1.6Ingevolge artikel 5, eerste lid, van het Vergunningsbesluit moet de lokaliteit waarvoor vergunning wordt of is verleend voorts voldoen aan de navolgende eisen:
a. voldoende toetreding van licht en verse lucht moet kunnen plaats vinden; de gezamenlijke openingen daartoe moeten ten minste een tiende van het vloeroppervlak bedragen;
b. de wanden moeten van zodanige constructie zijn gemaakt, dat ze gemakkelijk afwasbaar zijn;
c. de vloer moet betegeld zijn;
d. een plafond moet aanwezig zijn;
e. zowel vloer, wanden als plafond moeten in behoorlijke staat verkeren;
f. de inrichting moet aangesloten zijn op het waterleiding- en electriciteitsnet. Waar aansluiting niet mogelijk is, kan de minister van Publieke Werken en Volksgezondheid toestemming verlenen tot het treffen van een andere deugdelijke voorziening;
g. een toonbank van hard afwasbaar materiaal moet aanwezig zijn.
2. In de inrichting moeten toiletgelegenheden zijn, die voldoen aan de navolgende eisen: a. er moeten volledig van elkander gescheiden toiletgelegenheden voor mannen en voor vrouwen aanwezig zijn, welke niet rechtstreeks met een voor het publiek toegankelijke lokaliteit in verbinding mogen staan, doch van daaruit niettemin op gemakkelijke en eenvoudige wijze te bereiken moeten zijn. De toiletten moeten steeds in zindelijke staat worden gehouden;
b. voor de bezoekers moet bij de toiletgelegenheden een behoorlijke gelegenheid bestaan om de handen te wassen, voorzien van stromend water, zeep en handdoek. Deze gelegenheid moet voorzien zijn van een afvoer met stankbocht naar beerput of riool;
c. in elk toilet moet een raam aanwezig zijn van ten minste 0,25 m2 grootte, dat in onmiddellijke verbinding staat met de buitenlucht;
d. alle toiletten, urinoirs en andere sanitaire inrichtingen moeten, waar mogelijk, aangesloten zijn op de waterleiding van het Wateren Energiebedrijf of op een andere waterleiding, voorzien zijn van afvoer met stankbocht naar beerput of riool en afdoende van de vergunningslokaliteiten afgesloten zijn;
e. de vloeren van alle toiletten, urinoirs en andere sanitaire inrichtingen moeten betegeld zijn, alsook de wanden, tot op een hoogte van ten minste 1,60 meter.
2. Aan de bestreden beschikking heeft verweerder ten grondslag gelegd dat uit een ter plaatse ingesteld onderzoek is gebleken dat de lokaliteit niet de beschikking heeft over de vereiste toiletgelegenheden conform artikel 5 van het Vergunningsbesluit. Voorts dient appellante nog een goedgekeurde bouwtekening in te dienen met de wijziging voor het bouwen van de toiletgelegenheden, aldus verweerder bij de bestreden beschikking.
3. Appellante betoogt dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat zij ten tijde van het geven van de bestreden beschikking niet voldeed aan de vereisten voor toiletgelegenheden. Appellante had de toiletgelegenheden hangende het bezwaar reeds naar de eisen van verweerder aangepast, maar verweerder heeft nooit meer enige inspectie uitgevoerd.