ECLI:NL:OGEAA:2023:223

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
11 oktober 2023
Zaaknummer
AUA202002840
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schade aan auto tijdens reparatie en bewijsvoering door getuigen

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de vraag centraal of de geopposeerde partij had bewezen dat de auto, die voor reparatie van hagelschade bij de garage van de opposant was, schade had opgelopen aan de voorzijde gedurende de zes weken dat deze in de garage verbleef. De opposant, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.M.E. Mohamed, betwistte deze claim, terwijl de geopposeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, de schade claimde.

De procedure begon met een tussenvonnis op 2 februari 2022, gevolgd door meerdere proces-verbalen van bewijslevering. Tijdens de zittingen werden getuigen gehoord, maar geen van hen kon bevestigen dat de opposant had erkend dat er schade aan de auto was ontstaan tijdens de reparatie. Een getuige verklaarde dat er chroomschade aan de voorkant van de auto was, maar kon niet bevestigen of deze schade tijdens de reparatie was ontstaan.

De rechter concludeerde dat de geopposeerde niet voldoende bewijs had geleverd om zijn claims te onderbouwen. De getuigenverklaringen waren niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat de schade aan de auto tijdens de reparatie was ontstaan. Het Gerecht besloot daarom de oorspronkelijke vorderingen van de geopposeerde af te wijzen en verklaarde de opposant goed opposant. Tevens werd de geopposeerde veroordeeld in de proceskosten, die tot aan de uitspraak waren begroot op Afl. 3.500,--.

Uitspraak

Vonnis van 22 maart 2023
Behorend bij A.R. nr. AUA202002840
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS op het verzet van:
[naam opposant],
h.o.d.n.
[naam garage],
te Aruba,
opposant,
hierna ook te noemen: [opposant],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
[naam geopposeerde],
te Aruba,
geopposeerde,
hierna ook te noemen: [geopposeerde],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 2 februari 2022 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-het proces-verbaal van bewijslevering van 28 april 2022;
-het proces-verbaal van bewijslevering van 23 mei 2022;
-het proces-verbaal van bewijslevering van 7 juni 2022;
-de conclusie na bewijslevering van [geopposeerde];
-de op 8 februari 2023 door [opposant] genomen antwoordconclusie na bewijslevering.
1.2
Vonnis is vervolgens bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING IN OPPOSITIE

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
2.2
De thans te beantwoorden vraag is of [geopposeerde] al dan niet heeft bewezen dat (1) de auto gedurende de zes weken durende periode dat die voor reparatie van hagelschade bij de garage van [opposant] was schade heeft opgelopen aan de voorzijde daarvan en/of (2) dat [opposant] heeft erkend dat dit het geval was. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
2.3.1
Geen van de gehoorde getuigen heeft verklaard dat [opposant] heeft erkend dat de auto gedurende de zes weken durende periode dat die voor reparatie van hagelschade bij de garage van [opposant] was schade heeft opgelopen aan de voorzijde daarvan. Aldus komt die stelling van [geopposeerde] niet vast te staan.
2.3.2
Getuige [naam getuige 1] verklaart dat sprake was van chroomschade aan de voorkant van de auto. Meer in het bijzonder verklaart deze getuige dat de grill van de auto in een hoek was gerepareerd en is overgeverfd met zilverkleur, maar dat hij niet weet of dat heeft plaatsgevonden in Aruba of in de USA. Aldus volgt het door [geopposeerde] te leven bewijs van zijn hiervoor onder (1) omschreven stelling niet uit de verklaring van getuige [getuige 1]. Hetzelfde geldt ter zake van de door getuige [naam getuige 2] afgelegde verklaring.
2.3.3
Ter zake van de verklaring van getuige [naam getuige 3] (hierna: [getuige 3]) wordt vooropgesteld dat die verklaring met de nodige terughoudendheid moet worden beoordeeld, nu deze getuige de echtgenote is van [geopposeerde] en daarom belang heeft bij de uitkomst van deze procedure. Getuige [getuige 3] verklaart dat de auto met hagelschade uit de USA was gekomen, en dat je niet in een keer kon zien dat die meer dan alleen hagelschade had. Van de door [geopposeerde] aan getuige [getuige 1] voorgehouden in de USA gemaakte foto’s (productie 3 bij de conclusie na enquête van [geopposeerde]) kan niet worden vastgesteld wanneer die precies zijn gemaakt. Dit temeer omdat op die foto’s geen hagelschade zichtbaar is, terwijl die schade wel zichtbaar is op de van de auto genomen foto’s na aankomst daarvan in Aruba (overgelegd als productie 1 bij de conclusie na enquête van [geopposeerde]). Weliswaar is op die foto’s (niet zijnde close-ups) geen schade aan de grill van de auto zichtbaar en evenmin een andere grillkleur, maar te gelden heeft naar zeggen van [getuige 3] dat je niet in een keer kon zien dat de auto, nadat die was aangekomen in Aruba, meer dan alleen hagelschade had. Met andere woorden, de schade aan de grill en de andere zilverkleur zoals te zien op de eerste foto van de als productie 1 bij de conclusie na enquête van [geopposeerde] overgelegde foto’s (zijnde een close up, hierna de close-up foto) is eerst zichtbaar in geval van meer dan oppervlakkige waarneming. Gesteld noch is gebleken dat zo’n meer dan oppervlakkige waarneming of inspectie van de auto heeft plaatsgevonden nog voordat die voor reparatie van hagelschade naar [opposant] werd gebracht, waardoor niet valt uit te sluiten dat als toen een foto van de grill was gemaakt overeenkomstig de close-up foto precies hetzelfde als op die foto te zien zou zijn. Bovendien valt niet vast te stellen dat de close-up foto is gemaakt nadat de auto bij [opposant] was geweest. Dit alles klemt temeer omdat uit het door [opposant] met betrekking tot de auto overlegde zogeheten “
Vehicle History Report”, waarvan [geopposeerde] de betrouwbaarheid niet of onvoldoende heeft bestreden, blijkt dat de auto in de USA dusdanige schade heeft bekomen dat verzekeringstechnisch sprake was van total loss en de auto werd bestempeld als “
junk en salvage” (ofwel als sloopauto voor onderdelen). Aldus is zonder meer aannemelijk dat de auto voordat [geopposeerde] die kocht was behept heel veel meer dan alleen hagelschade, en niet valt uit te sluiten dat die wat de grill betreft mogelijk niet geheel afdoende gerepareerde niet zomaar zichtbare schade eerst is opgemerkt door [geopposeerde] nadat de auto bij [opposant] was geweest.
2.4
Al het vorenstaande brengt met zich dat de hiervoor onder 2.2 geformuleerde vraag ontkennend moet worden beantwoord. Dat betekent dat er geen grond bestaat voor toewijzing van de oorspronkelijke vorderingen van [geopposeerde]. De slotsom luidt dat [opposant] goed opposant zal worden verklaard, het vonnis waarvan verzet zal worden vernietigd en dat - opnieuw rechtdoende - de oorspronkelijke vorderingen van [geopposeerde] zullen worden afgewezen.
2.5 [
geopposeerde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [opposant], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 3.500,-- aan gemachtigdensalaris (3,5 punten van tarief 4, ad Afl. 1.000,-- per punt).

4.DE UITSPRAAK IN OPPOSITIE

Het Gerecht:
-verklaart [opposant] goed opposant;
-vernietigt het vonnis waarvan verzet, en opnieuw rechtdoende;
-wijst af de oorspronkelijke vorderingen van [geopposeerde];
-veroordeelt [geopposeerde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [opposant], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 3.500,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 22 maart 2023.