ECLI:NL:OGEAA:2025:138

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
AUA202401935
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schadevergoeding na ongeval met onverzekerde auto

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert de naamloze vennootschap Boogaard Assurantien N.V. schadevergoeding van de gedaagde, die wordt beschuldigd van aansprakelijkheid voor een ongeval dat plaatsvond op 25 januari 2023. De eiseres, Boogaard, stelt dat de gedaagde ten tijde van het ongeval eigenaar was van de onverzekerde auto die betrokken was bij de aanrijding. De schade aan de andere auto, die allrisk verzekerd was, is vergoed door de verzekeraar Fatum General Insurance Aruba N.V., die Boogaard heeft gevolmachtigd om de schade te verhalen. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat hij de eigenaar was van de onverzekerde auto. Het Gerecht heeft in een tussenvonnis bepaald dat Boogaard bewijs moet leveren dat de gedaagde de eigenaar was van de auto ten tijde van het ongeval. De zaak is verwezen naar een zitting waar getuigen kunnen worden gehoord om dit bewijs te leveren. De uitspraak van het Gerecht houdt in dat Boogaard de gelegenheid krijgt om getuigen te horen en dat verdere beslissingen worden aangehouden tot na de bewijslevering.

Uitspraak

Vonnis van 21 mei 2025
Behorend bij A.R. nr. AUA202401935
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
BOOGAARD ASSURANTIEN N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Boogaard,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes.
1.
DE PROCEDURE
1.1 Het verloop van de procedure tot 18 september 2024 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2024. Boogaard is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door [Claims Officer] (Claims Officer bij Bogaard); [gedaagde] is verschenen met haar gemachtigde. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.2 Vonnis is nader bepaald op heden.

2.HET GESCHIL

2.1
Boogaard vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. [Gedaagde] veroordeelt om aan Boogaard te betalen Afl. 18.326,13, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag, uit hoofde van schadevergoeding, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 26 januari 2023 althans vanaf een door het Gerecht te bepalen andere datum;
b. [Gedaagde] veroordeelt om aan Boogaard te betalen Afl. 1.500,--, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag, aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 26 januari 2023 althans vanaf een door het Gerecht te bepalen andere datum;
c. [Gedaagde] veroordeelt om aan Boogaard te betalen Afl. 171,20, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag, aan vergoeding voor deskundigenkosten, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 26 januari 2023 althans vanaf een door het Gerecht te bepalen andere datum;
d. ten opzichte van vorenstaande een andere juist voorkomende beslissing neemt;
e. [Gedaagde] veroordeelt in de kosten en nakosten van deze procedure gevallen en nog te vallen aan de zijde van Boogaard, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de 14de dag na de uitspraak van dit vonnis.
2.2 [
Gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door Boogaard verzochte en tot uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van haar in de proceskosten.
2.3
Voor zover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt bij zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Niet in geschil tussen partijen is het volgende. De bestuurder van de personenauto met als kentekennummer [autokenteken 1] (hierna: auto-1) heeft op 25 januari 2023 een aanrijding veroorzaakt (hierna: het ongeval) met de personenauto met als kenteken [autokenteken 2] (hierna: auto-2). Auto-1 was ten tijde van het ongeval niet verzekerd, terwijl auto-2 allrisk was verzekerd bij Fatum General Insurance Aruba N.V. (hierna: Fatum), die Boogaard heeft gevolmachtigd om voor haar incassowerkzaamheden te verrichten en in eigen naam rechtszaken te entameren ten behoeve van het innen van verhaalschades. Onbekend is gebleven wie de bestuurder van auto-1 was ten tijde van het ongeval, terwijl [gedaagde] in elk geval tot en met 23 januari 2023 de eigenaar was van de auto. De schade aan auto-2 als gevolg van het ongeval bedroeg Afl. 17.776,42, en Fatum heeft die schade vergoed aan de eigenaar van die auto. Fatum heeft als gevolg van het ongeval Afl. 171,20 aan deskundigenkosten gemaakt en zij heeft Afl. 549,71 betaald voor een vervangende auto ten behoeve van de eigenaar van auto-2.
3.3
Boogaard stelt als grondslag voor haar vorderingen dat [gedaagde] ten tijde van het ongeval eigenaar was van auto-1, en aldus op grond van de wet aansprakelijk is voor de met die auto veroorzaakte (gevolg)schade zoals hiervoor omschreven. Die stelling heeft [gedaagde] voldoende gemotiveerd bestreden, waardoor die niet vast staat. Nu Boogaard bewijslevering heeft aangeboden, zal zij in de gelegenheid worden gesteld om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat [gedaagde] ten tijde van het ongeval eigenaar was van auto-1 [1] . De zaak zal daarvoor worden verwezen naar de in het dictum vermelde terechtzitting, tijdens welke maximaal 3 getuigen gehoord kunnen worden. Indien Boogaard meer getuigen wil doen horen, zal daarvoor na afloop van de zitting een nieuwe datum worden bepaald.
3.4
Boogaard dient uiterlijk drie dagen voor de zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar te maken aan het Gerecht en aan [gedaagde]. Het Gerecht wijst partijen erop dat het horen van getuigen in beginsel in de Nederlandse Taal plaats vindt. Boogaard moet - zo nodig - zelf zorgdragen voor tolk die de taal van de te horen getuige(n) en de Nederlandse Taal voldoende machtig is, daarbij rekening houdend met het gegeven dat de rechter een niet beroepshalve praktiserende tolk in beginsel niet accepteert.
3.5
In afwachting van bewijslevering en de daarna door partijen te nemen conclusies na bewijslevering zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-stelt Boogaard in de gelegenheid om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat [gedaagde] ten tijde van het ongeval de eigenaar was van auto-1;
-verwijst de zaak daartoe naar de terechtzitting van
donderdag 3 juli 2025 om 09:00 uurte houden in de enquêtezaal van het in Aruba te [adres] gelegen gerechtsgebouw, tijdens welke zitting niet meer dan 3 getuigen kunnen worden gehoord;
-bepaalt dat Boogaard uiterlijk drie dagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar dient te maken aan het Gerecht en aan [gedaagde];
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 mei 2025 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.De enkele omstandigheid dat auto-1 ten tijde van het ongeval bij de belastingdienst nog geregistreerd stond op naam van [gedaagde] levert niet meer op dan enig begin van bewijs, dat er voor zorgt dat Boogaard voldoende heeft gesteld om tot bewijslevering te worden toegelaten. Uit die enkele registratie volgt echter niet dat [gedaagde] ten tijde van het ongeval eigenaar was van auto-1.