ECLI:NL:OGEAA:2023:212

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
AUA202202025
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitenrechtelijke ontbinding van een koopovereenkomst en veroordeling tot betaling van een boete

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 20 september 2023 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen [eiseres] en [gedaagde]. De procedure betreft de buitengerechtelijke ontbinding van een koopovereenkomst. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.M.E. Mohamed, heeft gesteld dat de gedaagde in verzuim is geraakt door in januari 2022 te verklaren de overeenkomst niet na te komen. De gedaagde heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bewijs te leveren ter ondersteuning van haar verweer, waardoor het Gerecht niet kon vaststellen dat de eiseres toestemming had gegeven voor de verkoop van de woning aan een derde partij.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat de eiseres de koopovereenkomst op goede grond buitengerechtelijk heeft ontbonden op 24 februari 2022. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een boete van Afl. 14.000,--, zijnde 10% van de koopsom, en de wettelijke rente vanaf 23 maart 2022. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 2.867,--. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders door de eiseres verzochte is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 20 september 2023
Behorend bij A.R. nr. AUA202202025
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Naam eiseres],
te Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres]
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
[Naam gedaagde],
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.
1.
DE PROCEDURE
1.1 Het verloop van de procedure tot 3 mei 2023 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Krachtens dat vonnis is de zaak verwezen naar de rol van 31 mei 2023 voor het door [gedaagde] bij akte in het geding brengen van een nieuwe foto waarop de volledige tekst kan worden afgelezen van het eerder bij haar verweer gevoegde Messenger bericht. [gedaagde] heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt; tegen [gedaagde] is op 28 juni 2023 akte van niet dienen van bedoelde akte verleend.
1.2 Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Nu [gedaagde] geen gebruik heeft gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij akte een nieuwe foto in het geding te brengen waarop de volledige tekst kan worden afgelezen van het eerder bij haar verweer gevoegde Messenger bericht, kan niet worden vastgesteld dat [eiseres] met dat bericht toestemming heeft gegeven aan [gedaagde] om de woning aan een derde te verkopen. Het Gerecht gaat daarom voorbij aan die niet onderbouwde stelling van [gedaagde] (waarvan overigens geen bewijslevering is aangeboden door [gedaagde]), terwijl is gesteld noch gebleken dat [eiseres] op andere wijze bedoelde toestemming heeft gegeven aan [gedaagde].
3.3
Vorenstaande brengt met zich dat vast komt te staan dat [gedaagde] ter zake van haar uit de koopovereenkomst voortvloeiende verplichtingen in verzuim is geraakt toen zij in januari 2022 aan [eiseres] liet weten dat zij die overeenkomst niet zou nakomen. Dat betekent dat [eiseres] de tussen partijen gesloten koopovereenkomst op goede grond buitengerechtelijk heeft ontbonden op 24 februari 2022. Nu het verzuim aan de zijde van [gedaagde] de oorzaak is van die ontbinding, is [gedaagde] op grond van artikel 4.2 van de koopovereenkomst Afl. 14.000,-- opeisbaar verschuldigd aan [eiseres], zijnde een boete van 10% van de tussen partijen overeengekomen koopsom voor de woning. [gedaagde] zal worden veroordeeld om ook dat bedrag te betalen aan [eiseres], te vermeerderen met wettelijke rente zoals onbestreden gevorderd door [eiseres].
3.4 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 207,-- + 210,-- =) Afl. 867,-- aan verschotten (griffiegeld en explootkosten) en Afl. 2.000,-- aan gemachtigdensalaris (2 punten, tarief 4 ad Afl. 1.000,-- per punt).

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen Afl. 24.000,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 23 maart 2022 tot de dag der algehele voldoening;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.867,--;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door [eiseres] verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 september 2023 in aanwezigheid van de griffier.