In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en de naamloze vennootschap ECO Destination Management Services of Aruba N.V. De verzoekster, die sinds 1999 in dienst was bij ECO, verzocht om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, als gevolg van een reorganisatie binnen het bedrijf. ECO had haar personeelsbestand drastisch verminderd en de werkzaamheden van de verzoekster waren voor een groot deel overgenomen door een externe partij. De verzoekster had aangegeven niet akkoord te gaan met de aangeboden alternatieve functies en had een beëindigingsvergoeding van Afl. 180.000,- verzocht.
ECO voerde verweer en vroeg om ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding, maar stelde ook een vergoeding voor in termijnen voor. Het Gerecht oordeelde dat de arbeidsovereenkomst ontbonden diende te worden vanwege de gewijzigde omstandigheden en dat de verzoekster recht had op een billijkheidsvergoeding. Het Gerecht stelde de vergoeding vast op Afl. 145.000,- bruto, rekening houdend met de omstandigheden van de verzoekster, waaronder haar leeftijd en de duur van haar dienstverband. De verzoekster werd in de gelegenheid gesteld om haar verzoek in te trekken, wat gevolgen had voor de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van beide partijen in het kader van een reorganisatie.