Afl. 180.631,89. De overeengekomen werkzaamheden in fase 4 omvatten de dakconstructie, voor Afl. 18.000,- aan arbeid en Afl. 11.733.70 aan materiaal, te weten houten balken, plywood en dakpannen.
2.2.
Op 13 februari 2020 is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangevangen met de werkzaamheden van fase 4.
2.3.
Op 12 maart 2020 om 7.58 a.m. heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het volgende whatsappbericht gestuurd:
“Bn dia [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
Banco a manda un hende ayera pa controla e trabao di pegamento di panchie y e la constata lo siguiente:
E panchinan no mester wordo corta boa ningun circunstancia. Solamente esun nan cu ta bai na rand, ningun panchi mas. E meneer a bisa e guynan pa nan kita nan i usa esun nan corta pa pone na e rand y pega e panchinan bon. E la haci un muestra pa e guynan wak con e panchienan ta bai sin wordo corta.”
2.4.
Op 13 maart 2020 om 8:41 p.m. heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar contactpersoon bij de hypotheeknemende bank het volgende e-mailbericht gestuurd:
“Manera nos a conversa awe tardi na telefon mi ta manda e siguiente puntonan di e situacion cu e contratista [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]:
1. E situacion di e panchinan cu a wordo corta y pega cu drywall. [naam VBA] cu boso a recomendami pa controla e trabao a bai y tambe a bisa e trahadornan cu mester kita e panchinan cu ta corta y pone na rand y e cabillete so. Cu e panchinan corta nos por hanja problema den 3 aña cu awa ta drenta i daña full e dak. Pero te ainda nan tin e panchinan corta poni y no ta drechando e panchinan. Mi casa a bai awe merdia pa check e trabao y constata cu e panchinan corta tey ainda y mi casa a cuminsa marca e panchinan cu ta corta y [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] a yega puntra mi casa kiko e ta haciendo. Mi casa a bise pa cambia e panchinan sino awa lo drenta y [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] pa 230 pm a bisa e trahadornan pa nan bai y cu e no ta traha cu payasada i nan a bai lagando e trabao atras y para. E trahadornan a bisa cu e panchinan a bin kibra di fabrica pero nan ta garna y kibra na pida pida. Ayera mi mes a bai cu mi casa pa nos a habri 1 pallet y mei pa check nan y nos a hanja 7 panchi gescheur di ariba te abao y no mal kibra ni na pida pida. (…)”
2.5.
Op 14 maart 2020 om 10.38 a.m. heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voornoemde contactpersoon het volgende e-mailbericht gestuurd:
“Mi a yega 10:09 am na mi terreno y esaki ta loke mi a bin hanja. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie], [gevolmachtigde bestuurster] i nan trahadornan di [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] Construction a laga esaki atras. Mas panchi i cabillete cu mi a cunpra y paga pa nan kibra. Kiermen destructtion na mi propiedad y material di construccion. Y nan no ta akinan awe tampoco pa caba cu fase 4 ca nan a hanja paga 7 di Februari 2020 completo y di un solo biaha.
Mi ta spera boso por asisti mi den e situacion aki y cu boso por hanja boso factura pa fase 4 di nan parti. (…)”
2.6.
Volgens een proces-verbaal van 15 augustus 2020 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op die datum aangifte gedaan van diefstal van 4 stellages, 2 aluminium platforms, 2 ijzeren stands, 1 betonmolen en 1 kruiwagen met een totale waarde van Afl. 9.500,-, gepleegd tussen 23 juni 2020 en 15 augustus 2020 te [adres]. Daarbij heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de volgende verklaring afgelegd:
“Ik ben een bouwondernemer. Ik begon het bouwen van het huis in december 2019. Eigenares van het huis was [EISERES IN CONVENTIE, VERWEERSTER IN RECONVENTIE]. Ik stopte het bouwen van het huis doordat ik problemen kreeg met de [EISERES IN CONVENTIE, VERWEERSTER IN RECONVENTIE]. Op 23 juni 2020, omstreeks 17:00 uur, was ik laatst bij het huis. Het huis was in constructie en heeft geen deuren en geen ramen. Ik had verschillende gereedschappen achter het huis gelaten. Ik ging op 15 augustus 2020 omstreeks 17:00 uur terug bij de huis en zag dat onbekenden hadden alle gereedschappen die van mij waren hadden weggenomen. Ik had aan niemand toestemming gegeven om voornoemde goederen die geheel aan mijn eigendom toebehoren, weg te nemen en zich toe te eigenen. Het recht daartoe had men evenmin. Ik wens strafvervolging.”
2.7.
Op 27 augustus 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder meer het volgende geschreven:
“Zoals bij u bekend heeft u de bouwwerkzaamheden bij fase 2 overgenomen met betrekking tot de constructie van de woning van cliënte. In het kader hiervan werd een quotation door u opgesteld.
Helaas is bij het bereiken van fase 4, namelijk de constructie van het dak misgegaan. U heeft in februari 2020 gelden voor fase 4 van cliënte ontvangen, maar op 13 maart 2020 bent u met de werkzaamheden gestaakt en heeft u nagelaten deze fase af te wikkelen en de constructie van het dak af te ronden. Cliënte heeft u hierop aangewezen, echter na verschillende gesprekken tussen u en cliënte, dient cliënte af te leiden dat u niet meer over zo gaan tot nakoming.
Cliënte vond zich genoodzaakt om een derde in te schakelen om de bouwwerkzaamheden met betrekking tot het dak af te wikkelen. Cliënte heeft hiervoor een bedrag van Afl. 6.400,- moeten uitgeven aan arbeid. Los hiervan heeft cliënte een bedrag van Afl. 6.921,48 uitgegeven aan dakmateriaal. Immers heeft de derde geconcludeerd dat de dakpannen door u zijn beschadigd. Dit is zeker te wijten aan uw tekortkoming.
Het hoeft geen betoog dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming. Cliënte gaat dan ook formeel over tot het ontbinden van de overeenkomst. U werd ook verschillende keren verzocht om uw gereedschappen te komen ophalen, waaronder een stellage, kruiwagen en betonmixer.
In het kader hiervan wordt u hierbij gesommeerd om het bedrag van Afl. 13.221,48 aan geleden schade binnen 7 dagen na dagtekening van deze brief te betalen. Tevens wordt u hierbij ter kennis gesteld dat totdat u niet overgaat tot betaling van het voornoemde bedrag, cliënte gebruik zal maken van haar retentierecht ten opzichte van uw gereedschappen. (…)”
2.8.
In een deskundigenrapport “Evaluation on progress of the roof of a house under construction situated at [plaats]” van [naam architect], meester-architect, van [ naam Architectenbureau] van 14 september 2020 staat onder meer het volgende:

1. General information
(…)
This report is set up to evaluate the progress of the work of the roof of a house under construction situated at [plaats]. The construction was executed by [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. An estimated of the completed construction sum and cost repair has been included.
To set up this report the following information was obtained from the contractor:
• Video obtained from contractor filmed on March 13, 2020
• Pictures of the roof
• Additional verbal information from [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ([gedaagde in conventie, eiser in reconventie]).

3.Evaluation

Video/photo assessment:
The video/photos were taken on March 13, 2020.
The following items were completed on the roof by March 13, 2020:
• Wooden roof construction (rafters and multiplex boarding): 100%
• Bituminous layers (2x) front side: 100%
• Bituminous layers (2x) back side: 50%
• Roof battens front side: 100%
• Roof battens back side: 50%
• Roof covering of ceramic roof tiles front side: 100%
• Roof covering of ceramic roof tiles back side: 30%
Unfinished items:
• Roof battens at the back side
• Install ceramic roof tiles at the back side
• Install roof ridge tiles
(…)
Notes/remarks:
• Contractor mentioned that there were around 30 chipped ceramic roof tiles that have to be replaced.
(…)
4. Conclusions
For this expert report only the labor sum has been used for the calculation, because contractor has received only the sum for the labor from his client. The overall construction of the roof is sufficient. There were around 30 chipped roof tiles that contractor has agreed to replace the chipped tiles.

Total labor to build roof: Awg. 18,000.00

Estimated cost of labor completed by March 13, 2020: Awg. 16,920.00

Estimated cost of labor for the roof: Awg. 1,080,00

Estimated cost for replacement chipped tiles: Awg. 413.40
(…)”
2.9.
Op voormelde brief van 27 augustus 2020 heeft de gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij e-mailbericht van 14 september 2020 als volgt gereageerd:
“(…)
Client betwist dat zij de uwe iets verschuldigd is. Het tegendeel zal hieruit blijken.
Zoals u weet heeft [naam constructiebedrijf], die de bouwproject van het perceel gelegen te [adres] in handen had fase 1 onafgemaakt achter gelaten en is met de noorderzon vertrokken. Op advies van de Bank heeft cliente begin december het project overgenomen “as is.”
Op de bouw van dit project zijn algemene bouwvoorwaarden van toepassing of zijn deze als gebruikelijk bestendig beding te beschouwen.
Client heeft na het aannemen van het bouwproject de fouten van fase 1 gecorrigeerd en vervolgens fase 2 en 3 afgemaakt. De toezicht architect door de bank aangesteld, [naam toezicht architect] tekent de fasen af waardoor betaling aan client kan plaatsvinden.
Aan het einde van fase 4 heeft uw cliente het goed gevonden het contract met client op te zeggen en een nieuwe aannemer aan te stellen. Als klap op de vuurpijl heeft de nieuwe aannemer de bouw voortgezet met de gereedschappen van cliente. Dit getuigt niet alleen van wanprestatie maar ook een onrechtmatige daad. De architect heeft er geen woorden voor.
Door de wanprestatie en onrechtmatige daad lijdt client schade en wel het volgende:
Uit fase 4 is uw client de mijne nog verschuldigd:
3 weeklonen fase 4 a Afl. 2.730,- = Afl. 8.190,-- (bijlage I)
Beerput + vooruitbetaalde materialen = Afl. 1.352,52 (bijlage II)
Voorts heeft uw cliente haar betonmolen en stellages van totaal Afl. 9.900,-- (bijlage III) in beslag genomen en door de nieuwe aannemer laten gebruiken.
Client loopt door wanprestatie en onrechtmatige daad van uw cliente fase 5 en 6 mis; t.w.; in fase 5, Afl. 18.000 en fase 6 Afl. 22.000,--, Totaal Afl. 40.000,-- (bijlage IV)
Volgens de algemene bouwvoorwaarden die hier van toepassing zijn heeft cliente bij wanprestatie door de opdrachtgever recht op een schadevergoeding van 20% van de arbeidskomsten van de misgelopen fasen (5 en 6). Derhalve Afl. 8.000,--.
Totaal is uw cliente vanwege de wanprestatie en onrechtmatige daad aan de mijne Afl. 27.042,52 verschuldigd.
Middels deze verzoekt en sommeert cliente de uwe om voormeld totaal bedrag van Afl. 27.042,52, vermeerderd met 16,5% incassokosten, totaal Afl. 31.504,54--, voor 18 september 2020 (…) te voldoen. (…)”

3.HET GESCHIL

3.1. [
[Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van een bedrag van Afl. 13.221,48, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 september 2020, tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering legt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het volgende ten grondslag.
Tussen partijen geldt een overeenkomst van aanneming van werk op grond waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bouwwerkzaamheden aan de op te richten woning van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] diende te verrichten. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet voldaan aan de voor hem uit die overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Op 13 maart 2020 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] na een meningsverschil over het snijden van dakpannen de bouwplaats verlaten en is daar niet teruggekeerd, zodat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] mocht aannemen dat nakoming door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit zou blijven.
Omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het werk niet deugdelijk heeft afgemaakt, heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] schade geleden, bestaande uit de aan een derde en aan materialen te betalen kosten van in totaal Afl. 13.3221,58 voor het verrichten van de noodzakelijke afbouw- en herstelwerkzaamheden.
3.3. [
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en voert daartoe het volgende aan.
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erkent dat hij de bouwwerkzaamheden van fase 4 niet heeft afgerond, maar voert het verweer dat deze tekortkoming hem niet is toe te rekenen. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert in dit verband aan dat hij op 17 maart 2020 noodgedwongen de werkzaamheden moest staken, vanwege de toen in verband met de coronapandemie geldende
shelter in place. Op dat moment was het dak vrijwel gereed, er resteerde nog hoogstens een dag werk. Nadat de maatregelen in verband met de covidpandemie wat versoepeld werden in juni 2020, heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich weer bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemeld, waar hem is gebleken dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] inmiddels de werkzaamheden door een ander had laten afronden, zonder [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eerst in de gelegenheid te stellen dat te doen.
3.4 [
Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert in reconventie, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van een bedrag van Afl. 27.042,52, vermeerderd met de wettelijke rente, en met 16,5% buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten.
3.5
Aan zijn reconventionele vordering legt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het volgende ten grondslag.
[Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft niet voldaan aan de voor haar uit de overeenkomst tussen partijen voortvloeiende betalingsverplichtingen ten aanzien van de arbeidskosten voor fase 4 (Afl. 8.190,-). Vanwege het mislopen van arbeidsinkomsten voor de werkzaamheden van fase 5 en 6 als gevolg van het handelen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], is zij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] conform de algemene bouwvoorwaarden 20% van die kosten verschuldigd, te weten een bedrag van Afl. 8.000,-. Voorts heeft hij een totaal van Afl. 1.352,52 aan materiaalkosten voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voorgeschoten. De totale waarde van de gereedschappen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] die materialen die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet heeft afgegeven bedraagt Afl. 9.500,-.
3.6 [
[Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist de reconventionele vordering en voert het volgende aan.
[Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat zij tekort is geschoten in de verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst tussen partijen. Het is juist [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] die in verzuim is geraakt, wanprestatie heeft gepleegd, als gevolg waarvan zij schade heeft geleden. Verder voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan dat zij de arbeidskosten voor fase 4 bij vooruitbetaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft voldaan. Ten slotte betwist zij diefstal van de gereedschappen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie].
3.7
Op hetgeen partijen verder hebben aangevoerd wordt, voor zover van belang, hierna onder de beoordeling ingegaan.

4.DE BEOORDELING

in conventie
4.1.
De overeenkomst tussen partijen kwalificeert als een overeenkomst tot aanneming van werk. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zich verbonden om voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen tegen een bepaalde prijs (artikel 7A:1613b BW). Volledigheidshalve overweegt het Gerecht dat uit artikel 163 Landsverordening overgangsbepalingen Nieuw BW volgt dat op de onderhavige zaak het ‘oude BW’ van toepassing is.
4.2.
Het Gerecht stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de werkzaamheden van fase 4, zoals tussen partijen overeengekomen, niet (binnen de overeengekomen termijn) heeft afgerond. Aldus is tussen partijen evenmin in geschil dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tekortgeschoten is in de nakoming van de aannemingsovereenkomst, omdat voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit hoofde van die overeenkomst de verplichting voortvloeide 6 fasen aan bouwwerkzaamheden aan de woning van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] af te ronden. Op grond van artikel 6:74 BW is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verplicht de schade te vergoeden die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] leidt als gevolg van deze tekortkoming, tenzij de tekortkoming [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet kan worden toegerekend. Stelplicht en bewijslast ter zake van het ontbreken van toerekenbaarheid rusten op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. Op grond van artikel 6:75 BW geldt dat een tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, indien zij niet te wijten is aan schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Aldus is het aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om feiten en omstandigheden te stellen (en zo nodig te bewijzen) die meebrengen dat de tekortkoming niet te wijten is aan zijn schuld, terwijl die tekortkoming ook niet krachtens wet, rechtshandeling of verkeeropvattingen voor zijn rekening komt.
4.3. [
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt in dit verband het volgende. Anders dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt, heeft hij de bouwplaats niet op 13 maart 2020 na een meningsverschil verlaten. Hij heeft tot 17 maart 2020 doorgewerkt aan fase 4, op welk moment slechts een dag werk aan het dak resteerde. Deze fase kon evenwel niet afgerond worden, vanwege 30 beschadigde dakpannen en het afkondigen van de
shelter in placeop die datum.
4.4.
Deze stellingen worden door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist. Zij voert in dit verband aan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] samen met zijn werknemers na een meningsverschil met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de bouwplaats op 13 maart 2020 heeft verlaten, waarbij hij te kennen heeft gegeven “Iedereen weg, ik werk niet met dit kinderachtig gedoe.” Daarna heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich niet meer op de bouwplaats gemeld om de bouwwerkzaamheden, in elk geval die van fase 4, af te ronden, ook niet nadat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hierover in contact is geweest met de echtgenote van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. [Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat zij uit voormelde mededeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft moeten afleiden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet van zins was de werkzaamheden van fase 4 af te ronden, temeer niet, nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook daarna geen contact meer heeft opgenomen.
4.5.
Gelet op deze gemotiveerde betwisting, had het op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelegen om zijn verweer dat de tekortkoming niet aan hem toe te rekenen is nader te onderbouwen. Dat heeft hij evenwel niet gedaan. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft, hoewel dat op zijn weg en ook zeer voor de hand had gelegen, geen stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn stellingen dat hij niet op 13 maart 2020 de bouwplaats heeft verlaten met de intentie niet terug te keren, dan wel dat hij op de dagen tussen 13 en 17 maart 2020 ter plaatse nog werkzaamheden heeft verricht. Integendeel, uit de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde stukken komt juist het beeld naar voren dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 13 maart 2020 voor het laatst heeft gewerkt. Zo is het deskundigenrapport (zie 2.8) dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft overgelegd om aan te tonen welk deel van de werkzaamheden aan het dak gereed was, gebaseerd op foto’s en een video van 13 maart 2020. Hadden na die datum nog werkzaamheden aan het dak plaatsgevonden, zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt, dan had het voor de hand gelegen dat ook in het deskundigenrapport op te nemen. Ook uit het proces-verbaal van de aangifte van diefstal die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gedaan (zie 2.6) valt af te leiden dat volgens zijn eigen verklaring [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met het bouwen van het huis van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is gestopt omdat hij met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] problemen kreeg. Ten slotte heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen stukken overgelegd waaruit valt af te leiden dat hij na 13 maart 2020 nog op enige wijze contact heeft gehad met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over het afronden van de werkzaamheden. Gelet op het voorgaande wordt het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als onvoldoende onderbouwd gepasseerd. Dat brengt met zich dat tussen partijen vast is komen te staan dat de tekortkoming aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toerekenbaar is, en daarmee, op grond van artikel 6:75 BW, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ter zake jegens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] schadeplichtig is.
4.6.
Ten aanzien van de omvang van de schade overweegt het Gerecht als volgt. Het is in beginsel aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om de omvang van de schade te stellen en te onderbouwen.
4.7. [
[Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat zij als gevolg van de tekortkoming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van Afl. 13.221,48 aan schade heeft geleden, bestaande uit kosten aan arbeid (Afl. 6.400,-) en materiaal (Afl. 6.921,48) zodat een derde de bouwwerkzaamheden kon afronden en de gebreken kon herstellen. In dit verband heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een factuur van [naam VBA] overgelegd voor een bedrag van Afl. 6.400,- voor het uitvoeren van diverse bouwwerkzaamheden, en ter onderbouwing van het bedrag van Afl. 6.921,48 een groot aantal bonnen van aangeschafte bouwmaterialen.
4.8. [
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat de geleden schade Afl. 13.221.48 bedraagt. In dit verband voert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan dat de werkzaamheden van fase 4 vrijwel geheel afgerond waren. Hij verwijst daartoe naar het deskundigenrapport, waarin is geconcludeerd dat de kosten voor het afronden van de werkzaamheden van fase 4 vanuit de stand waarin de werkzaamheden door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn achtergelaten Afl. 1.080,- aan arbeid en Afl. 413,40 aan materiaal bedragen. Deze berekening heeft de deskundige blijkens het deskundigenrapport gegrond op het percentage van de totale werkzaamheden aan het dak dat op 13 maart 2020 afgerond was.
4.9.
Naar het oordeel van het Gerecht heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], gegeven deze gemotiveerde betwisting van haar stellingen met het deskundigenrapport, de gestelde omvang van de schade onvoldoende toegelicht. Daartoe overweegt het Gerecht als volgt.
4.10.
Tegenover de conclusies van het deskundigenrapport heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar voren gebracht dat een groter percentage van de werkzaamheden onafgerond was dan dat waar de deskundige vanuit gaat, dat de foto’s niet van 13 maart 2020 kunnen dateren en dat de deskundige niet partijdig is, nu hij een kennis is van de gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. Met de niet nader onderbouwde stellingen ten aanzien van de persoon van de deskundige en de in het deskundigenrapport gebruikte foto’s heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] evenwel onvoldoende aangevoerd voor het oordeel dat zodanige gebreken kleven aan de wijze van de totstandkoming van het deskundigenrapport, dat van de conclusies daarin niet kan worden uitgegaan. Voor zover [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de conclusies van het deskundigenrapport ten aanzien van de stand van de bouwwerkzaamheden heeft betwist, had het op haar weg gelegen om die betwisting nader te onderbouwen, ten minste met onderliggende stukken maar bij voorkeur door middel van een deskundigenrapport. Nu zij dat niet heeft gedaan, is de enkele niet nader onderbouwde betwisting van de door de deskundige berekende percentages onvoldoende om de conclusies van het deskundigenrapport terzijde te kunnen schuiven.
4.11.
Voorts heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], onder meer onder verwijzing naar het deskundigenrapport, onvoldoende inzichtelijk gemaakt welke kosten zij heeft gemaakt ten behoeve van het afronden van de bouwwerkzaamheden tot en met fase 4 door een derde. [Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft een groot aantal bonnen overgelegd, volgens haar ter onderbouwing van alle materiaal dat zij heeft aangeschaft ten behoeve van fase 4, ook in de periode dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze werkzaamheden nog uitvoerde. Daarmee heeft zij evenwel niet aannemelijk gemaakt dat en waarom deze kosten alle verband houden met het niet afronden van de werkzaamheden aan het dak door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. Dat is voor begroting van de geleden schade als bedoeld in artikel 6:74 BW evenwel relevant.
4.12.
Het Gerecht begrijpt ten slotte dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], gezien de conclusies van het door hem overgelegde deskundigenrapport, erkent dat een bedrag van in totaal Afl. 1.493,40 vereist is om de bouwwerkzaamheden van fase 4 af te maken. Gelet hierop, en gelet op het hiervoor onder 4.10 en 4.11 overwogene, is de gevorderde schade tot dit bedrag toewijsbaar.
4.13.
De gevorderde wettelijke rente wordt als onweersproken toegewezen.
4.14.
Aangezien partijen over en weer voor een deel in het ongelijk zijn gesteld ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten in conventie te compenseren, in die zin dat beide partijen de eigen kosten dragen.
in reconventie
4.15.
De vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor zover erop gegrond dat hij aanspraak heeft op een schadevergoeding van Afl. 8.000,- als gevolg van een niet-gerechtvaardigde ontbindingsverklaring van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], komt, gelet op het hiervoor onder 4.2 overwogene, voor afwijzing in aanmerking. Tussen partijen is vast komen te staan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet onderbouwd gesteld waarom deze tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt.
4.16. [
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt voorts dat hij een bedrag van Afl. 9.542,52 voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft voorgeschoten, te weten een bedrag van Afl. 8.190,- aan arbeid voor fase 4, en een bedrag aan Afl. 1.352,52 aan arbeid en materiaal voor de bouw van de beerput. Hij verwijst in dit verband naar een tweetal facturen van 4 maart 2020.
4.17.
Ten aanzien van het bedrag van Afl. 8.190,- begrijpt het Gerecht de vordering aldus dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] extra arbeidsuren in rekening brengt, omdat zijn werknemers in afwachting van de levering van materiaal niet op tijd aan de werkzaamheden van fase 4 konden beginnen. In de tussentijd zijn werkzaamheden uit andere fasen verricht, te weten de bouw van de schoorsteen en de dakrand.
4.18. [
[Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] werkzaamheden heeft verricht, waarvoor hij niet is betaald. Zij stelt in dit verband dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor de arbeidskosten tot en met fase 4 volledig conform de aannemingsovereenkomst is uitbetaald, terwijl hij deze werkzaamheden bovendien niet geheel heeft afgerond. De bouw van de schoorsteen viel onder fase 3, de bouw van de dakrand onder fase 4; voor beide werkzaamheden is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaald.
4.19. [
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet betwist dat aan hem de arbeidskosten voor de bouwwerkzaamheden uit fase 3 en fase 4 zijn uitbetaald. Evenmin heeft hij gemotiveerd weersproken dat de bouw van de schoorsteen en de bouw van de dakrand onder fase 3 onderscheidenlijk 4 vallen. Gelet hierop, heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn stelling dat hij werkzaamheden heeft uitgevoerd waarvoor hij niet is uitbetaald, onvoldoende toegelicht, zodat deze gepasseerd wordt.
4.20.
Ten aanzien van de beerput overweegt het Gerecht als volgt. Blijkens de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde factuur van 4 maart 2020 gaat het om “
beerput 50% vernield en moest optimaal (groter) worden gemaakt in fase 2 en in fase 3 deksel aangepas de eigenaar was nog pending van het arbeid als gesproken in fase 6 zal zij dan betalen” voor Afl. 1.000,-en “
storting verschil op account rekening (CMB bank) voor het dagelijkse kopen van materiaal” voor Afl. 352,52.
4.21. [
[Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat zij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor werkzaamheden aan de beerput nog geld verschuldigd is. Zij stelt, onder verwijzing naar de aannemingsovereenkomst waarin onder fase 2 staat “
beerput afbreken van 1 meter diepte naar 2 meter groter te maken nieuwe blokken aanleggen van 7 cube naar 13 cube. gereed maken om te storten deksel aanbrengen van de beerput”, dat voormelde werkzaamheden aan de beerput onder fase 2 vielen. Deze werkzaamheden heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tussen 18 en 28 december 2019 uitgevoerd, zo stelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voorts onder verwijzing naar foto’s van de werkzaamheden en een whatsappcorrespondentie ter zake tussen partijen. Voor deze werkzaamheden heeft zij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaald, zo stelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verder onder verwijzing naar bankafschriften waarop diverse betalingen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in deze periode te zien zijn, onder meer op 17 december 2019 een bedrag van Afl. 1.775,- voor “
cobamento di pos pa drecha” en op 30 december 2019 een bedrag van Afl. 567,98 voor “
material pa caba e pos(…)”.
4.22.
Gegeven deze gemotiveerde betwisting had het op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelegen om zijn stelling dat de gevorderde bedragen in fase 6 zouden worden uitbetaald nader te onderbouwen. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet geconcretiseerd om welke werkzaamheden het ging, wat – gezien de overgelegde stukken door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] – al betaald was, en wat niet. Gelet hierop, wordt de vordering in zoverre als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
4.23.
Ten slotte stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] materialen en gereedschappen met een waarde van Afl. 9.500,- van hem heeft gestolen. Deze stelling mist feitelijke grondslag, reeds omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij brief van 27 augustus 2020 (zie 2.7) te kennen heeft gegeven ter zake een retentierecht uit te oefenen. [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet gesteld dat en waarom sprake is van een onrechtmatig retentierecht noch het Gerecht verzocht dat recht op te heffen. Ook in zoverre komt de vordering voor afwijzing in aanmerking.
4.24.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeeld in de kosten van deze procedure, die tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op Afl. 1.250,- (1 punt in tarief 5).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in conventie:
5.1
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van een bedrag van Afl. 1.493,40, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 september 2020 tot de dag der algehele voldoening;
5.2
compenseert de proceskosten, in die zin dat beide partijen de eigen kosten dragen;
5.3
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
5.4
wijst het gevorderde af;
5.5
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vastgesteld op Afl. 1.250,- aan salaris voor de gemachtigde;
in conventie en reconventie
5.6
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 26 januari 2022 in aanwezigheid van de griffier.