ECLI:NL:OGEAA:2024:210
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verbod op rechtshandelingen zonder volmacht in onverdeelde nalatenschap
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben eisers in conventie, bijgestaan door hun advocaat mr. G. de Hoogd, een vordering ingediend tegen gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mr. R.J. Kock. De eisers vorderen dat gedaagde wordt verboden om zonder rechtsgeldige volmacht van alle erven rechtshandelingen te verrichten met betrekking tot de onverdeelde nalatenschap van wijlen [betrokkene]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 1 juli 2024 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 juli 2024. Tijdens deze zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en is er een eiswijziging door eisers toegelaten.
De feiten van de zaak zijn als volgt: eisers zijn erfgenamen van wijlen [betrokkene], die op 27 augustus 1946 is overleden. Gedaagde heeft zonder volmacht van alle deelgerechtigden koopovereenkomsten gesloten met derden voor de verkoop van grondstukken die deel uitmaken van de nalatenschap. Eisers stellen dat gedaagde onbevoegd handelt en verzoeken om een verbod op deze handelingen. Gedaagde heeft ter zitting erkend geen volmacht te hebben en heeft aangegeven te stoppen met het onderhouden van contact met potentiële kopers.
Het Gerecht oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de vorderingen van eisers. Het Gerecht bevestigt dat alleen de deelgerechtigden gezamenlijk bevoegd zijn tot het verrichten van beschikkingshandelingen met betrekking tot de nalatenschap. Het Gerecht wijst de vorderingen van eisers toe en legt gedaagde een dwangsom op voor het geval zij zich niet aan het verbod houdt. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten van eisers. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur op 26 juli 2024.