ECLI:NL:OGEAA:2025:135
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de nalatenschap tussen broer en zus met betrekking tot onroerend goed en inboedel
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de verdeling van de nalatenschap van de moeder van de partijen, die op 24 juli 2022 is overleden. De betrokken partijen zijn broer en zus, die gezamenlijk erfgenamen zijn. De nalatenschap omvat een woning met twee appartementen, inboedel, een bankrekening en een SAM-uitkering. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 11 december 2024, waarin partijen zijn verzocht om uitlating over bepaalde onderwerpen. Op 21 mei 2025 heeft het Gerecht een vonnis uitgesproken waarin de woning aan de eiser in conventie is toegedeeld, onder de verplichting om een overbedelingsvergoeding aan de gedaagde in conventie te betalen. De waarde van de woning is vastgesteld op Afl. 674.853,50, en de eiser moet Afl. 337.426,75 aan de gedaagde betalen. Daarnaast zijn er bepalingen opgenomen over de verdeling van de inboedel, de kosten van de woning en de te betalen utiliteitskosten. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.