ECLI:NL:OGEAA:2023:12
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening in uitzettingszaak op basis van Colombiaanse identiteit
Op 8 februari 2023 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, een Colombiaanse vrouw, een voorlopige voorziening vroeg tegen haar uitzetting. De verzoekster was in Aruba binnengekomen met een Venezolaans paspoort en had een vergunning tot tijdelijk verblijf gehad, maar haar verblijfsvergunning was inmiddels verlopen. De minister van Justitie en Sociale Zaken had op 24 november 2022 een uitzettingsbevel uitgevaardigd, omdat verzoekster illegaal in Aruba verbleef. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit bevel en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij zij aanvoerde dat zij recht had op verblijf in Aruba op basis van haar Colombiaanse identiteit en haar gezinsleven met een in Aruba geboren Nederlander. Het gerecht oordeelde dat er geen grond was om te veronderstellen dat de minister van Integratie verplicht was om het verzoek om een verblijfsvergunning op basis van de Colombiaanse identiteit in te willigen. Het gerecht concludeerde dat verzoekster zonder geldige verblijfstitel in Aruba verbleef en dat de minister bevoegd was om haar uit te zetten. Het verzoek om schorsing van het uitzettingsbevel en de meldplicht werd afgewezen, omdat verzoekster onvoldoende had aangetoond dat de onmiddellijke uitvoering van deze maatregelen voor haar onevenredig nadeel zou opleveren. De rechter besloot dat er geen grond was voor toewijzing van het verzoek en dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvond.