Uitspraak
[Belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2007 in Aruba,
De Voogdijraad, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de man verzocht om de erkenning van de minderjarige te vernietigen, omdat hij stelt niet de biologische vader te zijn. De procedure begon met een eerdere beschikking van 4 juli 2023 en werd voortgezet met een mondelinge behandeling op 25 juni 2024. Tijdens deze zitting was de minderjarige aanwezig, maar weigerde zij om mee te werken aan een DNA-onderzoek, ondanks dat de moeder aanvankelijk ook weigerde maar later bereid was om mee te werken. Het gerecht moest nu beoordelen of de minderjarige gedwongen kon worden om haar medewerking te verlenen aan het DNA-onderzoek.
Het gerecht overwoog dat het recht op informatie over biologische afstamming een fundamenteel recht is, maar dat dit recht niet absoluut is. De belangen van de minderjarige, die op dat moment 17 jaar oud was, werden zwaarder gewogen dan die van de man. De minderjarige had aangegeven dat zij niet wilde meewerken aan het onderzoek, en het gerecht concludeerde dat zij in staat was om een weloverwogen beslissing te maken over haar afstamming. De rechter merkte op dat de minderjarige op 22 april 2025 meerderjarig zou worden en dan zelf kon beslissen of zij meer duidelijkheid wilde over haar afstamming.
Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek van de man afgewezen, omdat zonder de medewerking van de minderjarige geen uitsluitsel kon worden gegeven over de biologische relatie. De resultaten van het DNA-onderzoek die de man had ingediend, voldeden niet aan de vereiste criteria, wat ook bijdroeg aan de beslissing om het verzoek af te wijzen. De beschikking werd gegeven door rechter-plaatsvervanger J. Roovers op 17 september 2024.