ECLI:NL:OGEAA:2023:94

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
AUA202204502
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen in kort geding wegens gebrek aan ondubbelzinnige wilsverklaring tot opzegging huurovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft de naamloze vennootschap UND PARTNER N.V. (hierna: eiseres) een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres vorderde ontruiming van een appartement dat zij aan de gedaagde had verhuurd, evenals een gebruiksvergoeding voor de periode dat de gedaagde het appartement nog in gebruik had. De eiseres stelde dat de gedaagde door middel van een whatsapp-bericht en haar gedragingen had aangegeven de huurovereenkomst op te zeggen, wat door de eiseres was aanvaard.

De procedure begon met een verzoekschrift en een mondeling vonnis van 19 januari 2023, waarin de gedaagde werd opgeroepen. De gedaagde verscheen echter niet ter zitting, waardoor verstek werd verleend. De eiseres wijzigde haar eis tijdens de zitting, wat werd toegelaten. De rechter moest vervolgens beoordelen of de vorderingen van de eiseres gegrond waren, gezien het feit dat de gedaagde niet had gereageerd.

De rechter oordeelde dat de eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor een uitdrukkelijke en ondubbelzinnige wilsverklaring van de gedaagde tot opzegging van de huurovereenkomst. De rechter benadrukte dat het aan de eiseres had gelegen om duidelijkheid te vragen aan de gedaagde over haar intenties. Aangezien er geen bewijs was dat de gedaagde de sleutels had ingeleverd of dat er een afspraak was gemaakt over de opzegging, werden de vorderingen van de eiseres afgewezen. De eiseres werd bovendien veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 22 februari 2023
Behorend bij K.G. AUA202204502
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
[EISERES] UND PARTNER N.V.
te Curaçao,
EISERES, hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. W.J. Noordhuizen,
tegen:
[gedaagde],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- het proces-verbaal tevens inhoudende een thans op schrift gesteld mondeling vonnis van 19 januari 2023 waarin wederoproeping van [gedaagde] is bevolen.
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 19 januari 2023 om 09:00 uur.
1.2 [
eiseres] is ter terechtzitting verschenen bij haar gemachtigde. Hoewel deugdelijk opgeroepen is [gedaagde] niet ter zitting verschenen. Tegen [gedaagde] is daarom verstek verleend. [eiseres] heeft desgevraagd gepersisteerd in het door haar gestelde en verzochte, en heeft ter zitting pleitaantekeningen overgelegd die hebben te gelden als zijnde voorgedragen.
1.3 [
eiseres] heeft eerst ter zitting medegedeeld dat zij haar eis wijzigt. Hoewel het op de weg van [eiseres] had gelegen om die eiswijziging nog voor de zitting tijdig aan te kondigen aan [gedaagde], brengt het nalaten daarvan niet met zich dat [gedaagde] ontoelaatbaar in haar verdedigingsbelang wordt getroffen door toelating van de gewijzigde eis zijnde een eisvermindering. Die eisvermindering wordt daarom toegelaten.
1.4
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Krachtens een tussen partijen gesloten huurovereenkomst heeft [eiseres] aan [gedaagde] verhuurd het in Aruba te [adres] gelegen appartement (hierna: het appartement) tegen een door [gedaagde] aan [eiseres] te betalen maandelijkse huur van Afl. 1.075,-. Deze huurovereenkomst is tot stand gekomen door bemiddeling van makelaar Aruba Happy Rentals (hierna: AHR).
2.3
Op 9 juli 2022 stuurt [gedaagde] de directeur van AHR het volgende whatsapp-bericht:
“(…) I don’t stay here anymore. You can helpme to move other place? Say yes or not (…)”
2.4 [
gedaagde] heeft de huur over de maand augustus 2022 betaald.
2.5
Op 1 augustus 2022 heeft [gedaagde] een huurovereenkomst ondertekend met betrekking tot een woning gelegen te [woning adres].
2.6 [
eiseres] heeft het appartement te koop gezet. Dienaangaande heeft [eiseres] via AHR op 2 september 2022 een bod ontvangen.
2.7 [
eiseres] heeft de ontvangst van de betaling door [gedaagde] van de huur voor het appartement over de maand september 2022 geweigerd.
2.8
Bij koopovereenkomst van 4 oktober 2022 heeft [eiseres] het appartement verkocht. In die overeenkomst staat onder meer het volgende:

(…)
6.2
If Buyer accepts the real property in whole or in part while observing current rental, lease or rent-to-own agreements – Seller warrants that the installments not fallen due as yet at the time of the actual delivery have not or will not be disposed of; Seller warrants that, as of the time of the conclusion of this agreement, existing rental, lease or rent-to-own agreements will not be amended, the real property will not be rented out in whole or in part, surrendered for rent-to-own or surrendered for use in any other way, unless with written permission of Buyer-, Buyer declares to be familiar with content of the lease or rental or rent-to-own agreements.
(…).”.
2.9 [
eiseres] heeft de betaling van de huur door [gedaagde] over de maand oktober 2022 voor het appartement aan haar geretourneerd.
2.10 [
gedaagde] verblijft nog steeds in het appartement.

3.HET GESCHIL

3.1 [
eiseres] vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. [gedaagde] veroordeelt om binnen veertien (14) dagen na de betekening van dit vonnis het appartement te ontruimen met alle zich daarin van harentwege bevindende personen en goederen en het appartement met afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [eiseres];
b. [gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen Afl. 36,- per dag aan gebruiksvergoeding voor het appartement gerekend vanaf 1 september 2022 tot de dag dat het appartement zal zijn ontruimd;
c. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten en de nakosten van deze procedure, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 14 dagen na de uitspraak van dit vonnis.
3.2 [
eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij de door [gedaagde] gestuurde whatsappberichten en gedragingen heeft opgevat en mogen opvatten als een tot haar gerichte onmiddellijke opzegging van de huurovereenkomst, die [eiseres] heeft aanvaard. [gedaagde] verblijft dus zonder recht of titel in het appartement en zij dient tot ontruiming over te gaan, aldus nog altijd [eiseres]. Voorts is [gedaagde] [eiseres] een bedrag van Afl. 36,- per dag aan gebruiksvergoeding verschuldigd over de periode vanaf 1 september 2022 tot aan de dag waarop het appartement zal worden ontruimd.
3.3
De niet verschenen [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiseres] bij haar vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen.
4.2
Nu tegen [gedaagde] verstek is verleend is de thans te beantwoorden vraag of de tegen haar gerichte vorderingen van [eiseres] naar het voorlopig oordeel van het Gerecht niet ongegrond of niet onrechtmatig voorkomen. Het Gerecht overweegt het volgende.
4.3 [
eiseres] stelt als grondslag voor haar vorderingen dat zij de hiervoor omschreven door [gedaagde] gestuurde whatsappberichten en gedragingen heeft opgevat en mogen opvatten als een tot haar gerichte onmiddellijke opzegging van de huurovereenkomst op enig voor 1 september 2022 gelegen moment. Het Gerecht volgt [eiseres] niet in dat standpunt, omdat uit die berichten en gedragingen geen uitdrukkelijke en ondubbelzinnige wilsverklaring van [gedaagde] tot opzegging van de huur van het appartement in die zin blijkt. Het had in dat verband op de weg van [eiseres] gelegen om contact op te nemen met [gedaagde] en haar de vraag voor te leggen of zij al dan niet de huur van het appartement had opgezegd, zoals begrepen door [eiseres]. Het nalaten daarvan komt en blijft voor rekening en risico van [eiseres]. Dat [gedaagde] op 1 augustus 2022 om voor haar moverende redenen een huurovereenkomst met betrekking tot een andere woning heeft gesloten en spullen vanuit het appartement daarheen heeft gebracht, maakt het vorenstaande niet anders. Dat temeer omdat niet is gebleken dat [gedaagde] op enig moment de sleutels van het appartement heeft ingeleverd bij [eiseres] of bij AHR, terwijl is gesteld noch gebleken dat partijen hadden afgesproken dat dit nog voor 1 september 2022 zou gebeuren.
4.4
Vorenstaande brengt met zich de hiervoor onder 4.2 geformuleerde vraag ontkennend moet worden beantwoord. Bij die stand van zaken valt niet met grote mate van zekerheid te verwachten dat de vorderingen van [eiseres] in een bodemprocedure zullen worden toegewezen. Dat betekent dat de thans door [eiseres] verzochte voorzieningen moeten worden afgewezen.
4.5 [
eiseres] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [gedaagde], tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding bij verstek:
5.1
wijst de vorderingen van [eiseres] af;
5.2
veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [gedaagde], tot aan dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 22 februari 2023 in aanwezigheid van de griffier.