ECLI:NL:OGEAA:2024:199
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de rechtsgeldigheid van de arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en de Arubaaanse Luchtvaart Maatschappij N.V. (ALM) over een ontslag op staande voet. [Verzoeker] was sinds 30 mei 2018 in dienst bij ALM als steward en ontving een maandelijks salaris van Afl. 2.550,-. Op 23 juni 2023 werd hij door ALM op staande voet ontslagen, omdat hij niet was verschenen op een training die op die dag plaatsvond. [Verzoeker] heeft het ontslag niet geaccepteerd en stelde dat er geen dringende reden voor ontslag aanwezig was. Hij verzocht het Gerecht om ALM te veroordelen tot doorbetaling van zijn loon en andere vergoedingen.
Tijdens de zittingen op 7 en 14 mei 2024 werd de zaak behandeld. ALM was aanvankelijk niet verschenen, maar later verschenen vertegenwoordigers van het bedrijf. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [verzoeker] zich op het moment van de aanzegging in Mexico bevond en daardoor niet op tijd kon terugkeren voor de training. Het Gerecht oordeelde dat de opdracht van ALM om op de training te verschijnen niet redelijk was, en dat het niet deelnemen aan de training geen dringende reden voor ontslag opleverde.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat [verzoeker] het ontslag terecht buitengerechtelijk heeft vernietigd en dat de arbeidsovereenkomst niet was geëindigd. ALM werd veroordeeld om het loon van [verzoeker] door te betalen, inclusief wettelijke verhogingen en rente. De kosten van de procedure werden ook aan ALM opgelegd. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en [verzoeker] kreeg verlof tot kosteloos procederen.