ECLI:NL:OGEAA:2025:139
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van een lening in het kader van een liefdesrelatie met betwisting van de aard van de betalingen
In deze zaak vordert eiser, wonende te Aruba, dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 20.225,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 26 juli 2024. Eiser stelt dat hij dit bedrag aan gedaagde heeft geleend, terwijl gedaagde dit betwist en aanvoert dat de betalingen als giften zijn gedaan in het kader van hun liefdesrelatie. De procedure begon met een inleidend verzoekschrift op 26 juli 2024, gevolgd door een aantal schriftelijke stukken en een comparitie van partijen op 8 mei 2025. Eiser was aanwezig met zijn advocaat, terwijl gedaagde niet verscheen. Eiser heeft zijn standpunt toegelicht en bewijsstukken overgelegd, waaronder WhatsApp-berichten, waaruit blijkt dat gedaagde heeft ingestemd met de lening en toezeggingen heeft gedaan om het bedrag terug te betalen. Gedaagde heeft haar verweer niet onderbouwd met concrete feiten, waardoor het Gerecht oordeelt dat de vordering van eiser toewijsbaar is. Het Gerecht heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van het geding. Dit vonnis is uitgesproken op 21 mei 2025 door rechter T.A.M. Tijhuis.