ECLI:NL:OGEAA:2023:195
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure inzake geldvordering door Island Finance Aruba N.V. tegen gedaagden
In deze civiele procedure heeft de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) een geldvordering ingesteld tegen twee gedaagden, die beiden te Aruba zijn gevestigd. De procedure is gestart met een inleidend verzoekschrift, waarbij IFA vorderde dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de gedaagden zou veroordelen tot betaling van een bedrag van Afl. 8.512,70, vermeerderd met rente en kosten. Gedaagde 1 heeft zich in persoon verdedigd, terwijl gedaagde 2 niet is verschenen, waardoor verstek is verleend.
De vordering van IFA is gebaseerd op een overeenkomst waarbij een rente van 27% per jaar is overeengekomen, die door het Hof als het maximale percentage aan APR is vastgesteld. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagden geen verweer hebben gevoerd tegen de vordering van IFA, waardoor deze als niet bestreden wordt beschouwd. Het Gerecht heeft de vordering van IFA in hoofdsom toegewezen, maar heeft de nevenvorderingen, zoals de boeterente en de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, afgewezen. Dit omdat de boeterente het maximum van 27% aan APR overschreed en de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten niet voldoende was onderbouwd.
In de uitspraak heeft het Gerecht de gedaagden veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de overeengekomen rente en de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 2.949,75. Het vonnis is uitgesproken op 15 februari 2023 door mr. A.H.M. van de Leur in aanwezigheid van de griffier.