ECLI:NL:OGEAA:2023:264

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
26 oktober 2023
Zaaknummer
AUA202302899
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van een security officer bij Aruba Airport Authority N.V. wegens schending van veiligheidsvoorschriften

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, een security officer werkzaam bij Aruba Airport Authority N.V. (AAA), en zijn werkgever. De eiser was op staande voet ontslagen vanwege herhaalde schendingen van de veiligheidsvoorschriften die gelden op de luchthaven. De eiser had in de periode van 17 mei tot en met 20 juni 2023 meermalen nagelaten om luchthavengebruikers te onderwerpen aan de vereiste veiligheidscontroles, wat leidde tot een dringende reden voor ontslag volgens de werkgever.

De eiser voerde aan dat het ontslag onterecht was, omdat er geen dringende reden zou zijn en dat zijn persoonlijke omstandigheden, zoals zijn leeftijd en lange dienstverband, niet in aanmerking waren genomen. AAA betwistte dit en stelde dat de veiligheid van de luchthaven niet in gevaar kon worden gebracht door de gedragingen van de eiser. Het Gerecht oordeelde dat de eiser zich niet aan de veiligheidsvoorschriften had gehouden en dat AAA gerechtigd was om het dienstverband te beëindigen. De eiser werd in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van naleving van veiligheidsvoorschriften op luchthavens en de verantwoordelijkheden van medewerkers die belast zijn met de handhaving van deze voorschriften. Het Gerecht concludeerde dat de persoonlijke omstandigheden van de eiser niet opwogen tegen de ernst van de overtredingen en de noodzaak voor de werkgever om de veiligheid te waarborgen.

Uitspraak

Vonnis van 25 oktober 2023
Behorend bij K.G. nr. AUA202302899
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Naam eiser],
te Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. H.F. Falconi,
tegen:
de naamloze vennootschap
Aruba Airport Authority N.V.,
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: AAA,
gemachtigden: de advocaten mrs. M.E.D. Brown en A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de akte zijdens AAA, houdende een schriftelijke toelichting op de veiligheidsregels van AAA;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 2 oktober 2023.
1.2 [
eiser] is ter zitting verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde en AAA is verschenen bij mr. Barrios, die werd vergezeld door de heer [naam Security Manager] (
Security Managerbij AAA) en mevrouw [Naam Legal Advisor] (
Legal Advisorbij AAA)
.Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van een voorgedragen en overgelegde pleitnota, beiden voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
AAA is exploitant van de internationale luchthaven van Aruba, en daarmee medeverantwoordelijk voor de veiligheid van onder meer de burgerluchtvaart. De luchthaven kent een aantal beveiligde gebieden met verhoogde risico’s. Om veiligheidsredenen worden die niet genoemd. Om dergelijke gebieden te kunnen betreden dient iedere luchthavengebruiker op een daartoe ingerichte plaats (hierna: de controleplaats) in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften van AAA gecontroleerd te worden door personeel van AAA belast met de handhaving van die voorschriften.
2.3 [
eiser] is op 19 oktober 1999 op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden van AAA, laatstelijk in de functie van
“security officer”, tegen een brutoloon van gemiddeld Afl. 5.371,-.
2.4
Als
“security officer”maakt [eiser] deel uit van de beveiligingsafdeling van AAA en dient hij in die functie toezicht te houden op de beveiliging van de luchthaven. [eiser] was onder meer medeverantwoordelijk voor de
screeningen de inspectie van het luchthavengebouw en de toegangspunten tot beveiligde gebieden. Ook was [eiser] verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van het
screeningsproces met betrekking tot personen en hun bagage alvorens die personen en die bagage een beveiligd luchthavengebied konden betreden.
2.5
AAA heeft in verband met het verrichten van de vereiste
screeningvan personen en bagage specifieke regels opgesteld. Die zijn opgenomen in het document aangeduid als
Transportation Security Administration (TSA) Standard Operating Procedures (SOP)(hierna: de veiligheidsvoorschriften)
.
Omtrent het gebruik van de
walk-through metal detectorstaat daarin het volgende vermeld.
“4. WTMD Alarm Resolution
A. Standard Screening
If an individual cause the WTMD to alarm:
Advise the individual about items he / she may need to divest.
Offer additional passes through the WTMD as long as the individual continues to divest.
If the individual continues to cause an alarm and has nothing more to divest:
a.
(…)
b.
If AIT⁷ is unavailable, or the individual opts out or is ineligible for AIT SCREENING, conduct a PAT-DOWN.”
Omtrent het gebruik van het
x-rayapparaat bij het
screenenvan bagage van een luchthavengebruiker staat het volgende vermeld.
“Chapter 11 X-Ray Screening
Policies
A. All accessible property must be screened by x-ray when possible. (…).
2. Conduct Screening
A. Control the X-ray Conveyor Belt
1. Use the Primary Viewing Station (PVS) operator control panel to move property items into the x-ray tunnel.
2. (…)
3. Stop the x-ray conveyor belt when:
a. (…).
b. The X-ray Operator’s attention is diverted from the PVS.”
2.6 [
eiser] is bij brief van 22 juni 2023 door AAA medegedeeld dat hij - hangende een onderzoek - wordt geschorst met behoud van loon, omdat hij de veiligheidsvoorschriften van AAA die van toepassing zijn als het gaat om de toegang tot beveiligde gebieden van de luchthaven, alsmede de veiligheidsvoorschriften van AAA die betrekking hebben op het
screenenvan personen aan wie toegang tot de beveiligde gebieden wordt verleend, heeft geschonden.
2.7
Nadat onderzoek is verricht naar de handelingen van [eiser] en hij de gelegenheid heeft gekregen om verweer te voeren tegen de bevindingen van AAA, is [eiser] bij brief van 5 juli 2023 (hierna: de ontslagbrief) op staande voet ontslagen, onder meer omdat hij op 20 juni 2023 meermalen nagelaten heeft om luchthavenbezoekers niet conform de veiligheidsvoorschriften van AAA te onderwerpen aan de voorgeschreven veiligheidscontrole dan wel screening. AAA heeft daarbij ook verwezen naar incidenten die zich in het verleden hebben voorgedaan.
2.8 [
eiser] heeft bij brief van 6 juli 2023 de nietigheid van het ontslag ingeroepen en zich bereid verklaard de overeengekomen arbeid voor AAA te blijven verrichten. Verder heeft [eiser] bij dezelfde brief AAA verzocht/aangemaand om het (achterstallige) loon aan hem te blijven (door)betalen.
2.9
AAA heeft [eiser] bij brief van 13 juli 2023 erop gewezen dat het ontslag op staande voet volgens haar terecht is gegeven.

3.HET GESCHIL

3.1 [
eiser] vordert dat het Gerecht in kort geding bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) AAA veroordeelt om aan [eiser] te betalen zijn loon plus emolumenten vanaf 5 juli 2023 totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtsgeldige wijze tot een einde is gekomen, achterstallig loon te vermeerderen met wettelijke rente en met de wettelijke verhoging telkens gerekend vanaf de dag der verschuldigdheid van dat loon tot de dag der algehele voldoening;
b) AAA veroordeelt in de kosten van het geding.
3.2 [
eiser] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat hij op staande voet is ontslagen, terwijl geen sprake was van de daartoe vereiste dringende reden. Daar komt bij dat AAA geen rekening heeft gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn drieënzestig jarige leeftijd, de omstandigheid dat hij kostwinner is, zijn drieëntwintig jarige dienstverband en zijn jarenlang goed functioneren. In plaats van de arbeidsrechtelijke doodstraf toe te passen, had AAA hem een kans moeten geven door bijvoorbeeld één van de andere maatregelen, zoals opgenomen in artikel 6 van de cao, te treffen. Het ontslag op staande voet is een te zware maatregel en zal funest voor hem zijn, aldus [eiser].
3.3
AAA heeft verweer gevoerd en heeft geconcludeerd tot het niet-ontvankelijk verklaren van [eiser] in zijn vordering, dan wel tot afwijzing daarvan, met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding.
3.4
Voor zover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn geen gronden gesteld of gebleken waaruit volgt dat [eiser] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vorderingen. Het ontvankelijkheidsverweer van AAA wordt daarom verworpen.
4.2
Het spoedeisend belang van [eiser] bij zijn vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen.
4.3
In deze op spoed gerichte procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde stellingen, zonder nader onderzoek en bewijslevering, worden beoordeeld of de vorderingen van [eiser] in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat vooruitlopend daarop toewijzing van de gevraagde voorziening gerechtvaardigd is. In dat licht wordt het volgende overwogen.
4.4
Aan de orde is de vraag of [eiser] zich schuldig heeft gemaakt aan een dringende reden voor ontslag op staande voet, zoals gesteld door AAA en bestreden door [eiser]. Als dringende redenen voor ontslag worden volgens artikel 7:678, lid 1, BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren ook in beschouwing te worden genomen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd, de aard en duur van het dienstverband, de wijze waarop de werknemer tijdens het dienstverband heeft gefunctioneerd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een dringende reden liggen bij de werkgever.
4.5.1
Uit de overgelegde ontslagbrief volgt dat [eiser] op 5 juli 2023 op staande voet is ontslagen, omdat hij - kort samengevat - in de periode van 17 mei tot en met 20 juni 2023 meermalen, op verschillende dagen, nagelaten heeft om hierboven omschreven veiligheidsvoorschriften van AAA op te volgen. Zo heeft [eiser] tijdens zijn werkzaamheden te ‘
checkpoint Zurich’ op 20 juni 2023 op twee verschillende momenten luchthavengebruikers een beveiligd gebied van de luchthaven laten betreden zonder die gebruikers te onderwerpen aan de vereiste veiligheidscontrole zoals opgenomen in de veiligheidsvoorschriften, dan wel zonder die te
screenenbij het verschaffen van de toegang tot het beveiligd gebied. De geconstateerde overtredingen die in de ontslagbrief zijn weergegeven luiden - samengevat - als volgt.
4.5.2
Om ongeveer 11:30 uur is een luchthavengebruiker voor de tweede keer de controleplaats binnengelopen, nadat hij die om ongeveer 11:28 uur met een heftruck heeft verlaten. Conform de veiligheidsvoorschriften diende [eiser] de gebruiker te vragen om al zijn bezittingen in een bakje te leggen zodat die met behulp van een scanner
gescreendkonden worden. Dat heeft [eiser] niet gedaan. In tegendeel, de luchthavengebruiker is toegelaten tot het beveiligde gebied, ook nadat het alarm afging toen hij door de
walk-through metal detectoris gelopen. Conform de veiligheidsvoorschriften diende [eiser] in dat geval, alvorens de gebruiker toegang te verschaffen tot het beveiligde gebied, telkens een herhaalde veiligheidscontrole uit te voeren totdat het alarm niet meer afging of totdat de betreffende gebruiker aangeeft niets meer bij zich te hebben, hetgeen een indicatie is dat er geen gevaar (meer) bestaat. Om 12:20 uur heeft een soortgelijk geval plaatsgevonden, maar dan met twee luchthavengebruikers die de controleplaats binnenliepen.
4.5.3
Uit de ontslagbrief volgt verder dat AAA, na nader onderzoek (bestaande uit het bekijken van videobeelden) te hebben verricht, geconstateerd heeft dat [eiser] ook op 17 mei, 19 mei, 29 mei en 7 juni 2023 de veiligheidsvoorschriften heeft overtreden. Die overtredingen zijn in de ontslagbrief als volg samengevat:
-17 mei 2023 te
screening pointZurich: een luchthavengebruiker loopt de controleplaats binnen. Hij loopt daarna door de
walk-through metal detectoren doet het alarm daarvan afgaan. [eiser] laat de desbetreffende persoon doorlopen en het beveiligde gebied betreden, zonder enige in dit verband voorgeschreven veiligheidscontrole te verrichten;
-17 mei 2023 te
screening pointZurich: een luchthavengebruiker rijdt in een
pick-upde controleplaats binnen. De auto wordt toegang verschaft tot het beveiligde gebied, zonder dat enige daartoe voorgeschreven inspectie daarop wordt uitgevoerd;
-17 mei 2023 te
screening pointZurich: een luchthavengebruiker loopt de controleplaats binnen samen met een bezoeker. De gebruiker loopt door de
walk-through metal detectoren doet het alarm afgaan. De gebruiker is vervolgens toegelaten tot het beveiligde gebied zonder dat enige in dit verband voorgeschreven veiligheidscontrole is verricht;
-19 mei 2023 te
screening pointZurich: een luchthavengebruiker loopt de controleplaats binnen met een
backpack. De desbetreffende gebruiker loopt door de
walk-through metal detectormet de
backpack, terwijl de
backpackmet behulp van een bagagescanner
gescreenddiende te worden. Hierbij gaat het alarm af. De gebruiker wordt desondanks toegelaten tot het beveiligde gebied, zonder dat de voorgeschreven veiligheidscontrole wordt verricht;
-29 mei 2023 te
screening pointOmega: een passagier in een rolstoel is door [eiser] zomaar door de controleplaats gelaten, terwijl hij conform procedure een
pat-down(handmatige fouillering) had moeten verrichten. Dat heeft [eiser] niet gedaan;
-7 juni 2023 te
screening pointHavana: [eiser] die belast was met het monitoren van ruimbagages die al
ingechecktwaren, zat te slapen achter de monitor. Daar komt bij dat [eiser], nadat hij door een collega wakker is gemaakt, geen stappen heeft ondernomen om de risico’s van niet deugdelijk gecontroleerde bagage te beperken. [eiser] is gewoon doorgegaan met het verrichten van zijn werkzaamheden en heeft het incident ook niet gemeld bij zijn leidinggevende. Ter onderbouwing van haar stelling dat [eiser] zich heeft gedragen op de wijze zoals hierboven is omschreven, heeft AAA foto’s en videobeelden in de procedure gebracht. De videobeelden zijn ter zitting getoond, waarbij [eiser] desgevraagd heeft verklaard zich op de videobeelden te herkennen.
4.5.4
AAA is de mening toegedaan dat [eiser] met zijn gedragingen de veiligheidsvoorschriften van AAA meermalen grovelijk heeft geschonden, waardoor van haar in alle redelijkheid niet gevergd kan worden dat zij [eiser] nog langer in dienst houdt. Aan [eiser] is medegedeeld dat zijn gedragingen in onderling verband en in samenhang bezien een dringende reden opleveren voor ontslag op staande voet.
4.6
Het Gerecht stelt voorop dat niet in geschil is tussen partijen dat [eiser] op 20 juni om ongeveer 13:30 uur, op 17 tot en met 29 mei en op 7 juni 2023 de veiligheidscontrole conform de veiligheidsvoorschriften niet heeft uitgevoerd. Voor wat betreft het verwijt dat [eiser] op 20 juni om 12:20 uur de veiligheidsvoorschriften heeft geschonden, geldt dat hij die overtreding heeft betwist, daartoe stellende dat het alarm - in tegenstelling tot hetgeen AAA heeft gesteld - niet is afgegaan toen de twee luchthavengebruikers door de
walk-through metal detectorzijn gelopen, zodat hij niet gehouden was om een veiligheidscontrole conform de veiligheidsvoorschriften uit te voeren.
4.7
De vraag of [eiser] op 20 juni om 12:20 uur de veiligheidsvoorschriften heeft geschonden zoals in de ontslagbrief is opgenomen, kan - hoewel op de ter zitting getoonde videobeelden duidelijk zichtbaar is dat het alarm afgaat (in de vorm van rode lichten die aan de zijkant van de
walk-through metal detectorbranden) wanneer de twee luchthavengebruikers op die dag door de
walk-through metal detectorlopen en [eiser] hen desondanks laat doorlopen en aldus toegang verleent tot een beveiligd gebied - in het midden blijven, nu ook zonder die twee incidenten het navolgende onverkort geldt.
4.8
Niet in geschil is tussen partijen dat AAA in verband met de veiligheid van de luchthaven veiligheidsvoorschriften heeft opgesteld en uitgewerkt in de
Transportation Security Administration (TSA) Standard Operating Procedures (SOP), zoals hierboven weergegeven. Uit die voorschriften blijkt dat de
security officeralles en iedereen - conform de procedure - dient te
screenen, alvorens toegang tot de beveiligde gebieden van de luchthaven wordt verleend. Indien iemand het alarm van de
walk-through metal detectordoet afgaan, dient de
security officerdie persoon te vragen om al zijn bezittingen uit zijn kledingzakken te verwijderen (
divesten) en steeds door de
walk-through metal detectorte lopen totdat het alarm niet meer afgaat. Indien het alarm ondanks het
divestenblijft afgaan, dient de
security officereen
pat-down(handmatige fouillering) te verrichten. Goederen dienen eerst met behulp van een
bagagescanner gescreendte worden alvorens die tot de beveiligde gebieden gebracht mogen worden. Hierbij dient de aandacht van de
security officerte allen tijde op de monitor van de bagagescanner gericht te zijn. Indien dit niet mogelijk is, dient de bagagescanner gestopt te worden.
4.9 [
eiser] heeft gesteld - zo begrijpt het Gerecht - dat hij de veiligheidsprocedure niet hoefde te volgen, omdat de luchthavengebruikers aan wie hij toegang heeft verleend tot het beveiligde gebied van de luchthaven, zonder hen eerst aan de veiligheidscontrole te onderwerpen nadat zij het alarm van de
walk-through metal detectorhebben doen afgaan, voor hem bekende lokale aldaar werkzame personen zijn die hun post voor maar korte tijd hebben verlaten. Omdat [eiser] die personen continue in de gaten heeft gehouden totdat zij de controleplaats weer binnenkwamen, bestond er geen reden om hen aan de vereiste veiligheidscontrole te onderwerpen. Het Gerecht is voorshands van oordeel dat die stelling [eiser] niet kan baten, en wel om de volgende redenen. Niet in geschil is tussen partijen dat bedoelde voorschriften in het leven zijn geroepen om alles wat een gevaar zou kunnen vormen voor de veiligheid van de luchthaven en onder meer de burgerluchtvaart tijdig te ontdekken en uit te sluiten. Uit die veiligheidsvoorschriften volgt niet dat [eiser] als
security officertijdens zijn werkzaamheden enige beslissingsruimte heeft om van de procedure af te wijken. Gelet hierop was [eiser] gehouden om bedoelde luchthavengebruikers conform de veiligheidsvoorschriften te controleren, maar dit heeft hij meermalen nagelaten. Ook de stelling van [eiser], dat hij ondanks het bovenstaande toch niet gehouden was de veiligheidsprocedure te volgen omdat hij bevoegd was om situaties op grond van zijn intuïtie zelfstandig in te schatten en te beoordelen, treft geen doel. AAA heeft die stelling gemotiveerd betwist en staat daarom niet vast. [eiser] heeft tegenover die betwisting niets naders ingebracht, hetgeen met zich brengt dat het Gerecht geen grond of aanleiding ziet bedoelde stelling voorshands aannemelijk te oordelen. Dit temeer omdat AAA wettelijk en in internationaal verband verplicht is om voor de veiligheid van de luchthaven en de burgerluchtvaart zorg te dragen en in dat verband bedoelde door al haar veiligheidsmedewerkers strikt na te leven veiligheidsvoorschriften heeft opgesteld.
4.10 [
eiser] heeft verder gesteld dat hij, ondanks alles, toch geen verwijt treft voor het niet strikt naleven van de veiligheidsvoorschriften, omdat hij, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, de veiligheidsvoorschriften nooit schriftelijk heeft ontvangen, waardoor hij - zo begrijpt het Gerecht - van de geldende procedures geen kennis heeft kunnen nemen. Ook die stelling van [eiser] kan hem niet baten. Hoewel AAA heeft erkend dat zij haar veiligheidsvoorschriften om veiligheidsredenen niet schriftelijk heeft verstrekt aan haar werknemers, heeft zij onbetwist aangevoerd dat de voorschriften digitaal intern gepubliceerd staan op
sharepointen dat die voor al haar werknemers toegankelijk zijn, ook voor [eiser]. Verder is aan alle werknemers een korte nota gestuurd met uitleg over hoe zij bij de gepubliceerde voorschriften kunnen komen. In het licht van de gemotiveerde betwisting van AAA, die overigens door [eiser] niet is weersproken, is naar het oordeel van het Gerecht niet voorshands aannemelijk de stelling van [eiser] dat hij bedoelde veiligheidsprocedure niet kende. [eiser] was immers op de hoogte van het feit dat de veiligheidsvoorschriften op
sharepointgepubliceerd waren en wist vanwege de door AAA rondgestuurde nota hoe hij daarbij moest komen. Dat hij bekend was met de procedure blijkt overigens ook uit de als productie overgelegde foto’s van AAA, waarop te zien is dat [eiser] de veiligheidscontrole op de juiste wijze uitvoert. Indien [eiser] om de één of andere reden niet of niet langer de in sharepoint van AAA intern gepubliceerde veiligheidsvoorschriften van AAA kon raadplegen, had hij aan de bel moeten trekken en de leiding daarover moeten berichten. Dat heeft [eiser] niet gedaan.
4.11
Ook de stelling van [eiser] dat hem niks valt toe te rekenen, nu de leiding van AAA zelf bij vieringen op de luchthaven eten bestelt dat bij de bezorging daarvan niet eerst - conform de veiligheidsprocedure -
gescandwordt, kan hem niet baten. AAA heeft immers onweersproken aangevoerd dat
security officers, zijnde degenen die - naar het Gerecht begrijpt - de etenswaren in voorkomende gevallen naar binnen brengen, uitgezonderd zijn van de
screeningsprocedure en dat de etenswaren om die reden niet
gescreenddienen te worden.
4.12 [
eiser] heeft nog gesteld - zo begrijpt het Gerecht - dat de overtredingen in de periode 17 mei tot en met 7 juni 2023 niet aan het ontslag ten grondslag kunnen worden gelegd, omdat hij niet eerder dan tijdens een gesprek met AAA op 3 juli 2023, waarbij hem de videobeelden van de overtredingen op 20 juni 2023 zijn getoond en hem vragen over zijn handelingen zijn gesteld, met die overtredingen werd geconfronteerd en hij zich niet daartegen heeft kunnen verweren. Ook het voornemen om een disciplinaire maatregel op te leggen in verband met die overtredingen is niet - conform artikel 6 punt 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) - uiterlijk binnen vijftien kalenderdagen na de constatering van de overtredingen schriftelijk aan hem medegedeeld, zodat die overtredingen niet als onderbouwing van het ontslag kunnen worden gebruikt. Naar het voorshandse oordeel van het Gerecht kunnen ook deze de stellingen van [eiser] hem niet baten. AAA heeft immers onweersproken aangevoerd dat [eiser] tijdens het gesprek de kans is gegeven zich mondeling tegen de verwijten te verdedigen en dat [eiser] van die gelegenheid ook uitvoerig gebruik heeft gemaakt. Verder is onweersproken aangevoerd door AAA dat de bepalingen van de cao, op grond van het vierde lid van artikel zes daarvan, niet in de weg kunnen staan aan een ontslag op staande voet. Met de door [eiser] genoemde cao-bepaling hoeft daarom geen rekening te worden gehouden.
4.13 [
eiser] heeft verder nog gesteld dat hij tijdens het begaan van de overtreding op 7 juni 2023, anders dan vermeld in de ontslagbrief, niet zat te slapen achter de monitor van het bagagecontroleapparaat, maar slechts even zat te knikkebollen. Ook aan deze stelling van [eiser] gaat het Gerecht voorbij, nu hier niet van belang is de vraag of [eiser] achter het scherm zat te slapen of te knikkebollen, maar de omstandigheid dat hij de procedure die op grond van de veiligheidsvoorschriften gelden voor het controleren van ruimbagage met behulp van het
x-rayapparaat niet correct heeft nageleefd. Niet in geschil is immers tussen partijen dat de aandacht van [eiser], toen meerdere bagage
gescandwerd en op de transportband langs hem voorbijkwam, vanwege het slapen dan wel knikkebollen niet op de monitor gericht was, terwijl dit conform de veiligheidsprocedure wel van hem verwacht werd. Daar komt bij dat [eiser] ook achteraf geen actie heeft ondernomen om de risico’s die gepaard zijn gegaan met zijn gedrag te matigen, zoals het stopzetten van de transportband en de niet deugdelijk gecontroleerde bagage opnieuw laten scannen, dan wel de leiding inschakelen, zodat zij de juiste maatregelen konden treffen. Aldus heeft niet gecontroleerde ruimbagage aan boord van een vliegtuig kunnen komen, hetgeen volstrekt onacceptabel en ontoelaatbaar is.
4.14 [
eiser] heeft tot slot gesteld dat sprake is van willekeur aan de zijde van AAA, nu andere collega’s in soortgelijke gevallen dan wel collega’s die een nog ergere fout hebben gemaakt, niet zijn ontslagen. AAA heeft die stelling van [eiser] gemotiveerd betwist. Gelet hierop en nu [eiser] zijn stelling verder niet nader heeft onderbouwd met relevante concrete voorbeelden, is het Gerecht voorshands van oordeel dat aan deze stelling voorbij dient te worden gegaan.
4.15
Alle hiervoor omschreven omstandigheden van het geval in aanmerking genomen is het Gerecht voorshands van oordeel dat de hiervoor onder 4.3 geformuleerde vraag ontkennend moet worden beantwoord. [eiser] - die in zijn functie van
security officerde kerntaak had om alles en iedereen te
screenen, voordat toegang werd verleend tot beveiligde gebieden van de luchthaven - diende zich strikt te houden aan de procedures die krachtens de veiligheidsvoorschriften van AAA gelden. Dat heeft hij meermalen niet gedaan. Die ernstig verwijtbare gedragingen van [eiser] hoeft AAA, die erop mag vertrouwen dat [eiser] zijn werkzaamheden naar behoren verricht, niet te accepteren. Dit geldt temeer nu AAA wettelijk en in internationaal verband verplicht is om voor de veiligheid van de luchthaven en de daarvan gebruik makende luchtvaart zorg te dragen en een veiligheidsmisstap op haar enige luchthaven tot grote gevolgen kan leiden. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die een andere slotsom kunnen dragen. Meer in het bijzonder geldt dat de persoonlijke omstandigheden van [eiser], waaronder zijn drieënzestig jarige leeftijd, de omstandigheid dat hij kostwinner is, zijn drieëntwintig jarige dienstverband en zijn functioneren overigens, het voorgaande niet anders maken.
4.16
Ook afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [eiser] bij toewijzing van het door hem verzochte ten opzichte van de belangen van AAA bij afwijzing daarvan. AAA dient in te staan voor de veiligheid van haar luchthaven en de daarvan gebruik makende luchtvaart, waartoe bedoelde door iedere met de handhaving van veiligheid belaste medewerker van AAA na te leven veiligheidsvoorschriften gelden. Van AAA kan niet worden gevergd om het dienstverband van een met de handhaving van veiligheid belaste medewerker te laten voortduren zodra is gebleken dat die medewerker ter zake van die handhaving niet of minder betrouwbaar is. Ook het algemeen belang met betrekking tot personen en goederen brengt met zich dat alleen 100% betrouwbare veiligheidsmedewerkers belast kunnen zijn binnen AAA met de handhaving van de veiligheidsvoorschriften van AAA op en rond haar luchthaven. Iedere met de handhaving van de veiligheidsvoorschriften van AAA belaste medewerker van AAA weet dat of behoort dat te weten.
4.17 [
eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van AAA, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht recht doende in kort geding:
- wijst af het door [eiser] verzochte;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van AAA, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 oktober 2023 in aanwezigheid van de griffier.