Vooruitlopend op het oordeel over de ontvankelijkheid van de vorderingen (zie 4.11) en eventuele daaropvolgende bewijslevering (zie 4.16 en 4.21), overweegt het Gerecht ten aanzien van de vordering onder v. als volgt. Deze vordering strekt ertoe dat het Land bevolen wordt het perceel feitelijk te doen ontsluiten door de Watty Vos Boulevard.
Het Land heeft gemotiveerd gesteld dat en waarom dat niet mogelijk is. Het Land heeft, onder verwijzing naar de e-mailcorrespondentie tussen DOW en de projectuitvoerder (zie 2.6 en 2.7), gesteld dat een directe afrit ter plaatste niet voldoet aan internationale verkeersveiligheidseisen, en dat enige afrit die aan deze eisen voldoet, vanwege het gebrek aan ruimte ter hoogte van het perceel, niet mogelijk is daar te realiseren. Ter zitting is door [projectleider DOW] voornoemd nader toegelicht dat het project tot de aanleg van de Watty Vos Boulevard is gebaseerd op standaarden. Omdat het perceel is gelegen op een steile helling, op relatief korte afstand van de Watty Vos Boulevard, begrensd wordt door een drietal aan derden in erfpacht uitgegeven terreinen, en daarnaast weer een rooi loopt, is er ter plaatse technisch geen mogelijkheid om directe ontsluiting te realiseren, waarbij aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Daarvoor is meer ruimte nodig, zodat een ventweg kan worden geprojecteerd of een afrit met voldoende lengte, aldus [projectleider DOW].
Daartegenover heeft [Naam EENMANSZAAK] gesteld, onder verwijzing naar foto’s van afritten op verschillende locaties in Aruba, dat in vergelijkbare gevallen in ontsluiting door een hoofdweg wordt voorzien. Het Land heeft daarop weersproken dat het gelijke gevallen betreft. Het Land heeft in dit verband gemotiveerd gesteld dat het in die gevallen gaat om illegale en gevaarlijke situaties, waartegen bovendien handhavend wordt opgetreden. In dit verband heeft [projectleider DOW] ter zitting het volgende verklaard. De situatie bij Young Fellow, waarbij een afrit vanuit een hoofdweg is gerealiseerd, is sterk afgeraden en het is dan ook zeer onwenselijk om een zodanige situatie elders te creëren. Bovendien is de situatie daar anders dan die bij [Naam EENMANSZAAK], nu voorlangs en achter Young Fellow nog een andere weg loopt, hetgeen bij [Naam EENMANSZAAK] niet het geval is. De situatie bij de afrit na de rotonde van [plaats] is evenmin vergelijkbaar, omdat daar een afrit naar een ventweg is gerealiseerd, vrijwel direct na de rotonde, zodat automobilisten bij het passeren van die afrit nog met verminderde vaart rijden. De overige gevallen zijn geen van overheidswege gerealiseerde afritten, maar illegale gevallen, waartegen, door het plaatsen van rotsblokken, handhavend wordt opgetreden, aldus [projectleider DOW].
Gelet op deze gemotiveerde betwisting, had het op de weg van [Naam EENMANSZAAK] gelegen de stelling dat feitelijke ontsluiting mogelijk is nader toe te lichten. Dat heeft [Naam EENMANSZAAK] niet gedaan, behalve met het handhaven van de stelling dat het elders gebeurt. Dat acht het Gerecht niet afdoende, met name omdat niet van het Land gevergd mag worden om een situatie in het leven te roepen, waarvan het onvoldoende gemotiveerd weersproken heeft gesteld dat het in strijd met de verkeersveiligheid is. Gelet op de huidige situatie ter hoogte van het perceel, te weten de daar aangelegde Watty Vos Boulevard, zijnde een hoofdweg, waar een maximumsnelheid van 80 km per uur geldt, en de ligging van het perceel, op enige afstand na de rotonde van [stad] en op korte afstand tot aan de Watty Vos Boulevard, is ontsluiting van het perceel door de Watty Vos Boulevard een gepasseerd station, zo is naar het oordeel van het Gerecht komen vast te staan. Reeds om deze reden is de vordering in zoverre niet toewijsbaar.