ECLI:NL:OGEAA:2024:186

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
AUA202200272
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over schade aan woning en bewijslevering door verhuurder

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een huurgeschil tussen eiseres en gedaagde. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft gedaagde, vertegenwoordigd door mr. lic. B.M. de Sousa, aangeklaagd wegens schade aan de woning die door gedaagde zou zijn veroorzaakt tijdens de huurperiode. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 6 december 2023, waarin een comparitie is gelast die op 16 januari 2024 heeft plaatsgevonden. Gedaagde is echter niet verschenen, wat heeft geleid tot een verwijzing naar de rol voor aktes uitlating van partijen.

In het tussenvonnis is vastgesteld dat eiseres moet bewijzen dat de schade aan de woning, zoals beschreven in het tussenvonnis, is veroorzaakt door gedaagde. De schade betreft onder andere gaten in de muren, die door gedaagde zijn erkend. Eiseres heeft de mogelijkheid gekregen om getuigen te horen om haar bewijs te leveren, met de voorwaarde dat zij de personalia van de getuigen uiterlijk drie dagen voor de zitting moet indienen. Het Gerecht heeft benadrukt dat de kosten van bewijslevering voor rekening komen van de verliezende partij en heeft partijen aangespoord om te proberen tot een minnelijke regeling te komen.

De zaak is verwezen naar de rolzitting van 18 september 2024 voor het nemen van een akte door eiseres. Het Gerecht heeft verder bepaald dat gedaagde niet in de gelegenheid wordt gesteld om een antwoordakte in te dienen. Het vonnis is uitgesproken op 21 augustus 2024 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 21 augustus 2024
Behorend bij A.R. AUA202200272
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiseres],
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. lic. B.M. de Sousa,

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 6 december 2023 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie heeft plaatsgevonden op 16 januari 2024. [Eiseres] is ter zitting verschenen samen met haar gemachtigde. Hoewel [gedaagde] wist dat er op 16 januari 2024 gecompareerd zou worden, is zij om voor haar moverende reden zonder kennisgeving niet ter zitting verschenen. Gelet op de aard van de zaak is die ter zitting niet inhoudelijk besproken, maar verwezen naar de rol voor aktes uitlating partijen ter beantwoording van de vraag of er in het licht van het tussenvonnis alsnog een minnelijke regeling tussen hen tot stand kon komen. Die aktes zijn genomen door partijen. Uit die aktes blijkt dat er geen minnelijke regeling tussen hen tot stand is gekomen.
1.2
Hierna is de zaak verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
2.2
Zoals in het tussenvonnis is overwogen zal [eiseres] moeten bewijzen dat de door haar gestelde schade aan de woning zoals weergegeven in het tussenvonnis onder 2.6, 2.7 en 3.1, behoudens de door [gedaagde] erkende gaten in de muren, is veroorzaakt door [gedaagde] ten tijde van de huur van de woning tot aan het moment waarop [gedaagde] de woning verliet op 1 augustus 2021.
2.3 [
Eiseres] zal zich bij akte kunnen uitlaten over de vraag of zij al dan niet door middel van het doen horen van getuigen (niet zijnde partijgetuigen) dat bewijs wenst te leveren. Als [eiseres] getuigen wil doen horen, zal zij uiterlijk drie dagen voor de daarvoor nog te bepalen zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuigen schriftelijk kenbaar moeten maken aan het Gerecht en aan [gedaagde], onder vermelding van de verhinderdata van partijen gedurende de komende drie maanden gerekend vanaf het dienen van bedoelde akte. Het eventuele getuigenverhoor zal plaatsvinden in de Nederlandse Taal. Indien [eiseres] getuigen voorbrengt die die taal niet of onvoldoende beheersen, zal zij zorg moeten dragen voor een professioneel optredende tolk.
2.4
Ten overvloede merkt het Gerecht op dat aan bewijslevering de nodige niet geringe kosten zijn verbonden. Die kosten komen uiteindelijk voor rekening van degene die de procedure verliest. De uitkomst van de bewijslevering is voor beide partijen onzeker. Het Gerecht acht het dan ook zinvol – om verdere kosten zo veel mogelijk te voorkomen – dat partijen andermaal een poging doen om met elkaar tot een oplossing van het onderhavige geschil te komen.
2.5
De zaak zal worden verwezen naar de rolzitting van 18 september 2024 voor het nemen van een akte door [eiseres] als hiervoor bedoeld. Gelet op de aard van die akte zal [gedaagde] niet in de gelegenheid worden gesteld om een antwoordakte te nemen.
2.6
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
- laat [eiseres] toe door middel van het doen horen van getuigen (niet zijnde partijgetuigen) te bewijzen dat de door haar gestelde schade aan de woning zoals weergegeven in het tussenvonnis van 6 december 2023 onder 2.6, 2.7 en 3.1, behoudens de door [gedaagde] erkende gaten in de muren, is veroorzaakt door [gedaagde] ten tijde van de huur van de woning tot aan het moment waarop [gedaagde] de woning verliet op 1 augustus 2021;
- verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 18 september 2024 voor akte uitlating
door [eiseres] ter beantwoording van de vraag of zij gebruik wenst te maken van de aan haar geboden gelegenheid om bewijs te leveren zoals hiervoor omschreven;
- bepaalt dat [gedaagde] niet in de gelegenheid wordt gesteld om een antwoordakte te nemen;
- bepaalt verder dat [eiseres], zo zij door middel van het doen horen van getuigen het aan haar opgedragen bewijs wenst te leveren, de personalia van de door haar voor te brengen getuigen uiterlijk drie dagen voor de nog te bepalen zitting schriftelijk dient door te geven aan het Gerecht en aan [gedaagde];
-
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 augustus 2024 in aanwezigheid van de griffier.
Zaaknummer: AUA202200272AR
Inhoudsindicatie: Huur. Tussenvonnis. Verhuurder zal moeten bewijzen dat de gestelde schade aan de woning is veroorzaakt door huurder ten tijde van de huur van de woning tot aan het moment waarop de huurder de woning verliet.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: Enkelvoudig