ECLI:NL:OGEAA:2023:31

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
AUA202301119
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot weg voor bouwactiviteiten van Hilton Aruba

In deze zaak, die op 17 mei 2023 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft de commanditaire vennootschap Aruba Caribbean Hotel Limited Partnership, hierna Hilton, een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschappen Silver Moon Hotel & Casino N.V., Calabas Properties N.V. en Aruba Hotel Enterprises N.V. (gezamenlijk aangeduid als CP c.s.). Hilton vorderde toegang tot een weg die eigendom is van CP c.s. om bouwverkeer voor een nieuwe toren op haar terrein mogelijk te maken. De bouw was gepland om te beginnen op 1 mei 2023 en zou ongeveer twee jaar duren. Hilton stelde dat zij op grond van artikel 5:56 BW recht had op gebruik van de weg, maar CP c.s. weigerden toestemming te geven. Tijdens de zitting op 21 april 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij Hilton werd bijgestaan door haar advocaat en enkele directeuren, terwijl CP c.s. ook vertegenwoordigd waren door hun advocaat en directeuren. Het Gerecht oordeelde dat Hilton niet kon aantonen dat het gebruik van de weg noodzakelijk was voor de bouw, en wees de vordering af. Het Gerecht concludeerde dat de belangen van Hilton niet zwaarder wogen dan die van CP c.s. en veroordeelde Hilton in de proceskosten.

Uitspraak

Vonnis van 17 mei 2023
Behorend bij K.G. AUA20230119
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de commanditaire vennootschap naar buitenlands recht
ARUBA CARIBBEAN HOTEL LIMITED PARTNERSHIP,
h.o.d.n.
HILTON ARUBA CARIBBEAN RESORT & CASINO,
te Aruba,
eiseres
hierna te noemen: Hilton,
gemachtigde: de advocaat mr. R.F. van den Heuvel,
tegen

1.de naamloze vennootschapSILVER MOON HOTEL & CASINO N.V.,

hierna te noemen: Silver Moon,

2.de naamloze vennootschap CALABAS PROPERTIES N.V.,

hierna te noemen: CP,

3.de naamloze vennootschap ARUBA HOTEL ENTERPRISES N.V.,

hierna te noemen: AHE,
allen te Aruba,
gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen: CP c.s.,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 21 april 2023.
1.2
Hilton is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die vergezeld werd door de heer [naam directeur 1] en de heer [naam directeur 2] (directeur van respectievelijk aandeelhouder in Hilton). CP c.s. zijn verschenen bij hun gemachtigde, die vergezeld werd door de heer [naam directeur 3] en de heer [naam directeur 4] (directeur van CP respectievelijk onderdirecteur van Silver Moon). Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van voorgedragen en overgelegde pleitnota’s, beiden voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Hilton is eigenares van het in Aruba gelegen onroerend goed dat bekend staat als hotel Hilton Aruba.
2.3
Silver Moon is de juridische en CP is de economische eigenaar (hierna samen: de eigenaren) van het naast Hilton Aruba gelegen onroerend goed dat bekend staat als hotel RIU Palace (hierna: RIU).
2.4
Hilton heeft de bouw van een extra toren op haar erf gepland, waarvan de bouw zou aanvangen op 1 mei 2023 en die ongeveer twee jaar gaat duren (hierna: de extra toren).
2.5
Naast het perceel van Hilton aan de zijde van RIU loopt een aan de RIU toebehorende weg, die is afgescheiden van haar perceel (hierna: de weg). RIU heeft de weg in gebruik gegeven aan De Palm Tours, welk bedrijf aan het eind daarvan op een in zee gelegen pier een restaurant exploiteert.
2.6
Via de weg kan de locatie waar Hilton de extra toren gaat bouwen (hierna: de bouwlocatie) eenvoudig worden bereikt. Het gaat om een afstand van 130 meter tussen de J.E. Irausquin Boulevard en de plaats die als toegang tot de bouwlocatie zal worden gebruikt. De Palm Tours heeft er geen bezwaar tegen dat Hilton de weg voor bouwverkeer gebruikt.
2.7
Hilton heeft toestemming verzocht aan RIU om de weg voor de bouw van de extra toren te mogen gebruiken, in die zin dat bouw- en vrachtverkeer via de weg de bouwlocatie kan bereiken. RIU heeft die toestemming niet verleend.
2.8
Hilton heeft bij brief van 26 oktober 2022 RIU er onder meer op gewezen dat zij op grond van artikel 5:56 BW gehouden is het gebruik van de weg door voor de bouwlocatie bestemd bouw- en vrachtverkeer toe te staan.
2.9
Daarop heeft een reeks bij partijen genoegzaam bekende correspondentie plaatsgevonden tussen Hilton en RIU over het mogen gebruiken door Hilton van de weg. Naar aanleiding van die correspondentie heeft Hilton de als productie 7 bij haar verzoekschrift overgelegde conceptovereenkomst ter zake het mogen gebruiken van de weg ter ondertekening aan RIU voorgelegd. Ondertekening door RIU van dat concept heeft niet plaatsvonden.
2.1
Er zijn sinds voormeld concept nog 5 conceptovereenkomsten ter zake het mogen gebruiken van de weg uitgewisseld tussen partijen met over en weer voorgestelde wijzigingen die al dan niet door de andere partij zijn geaccordeerd.
2.11
Op 5 april 2023 verstuurt Hilton een brief naar RIU. Nadat Hilton in die brief onder meer over de gang van zaken met betrekking tot de onderhandelingen met RIU om ter zake van het gebruik van de weg tot een overeenkomst te komen haar ongenoegen heeft geuit geeft Hilton het volgende aan RIU te kennen:

(…).
All considered, and with the limited time left, we have felt compelled to request the court to determine our mutual obligations in this regard. I wrote that to you last week Wednesday already. We filed on Thursday the 30th of March. We remain open to reaching an agreement with RIU, but our concerns set out above would have to be completely taken away.”.
2.12
Het door CP en Silver Moon overgelegde met foto’s onderbouwde rapport uitgebracht door de heer [naam landscaper] (hierna: het rapport), landscaper van beroep met opleidingen in land- en bosbouw alsmede natuurbeheer, vermeldt ter zake van de vraag wat er volgens die partijdeskundige precies moet gebeuren om de bouwlocatie over het erf van Hilton te bereiken onder meer het volgende:

(…).
Conclusie;
Al met al is het niet nodig om grote beplanting, palmen en inheemse planten/bomen ter verwijderen om doorgang te verschaffen. Slechts alleen een klein aantal groepen lage beplanting dient verwijderd te worden en een paar takken/stammen dienen te worden gesnoeid. De te verwijderen planten zijn allemaal geïmporteerd en dus niet inheems. De planten zijn makkelijk vervangbaar nadat de bouwactiviteiten zijn afgrond. Evenredig is het irrigatiesysteem (…) ook weer makkelijk te herstellen.
De planten zijn niet zo oud en niet volgroeid omdat op dezelfde route al eerder bouw-vrachtverkeer heeft gereden tijdens een renovatie van het hotel
Wanneer de minimale benodigde aantal planten zijn verwijderd is de doorgang voldoende om de gewenste locatie te bereiken met bouw- en vrachtverkeer.
Als na de bouw de plantvakken in de originele staat weer [GEA: te] herstellen is dit de lijst van de planten en tuinaarde die je nodig zal hebben.
95 schroefpalmpjes potmaat 3 gallon van Afl. 59,95 per stuk
36 oleander dwarf potmaat 3 gallon van Fl. 49,95 per stuk
En ongeveer 25 Cu3 tuinaarde
Arbeid P.M.”.

3.HET GESCHIL

3.1
Hilton vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. CP c.s. beveelt Hilton zo lang als voor de bouwwerkzaamheden op haar erf nodig toegang te verschaffen tot de weg gelegen in Aruba tussen Hilton en het RIU Palace Hotel, en deze toegang op geen enkele manier te verhinderen, één en ander op straffe van verbeurte van de dwangsom van US$ 1 miljoen per overtreding en per dag of deel daar van de deze overtreding voortduurt, zo n nodig onder de voorwaarden zoals omschreven onder randnummer 1.10 van het verzoekschrift van Hilton, althans onder andere door het Gerecht te stellen voorwaarden;
b ten opzichte van vorenstaande elke andere voorziening treft die het Gerecht geraden oordeelt;
c. CP c.s. veroordeelt in de proceskosten waaronder begrepen nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 14 dagen na de uitspraak van dit vonnis.
3.2
CP c.s. voeren verweer en concluderen dat Hilton niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering voorzover gericht tegen AHE. Met betrekking tot CP en Silver Moon concluderen zij tot afwijzing van het door Hilton verzochte, met veroordeling van Hilton in de proceskosten.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat Hilton niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer wordt daarom verworpen. Als komt vast te staan Hilton geen vorderingsrecht heeft op AHE, moet haar jegens AHE gerichte rechtsvordering worden afgewezen.
4.2
CP c.s. stellen dat AHE direct noch indirect een belanghebbende of anderszins betrokken is bij het hotel waar dit geschil over gaat, te weten RIU. Die stelling heeft Hilton niet bestreden, zodat die vast komt te staan. Zonder nadere doch niet door Hilton gegeven uitleg valt in dat verband niet in te zien dat Hilton te dezen vorderingsrechten heeft op AHE. Dat brengt met zich dat de rechtsvorderingen van Hilton voorzover gericht tegen AHE zullen worden afgewezen.
4.3
Hierna zullen Silver Moon en CP gezamenlijk Silver Moon c.s. worden genoemd.
4.4
Het spoedeisend belang van Hilton bij haar tegen Silver Moon c.s. gerichte vorderen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan door Hilton ten gronde gelegde stellingen.
4.5
In deze procedure moet aan de hand van het door partijen gestelde, zonder nader onderzoek en met inachtneming van de beperkingen van de op snelheid gerichte procedure in kortgeding, de vraag worden beantwoord of de vorderingen van Hilton in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat vooruitlopend daarop toewijzing van de door haar gevraagde voorziening gerechtvaardigd is.
4.6
Hilton stelt primair dat het door haar verzochte hiervoor onder a. omschreven bevel op grond van nakoming van dienaangaande tussen haar en RIU gemaakte afspraken moet worden toegewezen. Die door Silver Moon c.s. bestreden stelling is in het licht van het hiervoor onder 2.11 vermelde schrijven van Hilton zonder sluitende doch niet gegeven uitleg onbegrijpelijk, en wordt daarom gepasseerd. Uit dat schrijven blijkt immers dat ter zake van het gebruik van de weg door Hilton geen overeenstemming tot stand is gekomen tussen Hilton en RIU.
4.7
Subsidiair stelt Hilton dat RIU krachtens artikel 5:56 BW gehouden is om Hilton gebruik te laten maken van de weg door voor de bouwlocatie bestemd bouw- en vrachtverkeer. Hilton onderbouwt die stelling met het standpunt dat van haar niet gevergd kan worden de bouwlocatie via haar eigen erf te ontsluiten voor bouw- en vrachtverkeer omdat dit grote schade zal veroorzaken aan dat erf, in die zin dat er talloze bomen en planten gerooid moeten worden, met alle kosten en ecologische schade van dien. Silver Moon c.s. hebben die stelling en dat standpunt van Hilton gemotiveerd (met het rapport onderbouwd) bestreden. Die gemotiveerde betwisting brengt met zich dat in deze op snelheid gerichte procedure, waarin geen ruimte bestaat voor bewijslevering, voormeld standpunt van Hilton niet komt vast te staan. Die gemotiveerde betwisting brengt verder met zich dat het Gerecht geen grond of aanleiding ziet om bedoeld standpunt van Hilton voorshands aannemelijk te oordelen. Dit temeer omdat Hilton naar het oordeel van het Gerecht (de inhoud van) het rapport onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het lag in dit verband op de weg van Hilton een eigen partijdeskundigenrapport te overleggen waaruit de juistheid van haar standpunt (meer in het bijzonder ter zake van ecologische schade) kon blijken.
4.8.1
Artikel 5:56 BW luidt als volgt: “
Wanneer het voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een onroerende zaak noodzakelijk is van een andere onroerende zaak tijdelijk gebruik te maken, is de eigenaar van deze zaak gehouden dit na behoorlijke kennisgeving en tegen schadeloosstelling toe te staan, tenzij er voor deze eigenaar gewichtige redenen bestaan dit gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen.”.
4.8.2
Uit al het vorenstaande, en voorts de inhoud van het rapport dat het Gerecht als zijnde onvoldoende gemotiveerd bestreden tot de zijne maakt in verbinding met de omstandigheid dat Hilton ter zitting heeft verklaard dat de met de ontsluiting van de bouwlocatie via haar eigen erf gemoeid gaande kosten voor haar te overzien zijn volgt dat naar het voorlopig oordeel van het Gerecht niet valt in te zien dat het voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve de bouw op het erf van Hilton van de extra toren noodzakelijk is van de aan Silver Moon c.s. toebehorende weg tijdelijk (voor de duur van die bouw) gebruik te maken. De aannemelijke omstandigheid dat ontsluiting van de bouwlocatie via het eigen erf van Hilton voor haar en haar gasten heel veel meer belastend is dan voor RIU en haar gasten als die ontsluiting via de weg zou plaatsvinden maakt niet dat sprake is van noodzakelijkheid in de zin van artikel 5:56 BW.
4.9
De slotsom luidt dat de hiervoor onder 4.5 geformuleerde vraag ontkennend moet worden beantwoord. Hierbij wordt nog overwogen dat de hiervoor onder b. omschreven vordering van Hilton zal worden afgewezen als zijnde te vaag en onbepaald.
4.1
Afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van Hilton bij toewijzing van het door haar verzochte ten opzichte van de belangen van Silver Moon c.s. bij afwijzing daarvan.
4.11
Hilton zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van CP c.s., tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500, -- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-wijst af het door Hilton verzochte;
-veroordeelt Hilton in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van CP c.s., tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,--;
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 17 mei 2023 in aanwezigheid van de griffier.