ECLI:NL:OGEAA:2022:62

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
30 maart 2022
Zaaknummer
AUA202200076
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en billijkheidsvergoeding in het kader van reorganisatie en digitalisering

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en de naamloze vennootschap ECO Destination Management Services of Aruba N.V. De verzoekster, die sinds 1999 in dienst was bij ECO, verzocht om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, als gevolg van een reorganisatie binnen het bedrijf. ECO had haar personeelsbestand drastisch verminderd en de werkzaamheden van de verzoekster waren voor een groot deel overgenomen door een externe partij. De verzoekster had aangegeven niet akkoord te gaan met de aangeboden alternatieve functies en had een beëindigingsvergoeding van Afl. 180.000,- verzocht.

ECO voerde verweer en vroeg om ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding, maar stelde ook een vergoeding voor in termijnen voor. Het Gerecht oordeelde dat de arbeidsovereenkomst ontbonden diende te worden vanwege de gewijzigde omstandigheden en dat de verzoekster recht had op een billijkheidsvergoeding. Het Gerecht stelde de vergoeding vast op Afl. 145.000,- bruto, rekening houdend met de omstandigheden van de verzoekster, waaronder haar leeftijd en de duur van haar dienstverband. De verzoekster werd in de gelegenheid gesteld om haar verzoek in te trekken, wat gevolgen had voor de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van beide partijen in het kader van een reorganisatie.

Uitspraak

Beschikking van 22 maart 2022
Behorend bij E.J. no. AUA202200076
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
[Naam verzoekster/verweerster],
wonende in Aruba,
verzoekster in conventie, verweerster in reconventie,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
ECO DESTINATION MANAGEMENT SERVICES OF ARUBA N.V. h.o.d.n. ECODMS ARUBA,
gevestigd in Aruba,
verweerster in conventie, verzoekster in reconventie,
hierna ook te noemen: ECO,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-het verweerschrift tevens houdende een zelfstandig tegenverzoek, met producties;
-nadere door [verzoekster] ingediende producties;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van maandag 18 februari 2022.
1.2 [
Verzoekster] is ter zitting verschenen samen met haar gemachtigde. ECO is verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door de mevrouw M. Ecury (statutair directeur bij ECO). Partijen hebben over en weer het woord gevoerd, beiden mede aan de hand van een voorgedragen en overgelegde pleitnota, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaar stellingen.
1.3
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
ECO is een “destination management bedrijf” dat met name diensten verleent ten behoeve van de toeristenindustrie. Voor haar klanten organiseert en regelt ECO met name alles voor seminars, conventies, tours en andere bijeenkomsten.
2.3 [
Verzoekster] is krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) op 1 februari 1999 in loondienst getreden van ECO, laatstelijk in de functie van Administration Manager tegen een brutosalaris van Afl. 5.000,-- per maand.
2.4
In de periode van april 2004 tot mei 2005 heeft [verzoekster] de functie van Operations Manager vervuld.
2.5
ECO heeft besloten haar bedrijf te reorganiseren en digitaliseren. Onder meer is haar personeelsbestand van 22 werknemers verlaagd tot 7 werknemers en zijn de werkzaamheden van [verzoekster] voor een groot deel overgenomen door Grant Thornton.
2.6
Op 19 november 2021 heeft ECO [verzoekster] geïnformeerd over het verval van haar arbeidsplaats en zijn er twee opties besproken.
2.7
Het aan [verzoekster] gerichte e-mailbericht van de statutaire directeur van ECO van 15 december 2021 vermeldt onder meer:
“(…)
On November 19th, (…) and I met you and informed you that your position would no longer be in effect due to amongst other the restructuring of the company and the fact that (most of) your responsibilities were going to be outsourced to our new accounting firm (Grant Thornton). We presented you with two options:
Move to another position within the company. Currently the Sales and Ops departments have vacancies and we offered of the position of Ops Manager.
End the employment agreement with termination package amount;
(…)
On November 30th, (…) met with you. You informed her that you did not accept to move into another position with the company and instead you opted to pursue termination of employment. During this meeting you did not accept the termination package amount and indicated you preferred to settle this outside court and you asked for a termination package amount of Awg125k. Since November 30th, we have negotiated to try to reach terms for an amicable termination without success.
(…) and I met with you again on December 8th, 2021 and presented two counter offers (Afl. 62k and Afl. 72k). Once again you did not accept either amounts. You told us you were going to stand firm at your lowest offer of Afl. 110k gross. (…)
You have informed us that you don’t want to work and move to any other position in the company (because you are not in your twenties anymore) and you have not accepted our reasonable offer for termination.
As paying you Afl. 110k is not a realistic option for us, given our financial situation, we are repeating our offer to have you work in the position of Ops Manager. You have worked in the department in the past and have assisted us several times with this department.
We are willing to offer you to keep your current salary (Afl. 5k gross) for a period of one year if you accept the position of Ops Manager. This is an alternative to a termination of employment or maybe you would prefer working in the sales department.
(…)”
2.8
Op 20 december 2021 heeft [verzoekster] gereageerd op bovengenoemd email-bericht van de statutaire directeur van ECO. In die e-mail staat onder meer het volgende:
“(…)
On December 8, 2021, you, (…), and I met to discuss my counter offer, once again I expressed my wholehearted reasons for not accepting the Operations Manager position within the company:
I expressed that I knew the details of the position in question and the requirement. I started 2 years part-time with Eco and then officially 22 years when I have invested my younger years (since 29) in the company, sacrificing my time, family, marriage, did my utmost in the good and the bad times, (“gave blood, sweat, and tears to the success of Eco”). Now in the 2nd chapter of my life I expressed that I needed to be honest with myself and physically, mentally I could not commit, I needed to act in accordance and I already went above and beyond investing my time all those years.
(…)
Furthermore, I addressed that whether it be the Operation Manager’s position or a Sales position, both functions required much sacrificing of my personal time.
2nd aspect mentioned, at this age the company basically offered me a new position within the operations but with more for less, being an increase in the work hours 40 to 45 hrs work week and a salary of Awg. 4,600.00 (Afl. 400.00) lower than the usual gross salary.
(…)
Further to your offer, of Operations Manager with the current salary (Awg. 5K) or a Sales position, Unfortunately, both of these departments require a lot of sacrifice and dedication with no returns.
(…)”
2.9
Partijen hebben tot heden geen overeenstemming bereikt over de door ECO aan [verzoekster] uit te keren beëindigingsvergoeding.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie

3.1 [
Verzoekster] verzoekt - na wijziging van haar verzoek - dat het Gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, danwel tegen een door het Gerecht te bepalen tijdstip, ontbindt op grond van de in het verzoekschrift omschreven gewichtige redenen, met toekenning aan [verzoekster] van een door ECO te betalen ontbindingsvergoeding van Afl. 180.000,- dan wel een door het Gerecht te bepalen vergoeding, kosten rechtens.
3.2
ECO voert verweer en concludeert toewijzing van de door [verzoekster] verzochte ontbinding doch met afwijzing van de door haar verzochte vergoeding, danwel ECO toe te staan de te betalen vergoeding te betalen telkens in termijnen van maximaal Afl. 5.000.—bruto, met veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente. Dit alles voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
3.3
ECO verzoekt dat het Gerecht bij beschikking de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst ontbindt op grond van de in het tegenverzoekschrift omschreven gewichtige redenen, primair zonder toekenning van enige vergoeding aan [verzoekster], subsidiair met toekenning aan [verzoekster] van een vergoeding ter hoogte van Afl. 5.000,--, meer subsidiair (indien het gerecht een hoger bedrag toewijst) ECO toe te staan het te betalen vergoeding te betalen telkens in termijnen van maximaal Afl. 5.000.-- bruto. Verder verzoekt ECO dat het Gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad [verzoekster] te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.4 [
Verzoekster] voert verweer en concludeert tot toewijzing van de door ECO verzochte ontbinding doch met toewijzing van de door haar in conventie verzochte vergoeding, met veroordeling van ECO in de proceskosten. Dit alles voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
in conventie en in reconventie
3.5
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

in conventie en in reconventie

4.1
Het conventionele en reconventionele verzoek van partijen lenen zich naar hun aard voor gezamenlijk bespreking.
4.2
Tussen partijen is niet in geschil dat de arbeidsovereenkomst, vanwege wijzigingen van omstandigheden, dadelijk dan wel op korte termijn beëindigd dient te worden. Het Gerecht zal daarom de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst ontbinden als na te melden.
4.3
De thans te beantwoorden vraag is of [verzoekster] al dan niet in aanmerking komt voor een door ECO te betalen ontbindingsvergoeding naar billijkheid. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
4.4
ECO heeft onvoldoende bestreden gesteld dat zij omwille van bedrijfseconomische omstandigheden genoodzaakt was over te gaan tot reorganisatie en digitalisering van haar bedrijf, en dat als gevolg daarvan de functie van [verzoekster] moest komen te vervallen. Dit één en ander brengt weliswaar met zich dat ECO in zoverre niet verwijtbaar handelt jegens [verzoekster], maar hetzelfde geldt voor [verzoekster] die zich geconfronteerd ziet met de voor haar ernstige gevolgen van de doorgevoerde reorganisatie. Sprake moet derhalve zijn van een zogeheten naar het oordeel van het Gerecht in de risicosfeer van ECO vallende neutrale ontbinding, die met zich brengt dat [verzoekster] in aanmerking komt voor een door ECO aan haar te betalen billijkheidsvergoeding. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die een ander oordeel kunnen dragen.
4.5
Alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, waaronder begrepen de leeftijd van [verzoekster], de duur van haar dienstverband bij ECO, de hoogte van haar laatstelijk genoten maandsalaris en het gegeven dat aannemelijk wordt geoordeeld dat ECO [verzoekster] geen passende vervangende functie heeft aangeboden komt het Gerecht zonder dat in enige formule uit te drukken een billijkheidsvergoeding van Afl. 145.000,-- bruto passend en geboden voor, met dien verstande dat eventuele door ECO aan [verzoekster] uit te keren cessantia in mindering strekt op die vergoeding. ECO zal aldus worden veroordeeld als na te melden.
4.6
Wat betreft de vordering van ECO om de billijkheidsvergoeding te betalen in termijnen van maximaal Afl. 5.000,-- bruto wordt het volgende overwogen. [Verzoekster] heeft ter zitting onbestreden gesteld dat ECO een behoorlijke financiële reserve van 21 jaar heeft opgebouwd. Voorts heeft [verzoekster] de betrouwbaarheid van de door ECO overgelegde cijfers gemotiveerd bestreden. Het had te dezen op de weg van ECO gelegen om door een accountant geauditeerde cijfers te overleggen waaruit de juistheid van de door haar gestelde financiële situatie kon blijken. Nu ECO heeft nagelaten om geauditeerde cijfers over te leggen, komt en blijft het nalaten daarvan naar het oordeel van het Gerecht voor risico en rekening van ECO. Dit brengt mee dat de vordering van ECO op dit onderdeel zal worden afgewezen.
4.7
Nu voormelde vergoeding minder is dan door [verzoekster] verzocht, zal [verzoekster] in de gelegenheid worden gesteld om haar conventionele verzoek in te trekken zoals vermeld in het dictum. Intrekking van het conventionele verzoek brengt met zich dat [verzoekster] zal worden veroordeeld in de conventionele proceskosten gevallen aan de zijde van ECO, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van tarief 5 van het liquidatietarief, ad Afl. 1.250,-- per punt), dit alles te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de 15de dag na de uitspraak van deze beschikking. In geval [verzoekster] haar verzoek niet intrekt zullen de conventionele proceskosten worden gecompenseerd tussen partijen.
4.8
Voor het geval [verzoekster] haar ontbindingsverzoek tijdig intrekt heeft het volgende te gelden. De door het Gerecht vaststelde ontbindingsvergoeding is hoger dan subsidiair door ECO verzocht. ECO zal daarom in de gelegenheid worden gesteld om haar reconventionele ontbindingsverzoek in te trekken zoals eveneens vermeld in het dictum. Intrekking van dat verzoek brengt met zich dat ECO zal worden veroordeeld in de reconventionele proceskosten gevallen aan de zijde van [verzoekster], tot aan deze uitspraak eveneens begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van tarief 5 van het liquidatietarief, ad Afl. 1.250,-- per punt), dit alles te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de 15de dag na de uitspraak van deze beschikking. In geval ECO haar verzoek niet intrekt zullen de reconventionele proceskosten worden gecompenseerd tussen partijen.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
in conventie
-stelt [verzoekster] in de gelegenheid om haar ontbindingsverzoek in te trekken middels een daartoe uiterlijk op
dinsdag 29 maart 2022ter griffie van het Gerecht af te leggen schriftelijke verklaring, met gelijktijdig afschrift daarvan aan ECO;
-veroordeelt [verzoekster] in dat geval in de kosten van deze conventionele procedure gevallen aan de zijde van ECO, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de 15de dag na de uitspraak van deze beschikking;
-verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
INDIEN [VERZOEKSTER] HAAR VERZOEK NIET (TIJDIG) INTREKT
- ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van
donderdag 31 maart 2022;
- bepaalt dat ECO een billijkheidsvergoeding van Afl. 145.000,-- bruto dient te betalen aan [verzoekster], met dien verstande dat een eventueel door ECO aan [verzoekster] uit te keren bedrag aan cessantia in mindering strekt op die vergoeding;
- verklaart dit conventionele deel van deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders door [verzoekster] verzochte;
in reconventie voor het geval [verzoekster] haar ontbindingsverzoek (tijdig) intrekt
- stelt ECO in de gelegenheid haar ontbindingsverzoek in te trekken middels een uiterlijk op
dinsdag 5 april 2022ter griffie van het Gerecht af te leggen schriftelijke verklaring, met gelijktijdig afschrift daarvan aan [verzoekster];
- veroordeelt ECO in dat geval in de kosten van deze reconventionele procedure gevallen aan de zijde van [verzoekster], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de 15de dag na de uitspraak van deze beschikking;
-verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
INDIEN ECO HAAR VERZOEK NIET INTREKT
- ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van
donderdag 7 april 2022;
- bepaalt dat ECO een billijkheidsvergoeding van Afl. 145.000,-- bruto dient te betalen aan [verzoekster], met dien verstande dat een eventueel door ECO aan [verzoekster] uit te keren bedrag aan cessantia in mindering strekt op die vergoeding;
- verklaart dit reconventionele deel van deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders door ECO verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 22 maart 2022.