Uitspraak
HYDRA REALTY V.B.A.,
1.DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
Voor Appartementen”.
(…).
(…)
Gelezen:
Het verzoek d.d. 15 februari 2019 t.n.v. (…) Hydra (…).
De Landsverordening Uitgifte Eigendommen (…) zoals gewijzigd bij Landsverordening AB 1995 no. 49
Het recht van optie wordt verleend tot het verkrijgen van het recht van erfpacht op een perceel domeingrond met als bestemming voor het daarop optrekken, hebben en exploiteren van een appartementencomplex voor langere huurduur met bijbehorende faciliteiten, conform een door de Dienst Openbare Werken goedgekeurd bouwplan en af te geven bouwvergunning.
Het recht van optie wordt verleend voor de duur van zes (6) maanden, aanvangende per dagtekening van de factuur behorende bij deze beschikking.
3.Verlenging van de optieperiode is niet mogelijk.
(…).
Binnen de optietermijn dient het volgende ter goedkeuring aan de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu te worden overgelegd:
(…).
Inzetten op kwaliteit in plaats van op kwantiteit, zowel wat betreft de verblijfsaccommodaties (hotels en condominiums), de voorzieningen als de openbare ruimte;
Verblijfsrecreatie in hotel, verblijfsrecreatie appartementencomplexen en recreatiewoningen.
3.HET GESCHIL
4.DE BEOORDELING
Voor Appartementen”. Daarbij is niet vermeld of dat complex is bedoeld voor lange of korte verhuurduur. Naar aanleiding van die aanvraag is de hiervoor onder 2.3 vermelde beschikking-1 geslagen en uitgereikt aan Hydra. Hoewel dat niet door Hydra is aangevraagd blijkt uit die beschikking dat het Land de aanvraag van Hydra om voor hem moverende doch voor het Gerecht onbekende redenen heeft geïnterpreteerd als uitgifte in commerciële erfpacht van het perceel met als bestemming het optrekken, hebben en exploiteren van een appartementencomplex met bijbehorende faciliteiten voor langere huurduur. Hydra heeft, anders dan in deze procedure, niet tegen die door het Land aan het perceel verbonden bestemming geprotesteerd en heeft haar hele businessplan aan die bestemming aangepast.
Het recht van optie wordt verleend voor de duur van zes (6) maanden, aanvangende per dagtekening van de factuur behorende bij deze beschikking.”.De bij die beschikking behorende factuur is gedagtekend 2 juli 2019.
voor langere huurduur. Dit terwijl het Land wist of behoorde te weten dat die bestemming met betrekking tot het perceel niet uitvoerbaar was, daar in strijd met het toen geldende ROP en het o-ROPV (en thans het ROPV). Bij die stand van zaken brengen maatstaven van redelijkheid en billijkheid met zich dat het op de weg van het Land had gelegen om in het licht van de door hem gemaakte omissie met Hydra tot een oplossing te komen, door in overleg met haar te komen tot wijziging van de in het optierecht omschreven bestemming van het door Hydra beoogde op het perceel te realiseren appartementencomplex voor verhuur voor langere duur tot verhuur voor een duur niet langer dan 90 dagen. Met die wijziging was/is het aan Hydra verleende optierecht in beginsel wel uitvoerbaar [3] . Door dat niet te doen heeft het Land naar het oordeel van het Gerecht ontoelaatbaar onzorgvuldig ofwel onrechtmatig gehandeld jegens Hydra. Er zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd door het Land die nopen tot een andersluidend oordeel.
Moratorium”.