ECLI:NL:OGEAA:2023:145

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202301443
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hogere dwangsommen wegens het niet voldoen aan eerdere uitspraken in faillissementszaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de curator hogere dwangsommen tegen de erfgenamen van de overleden erflater, [naam erflater]. De erflater overleed op 7 februari 2021 en had zijn twee kinderen, [eiser 1] en [eiser 2], als enige erfgenamen benoemd. De nalatenschap werd in staat van faillissement verklaard, en de curator werd aangesteld om de boedel te beheren. Eerdere vonnissen verplichtten de erfgenamen om bepaalde handelingen te verrichten, waaronder het intrekken van verzoeken tot probate in St. Kitts & Nevis en Panama. De erfgenamen hebben echter niet voldaan aan deze verplichtingen, wat leidde tot de vordering van de curator om hogere dwangsommen op te leggen.

Tijdens de zitting op 2 juni 2023 werd duidelijk dat de erfgenamen niet aan eerdere veroordelingen hadden voldaan, ondanks het verbeuren van dwangsommen. De curator stelde dat de erfgenamen onrechtmatig handelden door de vonnissen niet na te leven, wat de curator belemmerde in zijn taak. Het Gerecht oordeelde dat de curator recht had op hogere dwangsommen, omdat eerdere veroordelingen onvoldoende prikkel tot nakoming hadden geboden. De rechter besloot dat de erfgenamen een dwangsom van Afl. 150.000,- per dag verbeuren voor elke dag dat zij niet voldoen aan de veroordelingen, met een maximum van Afl. 5.000.000,- per veroordeling.

Het vonnis werd uitgesproken op 21 juni 2023 door mr. M.E.B. de Haseth, en de curator werd in het gelijk gesteld. De erfgenamen werden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten, terwijl de vordering tegen [eiseres 3] werd afgewezen. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor erfgenamen om te voldoen aan gerechtelijke uitspraken in faillissementszaken, en de gevolgen van het niet naleven daarvan.

Uitspraak

Vonnis van 21 juni 2023
Behorend bij K.G. nr. AUA202301443
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam curator],handelend in zijn hoedanigheid van:
- curator in het faillissement van de nalatenschap van wijlen [naam erflater],
- vereffenaar van [naam VBA I] en [naam VBA II];
- curator van [x] Ventures Inc.;
domicilie kiezende te Aruba,
eiser,
hierna te noemen: de curator,
gemachtigde: de advocaat mr. W.J. Noordhuizen,
tegen:

1.[naam eiser 1],

2. [naam eiser 2],

3. [naam eiseres 3],
allen wonend te Aruba,
gedaagden,
hierna te noemen: [eiser 1], [eiser 2] en [eiseres 3],
gemachtigde: de advocaat mr. J.F.M. Zara.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties van 25 april 2023;
- een schriftelijke reactie van de zijde van [eiseres 3], met producties, ingediend op 1 juni 2023;
- de producties van de curator van 1 juni 2023;
- de pleitnota’s van partijen;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van vrijdag 2 juni 2023, waarbij zijn verschenen de curator, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, en [gemachtigde], en [eiser 1] en [eiser 2], vertegenwoordigd door hun gemachtigde, en [eiseres 3], in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde.
1.2
Vervolgens is de datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2.DE FEITEN

2.1
Op 7 februari 2021 is overleden [naam erflater] (hierna: de erflater). De erflater heeft zijn twee kinderen, [eiser 1] en [eiser 2], tot zijn enig erfgenaam benoemd.
2.2
De erflater was onder meer eigenaar van de aandelen in [naam VBA], welke vennootschap de aandelen houdt in onder meer [naam VBA I] en [naam VBA II], eigenaar van de aandelen in [LHSA] (een vennootschap naar het recht van Bahamas), van de aandelen in [SVI] (een vennootschap naar het recht van Nevis), de aandelen in [naam vereniging] (opgericht naar het recht van Panama en aldaar ingeschreven), en direct of indirect (enig) eigenaar van de aandelen in [FI].
2.3
Bij beslissing van dit Gerecht van 24 mei 2021, in zaak nr. E.J. AUA202101215, is de nalatenschap van de erflater in staat van faillissement verklaard en is de curator tot curator benoemd.
2.4
Bij vonnis in kort geding van dit Gerecht van 6 april 2022, ECLI:NL:OGEAA:2022:121, heeft het Gerecht op vordering van de curator de stichting administratiekantoor aandelen [x] bevolen om een akte tot decertificering van de aandelen te ondertekenen, bij gebreke waarvan het vonnis in de plaats zou treden van de akte. Bij vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van 28 maart 2023, ECLI:NL:OGHACMB:2023:45, heeft het Hof het vonnis van het Gerecht bevestigd.
2.5
Het bestuur van de [x], bestaande uit onder meer [eiser 1] en [eiseres 3], heeft geen gevolg gegeven aan voormeld vonnis, zodat de decertificering is geschied uit kracht van het vonnis.
2.6
Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in kort geding van dit Gerecht van 25 mei 2022, ECLI:NL:OGEAA:2022:169, zijn [eiser 1] en [eiser 2] in hun hoedanigheid van erfgenamen van de erflater op verzoek van de curator veroordeeld om ten overstaan van de notaris een tweetal verklaringen, inhoudende
renunciation of probate,te ondertekenen, bij gebreke waarvan de in het vonnis genoemde onzijdige persoon wordt aangewezen om als vertegenwoordiger van [eiser 1] en [eiser 2] de betreffende verklaringen te ondertekenen en af te geven aan de curator.
Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld.
2.7 [
eiser 1] en [eiser 2] hebben niet aan voormeld vonnis voldaan. Op 30 augustus 2022 heeft de in het vonnis aangewezen vertegenwoordiger de verklaringen inhoudende
renunciation of probateondertekend.
2.8 [
eiser 1] en [eiser 2] hebben eind september 2022 in St. Kitts & Nevis een
probateprocedure aanhangig gemaakt die ertoe strekt dat zij in Nevis als erfgenamen van de erflater worden erkend. Nadien hebben zij een dergelijke procedure in Panama aanhangig gemaakt.
2.9
Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in kort geding van dit Gerecht van 26 januari 2023, ECLI:NL:OGEAA:2023:22, heeft het Gerecht op vordering van de curator onder meer het volgende beslist:
“5.1 beveelt [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich het in St. Kitts & Nevis ingediende verzoek tot Probate onvoorwaardelijk in te trekken en daarvan aan de curator schriftelijk bewijs, afgegeven door de desbetreffende rechterlijke instantie (probate court/judge) te doen toekomen;
5.2
verbiedt [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, om in St. Kitts & Nevis en Panama een (nieuw) verzoek tot Probate te doen;
5.3
gelast [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, zich te onthouden door middel van het verzoeken van Probate in St. Kitts & Nevis en in Panama te worden aangemerkt als vertegenwoordiger en/of beschikkingsbevoegd gerechtigde tot de nalatenschap, althans vermogensbestanddelen van de nalatenschap, althans eigenaar, althans [UBO] (feitelijk uiteindelijk gerechtigde) van:
[SVI]
[FI]
[ZVL]
[ZC]
[TL]
[GI]
[FSA]
[RC]
[NL]
[LHSA]
[EGI]
[EMCL]
[CIHI]
[WICI]
[ISA]
5.4
veroordeelt [gedaagden] c.s. tot betaling van een dwangsom van Afl. 10.000,- per keer dat [eiser 1] en/of [eiser 2], ieder voor zich, niet aan één van de veroordelingen onder de nummers 5.1, 5.2 of 5.3 voldoen/voldoet, te vermeerderen met Afl. 1.000,- voor ieder uur dat [eiser 1] en/of [eiser 2], ieder voor zich, na ontvangst van het schriftelijk verzoek daartoe van de curator het niet nakomen van (één van) de veroordelingen niet redresseren/redresseert, een en ander tot een maximum van Afl. 100.000,- per veroordeling.”
Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld.
2.1
Het vonnis van het Gerecht van 26 januari 2023 is op 28 januari 2023 aan [eiser 1] en [eiser 2] betekend.
2.11
Bij e-mailbericht onderscheidenlijk brief van 7 februari 2023 heeft [eiser 1] de curator bericht dat [eiser 1] en [eiser 2] niet aan het vonnis van het Gerecht zullen voldoen.
2.12
Op 27 februari 2023 heeft de curator executoriaal beslag doen leggen op aan [eiser 1] en [eiser 2] in eigendom toebehorende onroerende zaken in Aruba.

3.HET GESCHIL

3.1
De curator vordert het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I a. [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, te bevelen om het in St. Kitts en Nevis ingediende verzoek tot probate onvoorwaardelijk in te trekken en daarvan aan de Curator schriftelijk bewijs, afgegeven door de desbetreffende rechterlijke instantie te doen toekomen;
b. een en andere op straffe van een na betekening van dit vonnis onmiddellijk opeisbare dwangsom van Afl. 100.000,- voor ieder uur dat respectievelijk [eiser 1] of [eiser 2] aan het gebod niet voldoet, met een maximum van Afl. 10.000.000,-;
c. en met bepaling dat, zodra het maximum van de dwangsommen is bereikt, de desbetreffende gedaagde die nog niet aan het gebod heeft voldaan, derhalve [eiser 1] of [eiser 2], in gijzeling wordt gesteld door insluiting in het huis van bewaring voor de duur van een jaar of zoveel eerder als de desbetreffende gedaagde aan het gebod zal voldoen;
II a. [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, te bevelen om het in Panama ingediende verzoek tot probate onvoorwaardelijk in te trekken en daarvan aan de Curator schriftelijk bewijs, afgegeven door de desbetreffende rechterlijke instantie te doen toekomen;
b. een en andere op straffe van een na betekening van dit vonnis onmiddellijk opeisbare dwangsom van Afl. 100.000,- voor ieder uur dat respectievelijk [eiser 1] of [eiser 2] aan het gebod niet voldoet, met een maximum van Afl. 10.000.000,-;
c. en met bepaling dat, zodra het maximum van de dwangsommen is bereikt, de desbetreffende gedaagde die nog niet aan het gebod heeft voldaan, derhalve [eiser 1] of [eiser 2], in gijzeling wordt gesteld door insluiting in het huis van bewaring voor de duur van een jaar of zoveel eerder als de desbetreffende gedaagde aan het gebod zal voldoen;
III a. [eiser 1], [eiser 2] en [eiseres 3], ieder voor zich, te gelasten zich te onthouden van elk handelen en/of nalaten, direct of indirect, dat ertoe strekt of redelijkerwijs tot gevolg kan hebben, dat de Curator wordt gehinderd in het doen aanstellen van de Curator als vertegenwoordiger van de boedel van [erflater] en/of het door de Curator uitoefenen van zijn taak als Curator, zowel in het Koninkrijk der Nederlanden als daarbuiten, meer in het bijzonder in alle landen waarin zich vermogen bevindt dat direct of indirect tot de failliete boedel behoort zoals Panama, Bahamas, Belize, St. Kitts & Nevis en Zwitserland;
b. een en ander op straffe van een na betekening van dit vonnis onmiddellijk opeisbare dwangsom van Afl. 1.000.000,- voor iedere keer dat [eiser 1], [eiser 2] en [eiseres 3], ieder voor zich, niet aan dit gebod voldoet met, ieder voor zich, een maximum van Afl. 10.000.000,-;
IV. en meer in het bijzonder [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, te gelasten zich te onthouden door middel van het verzoeken van Probate althans een soortelijke procedure of (gerechtelijk of buitengerechtelijk) proces te worden aangemerkt als vertegenwoordiger en/of beschikkingsbevoegd gerechtigde tot de nalatenschap, althans vermogensbestanddelen van de nalatenschap, althans eigenaar, althans UBO (feitelijk uiteindelijk gerechtigde) van:
[LHSA]
[SVI]
[ZVL]
[ZC]
[TL]
[GI]
[FSA]
[RC]
[NL]
[FI]
[ISA]
[WIICI]
[EGI]
[EMCL]
[CIHI]
[JHL]
[UCEMSA]
[MII]
[BEI]
[ASA]
V a. en meer in het bijzonder [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, te verbieden om in Panama, Bahamas, St Kitts & Nevis en/of andere (‘Common Law’) Land(en) een verzoek tot Probate te doen;
b. een en ander op straffe van een na betekening van dit vonnis onmiddellijk opeisbare dwangsom van Afl. 1.000.000,- voor iedere keer dat [eiser 1], [eiser 2], ieder voor zich, niet aan dit gebod voldoet met, ieder voor zich, een maximum van Afl. 10.000.000,-;
VI. Met hoofdelijke veroordeling van [eiser 1], [eiser 2] en [eiseres 3] tot vergoeding van de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de dag waarop het vonnis wordt gewezen.
3.2
De curator legt aan zijn vordering ten grondslag dat [eiser 1], [eiser 2] en [eiseres 3] jegens de curator, de boedel en de gezamenlijke schuldeisers onrechtmatig handelen, door de vonnissen van 6 april 2022, 25 mei 2022 en 26 januari 2023, die zijn bedoeld om de curator in staat te stellen om de tot de nalatenschap behorende vermogensbestanddelen in bezit te nemen en te liquideren, niet na te leven ([eiser 1] en in veel mindere mate [eiser 2]), en door zich actief in te zetten om het ordentelijk verloop van het faillissement te frustreren ([eiser 1], [eiseres 3] en in veel mindere mate [eiser 2]).
3.3 [
eiser 1], [eiser 2] en [eiseres 3] voeren verweer en concluderen tot afwijzing van het door de curator gevorderde. Ter zitting is desgevraagd door mr. Zara bevestigd dat met de ingenomen stellingen niet is beoogd vorderingen in reconventie in te dienen.
3.4
Op de stellingen en weren van partijen wordt hierna, voor zover voor de beslissing van belang, nader ingegaan.

4.DE BEOORDELING

Vorderingen onder I, II, IV en V
4.1
Deze zaak draait in het bijzonder om de vraag of aan veroordelingen van [eiser 1] en [eiser 2] die er – kort gezegd – toe strekken de curator in staat te stellen om de tot de nalatenschap behorende vermogensbestanddelen onder de jurisdicties van St. Kitts en Nevis en Panama in bezit te nemen en te liquideren, hogere dwangsommen en een lijfsdwangveroordeling moeten worden verbonden. De curator heeft aan het verzoek om hogere dwangsommen en lijfsdwang toe te staan ten grondslag gelegd dat [eiser 1] en [eiser 2] niet hebben voldaan aan eerdere veroordelingen, ook niet nadat de eerder opgelegde dwangsommen zijn verbeurd, en er blijk van hebben gegeven ook in de toekomst niet aan deze veroordelingen te zullen voldoen.
Voldaan aan veroordelingen?
Probate in St. Kitts en Nevis
4.2
In het vonnis van het Gerecht van 26 januari 2023 zijn [eiser 1] en [eiser 2] veroordeeld om het in St. Kitts en Nevis ingediende verzoek tot
probateonvoorwaardelijk in te trekken. Niet in geschil is dat [eiser 1] en [eiser 2] niet aan die veroordeling hebben voldaan. Dat brengt met zich dat het maximumbedrag van Afl. 100.000,- aan dwangsommen is verbeurd, zonder dat daarmee de naleving van dat vonnis in zoverre is bewerkstelligd. In deze procedure vordert de curator opnieuw (onder I a.) om [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, te bevelen om het in St. Kitts en Nevis ingediende verzoek tot
probateonvoorwaardelijk in te trekken en daarvan aan de curator schriftelijk bewijs, afgegeven door de desbetreffende rechterlijke instantie te doen toekomen.
Probate in Panama
4.3.1
In het vonnis van het Gerecht van 26 januari 2023 heeft het Gerecht [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, verboden om in onder meer Panama een (nieuw) verzoek tot
probatete doen. Tevens heeft het Gerecht daarbij [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, gelast zich te onthouden door middel van het verzoeken van
probatein onder meer Panama te worden aangemerkt als vertegenwoordiger en/of beschikkingsbevoegd gerechtigde tot de nalatenschap, althans vermogensbestanddelen van de nalatenschap, althans eigenaar, althans [UBO] (feitelijk uiteindelijk gerechtigde) van een aantal genoemde vennootschappen in die jurisdictie.
4.3.2
In deze procedure vordert de curator (onder II a.) om [eiser 1] en [eiser 2], ieder voor zich, te bevelen om het in Panama ingediende verzoek tot
probateonvoorwaardelijk in te trekken en daarvan aan de curator schriftelijk bewijs, afgegeven door de desbetreffende rechterlijke instantie, te doen toekomen, en, opnieuw (onder IV.) [eiser 1] en [eiser 2] ieder voor zich, te gelasten zich te onthouden door middel van het verzoeken van
probatealthans een soortelijke procedure of (gerechtelijk of buitengerechtelijk) proces te worden aangemerkt als vertegenwoordiger en/of beschikkingsbevoegd gerechtigde tot de nalatenschap, althans vermogensbestanddelen van de nalatenschap, althans eigenaar, althans [UBO] (feitelijk uiteindelijk gerechtigde) van een aantal genoemde vennootschappen.
4.3.3
Het Gerecht overweegt als volgt. Op enig moment hebben [eiser 1] en [eiser 2] een verzoek tot
probateingediend in Panama. Ten tijde van het vonnis van het Gerecht van 26 januari 2023 was dat verzoek kennelijk nog niet ingediend, dan wel maakte intrekking van dit verzoek om andere reden geen deel uit van de vorderingen van de curator in die procedure. Strikt genomen kan wellicht niet worden vastgesteld dat [eiser 1] en [eiser 2] niet aan de veroordeling uit het vonnis van 26 januari 2023 hebben voldaan, waarbij het hun is verboden om in Panama een dergelijk verzoek in te dienen. Wel kan in elk geval, gelet op de veroordeling zich te onthouden om door middel van het verzoeken van
probatein onder meer Panama te worden aangemerkt als vertegenwoordiger en/of beschikkingsbevoegd gerechtigde tot de nalatenschap, althans vermogensbestanddelen van de nalatenschap, althans eigenaar, althans [UBO] (feitelijk uiteindelijk gerechtigde) van een aantal genoemde vennootschappen in die jurisdictie, worden vastgesteld dat [eiser 1] en [eiser 2] niet aan die veroordeling hebben voldaan, dan wel hebben gehandeld in strijd met de strekking en het doel van de veroordelingen uit het vonnis van 26 januari 2023 door het indienen dan wel handhaven van het verzoek tot
probatein Panama.
Slotsom: voldaan aan veroordelingen en consequenties?
4.4
Aldus staat vast dat [eiser 1] en [eiser 2] niet aan een eerdere veroordeling hebben voldaan, ondanks het verbeuren van een dwangsom van Afl. 100.000,-. Ook staat vast dat zij (minst genomen) niet aan de strekking van een eerdere veroordeling hebben voldaan dan wel hebben gehandeld in strijd met de strekking en het doel van eerdere veroordelingen in een onherroepelijk vonnis van het Gerecht, ondanks de daaraan verbonden dwangsommen. Dit acht het Gerecht onrechtmatig. Omdat de bij het vonnis van het Gerecht van 26 januari 2023 opgelegde dwangsom onvoldoende prikkel tot nakoming is gebleken, zal het Gerecht aan de veroordelingen in dat vonnis een substantieel hogere dwangsom verbinden, zoals in de beslissing tot uitdrukking komt. Lijfsdwang acht het Gerecht, althans vooralsnog, een te ingrijpend dwangmiddel. Daarbij neemt het Gerecht mede in aanmerking dat de curator niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen andere middelen kan benutten om in St. Kitts en Nevis en Panama als vertegenwoordiger van de nalatenschap van de erflater te worden aangesteld, hetgeen hij met de veroordelingen beoogt te bereiken. Desgevraagd is namens de curator ter zitting verklaard dat de curator kan interveniëren in de aanhangige
probateprocedure, hetgeen hij ook heeft gedaan, dan wel een eigen verzoek om
probatekan indienen, of een procedure aanhangig kan maken, strekkende tot erkenning van de uit kracht van het vonnis van het Gerecht van 25 mei 2022 door de aangewezen vertegenwoordiger ondertekende verklaringen inhoudende
renunciation of probate.
4.5
Bij een herhaling van de veroordelingen uit het vonnis van het Gerecht van 26 januari 2023 heeft de curator geen belang. Datzelfde geldt voor de vordering onder II a., gelet op de veroordeling in dat vonnis zich te onthouden om door middel van het verzoeken van
probatein Panama te worden aangemerkt als vertegenwoordiger en/of beschikkingsbevoegd gerechtigde tot de nalatenschap, althans vermogensbestanddelen van de nalatenschap, althans eigenaar, althans [UBO] (feitelijk uiteindelijk gerechtigde) van een aantal genoemde vennootschappen in die jurisdictie.
Hetgeen daarbij overigens of anders is gevorderd, zal eveneens worden afgewezen, nu geen concrete feiten of omstandigheden zijn gesteld of gebleken die tot het oordeel leiden dat aannemelijk is dat [eiser 1] en [eiser 2] een dergelijk verzoek hebben gedaan en/of doende of voornemens zijn een dergelijk verzoek te doen.
Vorderingen onder III
4.6
De vordering onder III a. wordt afgewezen, aangezien deze vordering te algemeen is geformuleerd en daarmee onvoldoende is bepaald.
Proceskosten
4.7 [
eiser 1] en [eiser 2] zullen als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij, zoals gevorderd: hoofdelijk, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van de curator gevallen. Deze kosten worden tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,- aan gemachtigdensalaris, Afl. 495,- aan explootkosten en Afl. 450,- aan griffierecht, vermeerderd met Afl. 250,-, verhoogd met Afl. 150,- in geval van betekening, aan nakosten en vermeerderd met de wettelijke rente als hierna te vermelden.
Ten aanzien van [eiseres 3] zal de curator als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [eiseres 3] gevallen. Deze kosten worden tot aan deze uitspraak begroot op nihil, nu de gemachtigde namens de drie gedaagden heeft opgetreden.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
Ten aanzien van [eiser 1] en [eiser 2]
5.1
bepaalt dat [eiser 1] en [eiser 2] ieder voor zich, een dwangsom verbeuren van Afl. 150.000,- per dag of gedeelte van een dag, vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis, waarin zij niet aan een van de veroordelingen onder 5.1, 5.2 of 5.3 van het vonnis van het Gerecht van 26 januari 2023 voldoen, met een maximum van Afl. 5.000.000,- voor ieder per veroordeling;
5.2
veroordeelt [eiser 1] en [eiser 2] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van de curator, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,- aan gemachtigdensalaris, Afl. 495,-aan explootkosten en Afl. 450,- aan griffierecht, vermeerderd met Afl. 250,-, verhoogd met Afl. 150,- in geval van betekening, aan nakosten en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de algehele voldoening;
5.3
verklaart deze beslissingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst af het meer of anders gevorderde;
Ten aanzien van [eiseres 3]
5.5
wijst het gevorderde af;
5.6
veroordeelt de curator in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres 3], tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 juni 2023 in aanwezigheid van de griffier.