In deze zaak heeft verzoeker, werkzaam bij INEVESTO SECURE NV, op 24 mei 2024 een verzoek ingediend bij zijn werkgever om een reparatietoeslag uit te keren. Deze toeslag werd niet uitbetaald, waarna verzoeker op 1 september 2024 een klacht indiende bij de inspecteur. De inspecteur verklaarde de klacht ongegrond, wat leidde tot bezwaar van verzoeker op 1 oktober 2024. Op 9 oktober 2024 verzocht verzoeker het gerecht om een voorlopige voorziening, welke op 13 november 2024 werd behandeld. Tijdens de zitting waren verzoeker, de inspecteur en de gemachtigde van de werkgever, L.N. Richardson, aanwezig.
Het gerecht oordeelde dat verzoeker niet in aanmerking komt voor de reparatietoeslag, omdat hij minder verdient dan het wettelijk minimumloon. Dit is een vereiste volgens de Landsverordening reparatietoeslag. Verzoeker stelde dat hij recht had op de toeslag, omdat hij als parttimer aangemerkt zou moeten worden, maar het gerecht oordeelde dat hij niet voldeed aan de voorwaarden van de Landsverordening. De inspecteur had terecht vastgesteld dat verzoeker niet in aanmerking kwam voor de reparatietoeslag, omdat zijn uurloon onder het minimumloon ligt.
De rechter benadrukte dat verzoeker zijn werkgever moet aanspreken op het te lage salaris, aangezien dit ook invloed heeft op zijn recht op de reparatietoeslag. De uitspraak werd gedaan door mr. B.J. van Ettekoven en uitgesproken op 27 november 2024. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.