ECLI:NL:OGEAA:2024:24

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
AUA202304344
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen door ontoelaatbaar handelen werknemer

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 27 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Compania Arubiano di Bus N.V. (Arubus) en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 16 april 1993 in dienst bij Arubus en had een functie waarbij hij met bedrijfsgelden omging. De ontbinding werd verzocht op basis van gewichtige redenen, specifiek wegens ontoelaatbaar handelen van de werknemer.

De feiten van de zaak tonen aan dat de werknemer op 16 september 2023 een kastekort van ongeveer Afl. 1.200,00 had geconstateerd, maar dit niet tijdig meldde aan zijn werkgever. In de daaropvolgende dagen heeft hij zich ziek gemeld en heeft hij geld en Smart Cards van Arubus meegenomen naar huis, wat in strijd was met de kasinstructies van het bedrijf. Arubus heeft een onderzoek ingesteld en geconcludeerd dat de werknemer herhaaldelijk in strijd met de bedrijfsregels heeft gehandeld, wat het vertrouwen in hem ernstig heeft geschaad.

De rechter oordeelde dat het handelen van de werknemer op 16 en 18 september 2023 zodanig ernstig was dat dit een gewichtige reden vormde voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 28 februari 2024, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan de werknemer, die als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd en in de proceskosten werd veroordeeld.

Uitspraak

Beschikking van 27 februari 2024
Behorend bij E.J. AUA202304344
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
COMPANIA ARUBIANO DI BUS N.V.,
te Aruba,
verzoekster, hierna ook te noemen: Arubus,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.A. Ruiz en I.R. Wever,
tegen:
[Naam verweerder],
te Aruba,
verweerder, hierna ook te noemen: [verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties van Arubus, ingediend ter griffie op 18 december 2023;
- het verweerschrift van [verweerder];
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 22 januari 2024.
1.2
Ter zitting is namens Arubus verschenen, [naam CFO], CFO, bijgestaan door de gemachtigden. [verweerder] is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Partijen hebben het woord gevoerd, Arubus mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota, en [verweerder] mede aan de hand van het overgelegde en voorgedragen verweerschrift. Partijen hebben op elkaars stellingen gereageerd of kunnen reageren en hebben vragen van het Gerecht beantwoord.
1.3
Hierna is beschikking bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1 [
verweerder] is sinds 16 april 1993 voor onbepaalde tijd in dienst van Arubus in de functie van [functie] tegen een salaris van laatstelijk Afl. 4.003,50 bruto per maand.
2.2
Op zaterdag 16 september 2023 tegen het einde van zijn shift heeft [verweerder] geconstateerd dat er een kastekort was van ongeveer Afl. 1.200,00 aan de verkoop van Smart Cards. [verweerder] is vervolgens naar huis gegaan zonder dit te melden aan Arubus. Op zondag 17 september 2023 had [verweerder] een vrije dag. Op maandag 18 september 2023 is [verweerder] om 10.00 uur op het werk verschenen en heeft hij zijn collega [naam collega] gebeld en verteld dat hij op 16 september 2023 een tekort had geconstateerd. Zij adviseerde [verweerder] om zijn leidinggevende hierover in te lichten. Hierna heeft [verweerder] om 10.20 uur een e-mail naar de directeur van Arubus gestuurd waarin hij schreef wat hij op 16 september 2023 had ontdekt. Vervolgens heeft [verweerder] zich omstreeks 10.55 uur ziek gemeld bij [Collega].
2.3
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft [verweerder] op 21 september 2023 arbeidsgeschikt verklaard. [verweerder] heeft zich die dag opnieuw ziek gemeld. Op 25 september 2023 heeft de SVB [verweerder] weer arbeidsgeschikt verklaard en diezelfde dag heeft hij zich wederom ziek gemeld. Op 28 september 2023 moest [verweerder] van de SVB weer aan het werk en opnieuw heeft hij zich die dag ziek gemeld.
2.4
Op de dag van zijn ziekmelding op 18 september 2023 had [verweerder] de geldkist en de resterende Smart Cards (buskaarten) mee naar huis genomen die hij nog altijd in zijn bezit had. Arubus heeft op 28 september 2023 een door de deurwaarder betekende brief aan [verweerder] doen toekomen met het verzoek om de deurwaarder toe te staan om de geldkist en Smart Cards bij [verweerder] op te halen en bij Arubus af te leveren voor onderzoek.
2.5
Het daarop door Arubus verrichte onderzoek wees uit dat er een tekort was van in totaal Afl. 153,80 aan petty cash in de geldkist. Voor de Smart Cards had [verweerder] een bedrag van Afl. 1.741,25 aan Arubus dienen af te dragen naast hetgeen hij op 16 september 2023 had gestort.
2.6
Verder bleek dat [verweerder] vanaf 30 september 2023 weer arbeidsgeschikt was verklaard door de SVB, terwijl [verweerder] bij navraag verklaarde dat hij tot 6 oktober 2023 arbeidsongeschikt was verklaard. Hierop heeft Arubus [verweerder] bij brief van 2 oktober 2023 voor drie dagen disciplinair geschorst zonder behoud van loon. Op 4 oktober 2023 heeft Arubus [verweerder] nader bevraagd over de tekorten, waarna Arubus heeft besloten [verweerder] met ingang van 6 oktober 2023 te schorsen hangende verder onderzoek.
2.7
In het onderzoeksrapport van Arubus is het volgende geconcludeerd:

5.1 Belangrijkste bevindingen en hun implicaties
Uit het uitgevoerde onderzoek valt te concluderen dat [verweerder] niet conform de door hem ontvangen kasinstructies en verantwoordelijkheden voortvloeiende uit zijn functie heeft gehandeld. [verweerder] neemt zijn geldkist en het daarin bevindende voorraad geld en smartcards mee naar huis op 16 en 18 september 2023, zulks in overtreding met punt 2 van de kasinstructie (zie bijlage 10). Verder is ook te zien hoe [verweerder] een biljet van Afl. 25 uit zijn geldkist haalt en in zijn hemdzakje stopt. Het is achteraf gezien onmogelijk om te valideren of de uitleg van [verweerder] wel of niet klopt. Bovendien verlaat [verweerder] het loket tijdens zijn dienst om te gaan lunchen met een aanzienlijke hoeveelheid geld op het bureau met alle risico’s van dien.
Er zijn geen indicaties van de betrokkenheid van andere Arubus medewerkers bij dit geval.
De schendingen van bedrijfsbeleid door [verweerder], zoals geconstateerd in de bevindingen, hebben geleid tot ernstige implicaties voor zijn integriteit als [functie] die dagelijks met gelden en geldswaarden van Arubus moet omgaat.
5.2
Beoordeling van het bewijs
Op basis van zorgvuldige evaluatie van de bevindingen door het onderzoeksteam is er overtuigend bewijs dat [verweerder] in strijd met bedrijfsbeleid heeft gehandeld. Het onderzoeksteam heeft kunnen constateren dat er een tekort is van Afl. 1.895.05.”
2.8
Bij brief van 14 november 2023 is namens Arubus het onderzoeksrapport aan [verweerder] toegestuurd en is [verweerder] in afwachting van de onderhavige procedure ontheven van zijn werkverplichtingen met behoud van loon. Voorts is [verweerder] in de gelegenheid gesteld om binnen vijf dagen schriftelijk op het definitieve onderzoeksrapport te reageren. [verweerder] heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

3.HET GESCHIL

3.1
Arubus verzoekt het Gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen, op grond van (een) dringende reden(en) dan wel verandering van omstandigheden, te ontbinden, met veroordeling van [verweerder] in de kosten van de procedure.
3.2
Arubus heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat [verweerder] in strijd heeft gehandeld met de kasinstructie van Arubus. Daar komt bij dat, gezien de functie van [verweerder], een [functie] die dagelijks met bedrijfsgelden omgaat, het voor Arubus van essentieel belang is dat zij [verweerder] kan vertrouwen. Dat vertrouwen is er niet meer. Arubus heeft dan ook recht en belang bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan [verweerder].
3.3 [
verweerder] heeft verweer gevoerd en primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek, met veroordeling van Arubus in de kosten van het geding. Subsidiair heeft [verweerder] verzocht, indien het Gerecht tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst overgaat, aan hem een vergoeding naar redelijkheid ten laste van Arubus toe te kennen.
3.4
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de uitspraak van belang, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Beoordeeld dient te worden of de arbeidsovereenkomst tussen partijen dient te worden ontbonden. In artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) is bepaald dat ieder van de partijen te allen tijde bevoegd is zich tot de rechter in eerste aanleg te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen te ontbinden. Als gewichtige redenen worden beschouwd omstandigheden die een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677, eerste lid BWA, zouden hebben opgeleverd indien de arbeidsovereenkomst deswege onverwijld opgezegd zou zijn, alsook veranderingen in de omstandigheden, welke van dien aard zijn, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
4.2
Arubus meent allereerst dat sprake is van een dringende reden om de arbeidsovereenkomst te ontbinden gelegen in hetgeen zich heeft voorgedaan op 16 en
18 september 2023 met betrekking tot de geldkist en de Smart Cards, alsmede het handelen van [verweerder] in strijd met de kasinstructie en de plichten die hij grovelijk heeft veronachtzaamd. Op grond daarvan heeft Arubus geen vertrouwen meer in [verweerder]. [verweerder] heeft hiertegen aangevoerd dat hij het bestaan van het kasverschil op 16 september 2023 erkent, maar dat hij zich het geld niet heeft eigen gemaakt. Daarnaast heeft hij Arubus aangeboden het kasverschil terug te betalen. Gedurende zijn dienstverband van ruim dertig jaar bij Arubus heeft hij geen problemen gehad die uitmondden in een disciplinaire maatregel. In het verleden voorkomende kleine kasverschillen werden verrekend met de salarisuitbetalingen. Een ontbinding van de arbeidsovereenkomst is een te zware maatregel.
4.3
Overwogen wordt als volgt. [verweerder] heeft erkend dat hij in september 2023 geld van Arubus heeft meegenomen en de kasinstructie van Arubus niet heeft gevolgd. Die ook voor [verweerder] kenbare instructie schrijft onder meer voor dat aan Arubus toehorende gelden en/ of geldwaarden niet door medewerkers van Arubus meegenomen mogen worden (naar huis). Daarnaast heeft [verweerder] ter zitting erkend dat hij eerder, één of twee jaar geleden, geld van Arubus heeft meegenomen en de kasinstructie op dit punt ook toen niet heeft gevolgd. Daar is [verweerder] destijds door Arubus op aangesproken en hij is erop gewezen dat hij de kasinstructie altijd moet volgen. [verweerder] was dan ook een gewaarschuwd man. Toch is [verweerder] opnieuw in de fout gegaan, nu vast staat dat hij op 16 en 18 september 2023 geld van Arubus mee naar huis heeft genomen en aldus de kasinstructie wederom niet heeft gevolgd. [verweerder] heeft daarmee herhaalde malen ontoelaatbaar gehandeld jegens Arubus en heeft voor dit handelen geen afdoende verklaring gegeven. Dit brengt mee dat Arubus op goede gronden meent dat zij [verweerder] niet kan langer kan vertrouwen en dat van haar niet kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst van [verweerder] te laten voortduren. Juist in een functie als die van [verweerder], waarin gelden van de werkgever aan de werknemer worden toevertrouwd, mag een hoge mate van integriteit worden verwacht. Het herhaaldelijk ontoelaatbaar handelen van [verweerder] maakt dat het door Arubus in [verweerder] noodzakelijk te stellen vertrouwen in zeer ernstige mate is geschonden. De omstandigheid dat [verweerder] het kasverschil wil terug betalen door maandelijkse inhoudingen op zijn salaris, doet hieraan niet af.
4.4
Op grond van het voorgaande is het Gerecht van oordeel dat het handelen van [verweerder] op 16 en 18 september 2023 zodanig ernstig is, dat sprake is van een gewichtige reden in de zin van gewijzigde omstandigheden die de ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Die arbeidsovereenkomst zal dan ook met ingang van 28 februari 2024 worden ontbonden. De overige stellingen van partijen behoeven daarom geen bespreking meer. Aangezien de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden om redenen die geheel aan [verweerder] te wijten zijn, is er geen grond om aan [verweerder] ten laste van Arubus een ontbindingsvergoeding toe te kennen.
4.5 [
verweerder] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van Arubus gevallen. Deze kosten worden tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 450,-- aan griffiegeld en Afl. 2.500,-- aan salaris van de gemachtigde.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van 28 februari 2024;
-veroordeelt [verweerder] in de kosten van deze procedure aan de zijde van Arubus gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.950,--.
-verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 27 februari 2024 in aanwezigheid van de griffier.