ECLI:NL:OGEAA:2023:169

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 juni 2023
Publicatiedatum
21 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202202970
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen overplaatsing van ambtenaar van Bureau Multidisciplinair Centrum naar Dienst Publieke Scholen

In deze zaak heeft klaagster, de Gouverneur van Aruba, bezwaar gemaakt tegen een landsbesluit van 15 maart 2022, waarbij zij met ingang van 1 november 2019 werd overgeplaatst van het Bureau Multidisciplinair Centrum (MDC) naar de Dienst Publieke Scholen (DPS). Klaagster, die in vaste dienst is als ambtenaar, heeft op 30 augustus 2022 bezwaar ingediend, nadat zij het bestreden landsbesluit op 17 augustus 2022 had ontvangen. Het gerecht heeft de zaak behandeld op 8 mei 2023, waarbij klaagster in persoon verscheen en verweerder werd vertegenwoordigd door mr. V.M. Emerencia.

Het gerecht heeft vastgesteld dat klaagster ontvankelijk is in haar bezwaar, ondanks dat het bezwaarschrift na de termijn van dertig dagen was ingediend. Dit is mogelijk omdat klaagster aannemelijk heeft gemaakt dat zij het besluit pas op 17 augustus 2022 heeft ontvangen. Klaagster heeft zich verzet tegen de overplaatsing, omdat zij vindt dat deze haar carrière ernstig benadeelt. Voorheen bekleedde zij de functie van unitmanager op het MDC, gewaardeerd op schaal 13, maar werd nu geplaatst als assistent medewerker administratie, wat zij als een functie beneden haar niveau beschouwt.

Het gerecht heeft geoordeeld dat het bestreden landsbesluit niet correct is, aangezien klaagster niet vanuit haar functie als unitmanager naar de functie van assistent medewerker administratie kan worden overgeplaatst. Verweerder heeft erkend dat het besluit gecorrigeerd moet worden, maar kon niet aangeven wanneer dit zou gebeuren. Het gerecht heeft het bezwaar gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen op het verzoek van klaagster van 12 mei 2021. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is openbaar uitgesproken op 19 juni 2023.

Uitspraak

Uitspraak van 19 juni 2023
Gaza nr. AUA202202970

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klaagster],

wonend in Aruba,
KLAAGSTER,
procederend in persoon,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij landsbesluit van 15 maart 2022 no. [nummer] (het bestreden landsbesluit) heeft verweerder besloten om klaagster met ingang van 1 november 2019 over te plaatsen van het Bureau Multidisciplinair Centrum (MDC) naar de Dienst Publieke Scholen (DPS).
Hiertegen heeft klaagster op 30 augustus 2022 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 8 mei 2023. Klaagster is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De ontvankelijkheid

1.1
Ingevolge artikel 41, eerste lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: La), dient het bezwaarschrift te worden ingediend binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de aangevallen beschikking is uitgesproken.
Het derde lid van dit artikel bepaalt dat, indien het bezwaar na de daarvoor bepaalde termijn is ingediend, de indiener niet op grond daarvan niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien hij ten genoegen van de rechter aantoont het bezwaar te hebben ingebracht binnen dertig dagen na de dag waarop hij van de aangevallen beschikking kennis heeft kunnen dragen.
1.2
Klaagster heeft haar bezwaarschrift na het verstrijken van de in artikel 41, eerste lid, van de La gestelde termijn ingediend. Zij heeft echter aangevoerd het bestreden landsbesluit pas op 17 augustus 2022 te hebben ontvangen, hetgeen door verweerder niet is betwist. Het tegendeel blijkt ook niet uit de gedingstukken. Dit betekent dat moet worden aangenomen dat het bezwaar is ingediend binnen de in artikel 41, derde lid, van de La gestelde termijn. Klaagster is ontvankelijk in haar bezwaar.
De feiten
2.1
Klaagster is ambtenaar in vaste dienst van het Land.
2.2
Bij landsbesluit van 29 april 2021 is klaagster met ingang van 1 juli 2016 overgeplaatst van de Directie Onderwijs naar het MDC in de functie van unitmanager op de afdeling Observatiecentrum.
2.3
Bij brief van 12 mei 2021 heeft klaagster verzocht om haar (officieel) over te plaatsen naar de DPS dan wel haar in een passende functie bij de DPS te plaatsen.
2.4
Bij het bestreden landsbesluit is klaagster overgeplaatst van het MDC naar de DPS in de functie van assistent medewerker administratie.
Het bezwaar
3. Klaagster kan zich niet verenigen met de in het bestreden landsbesluit genomen beslissing, en heeft zich daarbij – zo begrijpt het gerecht – op het standpunt gesteld dat zij door de gegeven overplaatsing, ernstig in haar carrière wordt benadeeld, omdat zij thans in de functie van assistent medewerker administratie wordt geplaatst, terwijl zij bij het MDC de functie van unitmanager Observatie bekleedde die op het niveau van schaal 13 is gewaardeerd. Klaagster voert verder aan dat zij als orthopedagoog en gezondheidszorgpsycholoog nu in een functie wordt geplaatst die – kort gezegd – beneden haar niveau is. Verweerder handelt, gezien het vorenstaande, dan ook in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, aldus klaagster.
De beoordeling
4. Bij het bestreden landsbesluit is klaagster met ingang van 1 november 2019 overgeplaatst van het MDC naar de DPS en geplaatst in de functie van assistent medewerker administratie. Verweerder heeft ter zitting erkend dat het bestreden landsbesluit niet correct is, in die zin dat klaagster niet vanuit de functie van unitmanager (schaal 13) in de functie van assistent medewerker administratie bij de DPS kan worden overgeplaatst. Het bestreden landsbesluit zal moeten worden gecorrigeerd. Verweerder heeft ter zitting evenwel niet kunnen verklaren wanneer dat zal gebeuren.
5. Gelet op het vorenstaande, en nu verweerder tot heden het bestreden landsbesluit niet heeft ingetrokken dan wel gewijzigd, ziet het gerecht aanleiding het bezwaar gegrond te verklaren en verweerder op te dragen binnen een hierna te melden termijn, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen, een nieuwe beslissing op het verzoek van klaagster van 12 mei 2021 te nemen.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
  • verklaart het bezwaar gegrond;
  • vernietigt het bestreden landsbesluit van 15 maart 2022;
  • bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen hierin is overwogen, een nieuwe beslissing dient te nemen op het verzoek van klaagster van 12 mei 2021.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in ambtenarenzaken te Aruba, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).