ECLI:NL:OGEAA:2023:320

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 juli 2023
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
AUA202103671
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na diefstal van scooter tijdens beslag door politie

In deze zaak heeft eiseres, wonende in Aruba, een vordering tot schadevergoeding ingediend tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba. De vordering betreft een schadevergoeding van Afl. 9.273,67, omdat de aan eiseres toebehorende scooter, die op 21 oktober 2018 door de politie in beslag was genomen, tijdens het beslag is gestolen bij de politiewacht te Shaba. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 4 mei 2022, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 2 juni 2022. Eiseres is in persoon verschenen, terwijl Het Land werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.J.S. Poeran.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat Het Land erkent dat het de schadevergoeding aan eiseres verschuldigd is, maar heeft de vordering tot het opleggen van een dwangsom afgewezen. Dit omdat volgens artikel 611a Rv een dwangsom niet kan worden opgelegd in geval van veroordeling tot betaling van een geldsom. Het Gerecht heeft geoordeeld dat Het Land, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld wordt in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 642,14. Het vonnis is uitgesproken op 6 juli 2022 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak houdt in dat Het Land moet overgaan tot betaling van de schadevergoeding aan eiseres, zonder dat een bij Landsbesluit gegeven machtiging nodig is om dit vonnis na te komen. Het vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 6 juli 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202103671
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [Eiseres],
procederend in persoon,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
zetelend in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigde: mr. J.J.S. Poeran (DWJZ).
1. DE PROCEDURE
1.1 Het verloop van de procedure tot 4 mei 2022 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 2 juni 2022. [Eiseres] is in persoon ter zitting verschenen, en het Land is verschenen bij zijn gemachtigde. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.2 Vonnis is bepaald op heden.

2.HET GESCHIL

2.1 [
Eiseres] vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. het Land veroordeelt om ten titel van schadevergoeding te betalen aan [eiseres] Afl. 9.273,67;
b. bepaalt dat het Land ten behoeve van [eiseres] een dwangsom verbeurt van Afl. 1.500,-- voor iedere na 6 augustus 2022 gelegen dag of deel daarvan dat het Land voormelde veroordeling niet nakomt;
c. het Land veroordeelt in de proceskosten.
2.2
Het Land erkent dat hij het door [eiseres] gevorderde bedrag aan schadevergoeding verschuldigd is aan [eiseres], maar het Land concludeert tot afwijzing van de door haar gevorderde oplegging aan het Land van dwangsommen als het Land niet binnen één maand na de uitspraak daarvan dit vonnis nakomt.
2.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Niet in geschil is dat de politie de aan [eiseres] toebehorende scooter van het merk en type [merk] [type] met als serienummer [serienummer] op 21 oktober 2018 in beslag heeft genomen, en dat die scooter gedurende dat beslag is gestolen bij de politiewacht te Shaba. In dat licht heeft het Land de verschuldigdheid aan [eiseres] van het door haar gevorderde bedrag aan schadevergoeding erkend. De hiervoor onder a. omschreven vordering van [eiseres] zal daarom worden toegewezen als na te melden.
3.2
De vordering van [eiseres] ter zake van oplegging aan het Land van dwangsommen zal worden afgewezen, omdat ingevolge het eerste lid van artikel 611a Rv in geval van veroordeling tot betaling van een geldsom een dwangsom niet wordt opgelegd.
3.3
Het Land zal, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 192,14 =) Afl. 642,14 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten). Er worden geen punten van het liquidatietarief toegekend aan [eiseres], omdat zij in deze procedure niet werd bijgestaan door een door het Hof daartoe toegelaten beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener.
3.4
Ten overvloede wordt nog overwogen dat dit vonnis voor [eiseres] een executoriale titel oplevert op grond waarvan het Land liefst nog voor de betekening van dit vonnis onverwijld tot betaling aan [eiseres] moet overgaan van de bedragen waartoe het is veroordeeld. Dit betekent dat, anders dan de gemachtigde van het Land lijkt te betogen, het Land geen bij Landsbesluit gegeven machtiging in de zin het tweede lid in verbinding met het derde lid van artikel 30 van de Comptabiliteitsverordening nodig heeft om dit vonnis na te komen of uit te voeren.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt het Land om ten titel van schadevergoeding te betalen aan [eiseres]
Afl. 9.273,67;
-veroordeelt het Land in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 642,14;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door [eiseres] verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 juli 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Zaaknummer: AUA202103671
Datum uitspraak: 6 juli 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR nr. AUA202103671
Inhoudsindicatie: Civiel. Vordering tot schadevergoeding toegewezen. Scooter gedurende beslag gestolen bij politiewacht. Vordering tot dwangsom afgewezen.
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg – enkelvoudig