Uitspraak
DE PROCEDURE
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) en een gedaagde partij. IFA vorderde betaling van een bedrag van Afl. 20.440,58, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde verweerde zich tegen de vordering en concludeerde tot afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Tijdens de zitting op 15 oktober 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de leningsovereenkomst tussen IFA en de gedaagde een rentepercentage bevatte dat hoger was dan het maximaal toegestane percentage volgens een eerdere uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Hierdoor is de overeenkomst deels nietig verklaard. Het Gerecht heeft geoordeeld dat IFA geen recht heeft op de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat zij niet heeft aangetoond dat zij zich aan de wettelijke rente heeft gehouden. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van financiële instellingen om zich aan de wetgeving te houden en de gevolgen van het niet naleven van de maximale rentepercentages. Het Gerecht heeft de gedaagde in het ongelijk gesteld, maar heeft de vordering van IFA tot incassokosten afgewezen, wat een belangrijke uitspraak is voor soortgelijke zaken in de toekomst.