Uitspraak
1.1[Eiser 1],hierna te noemen: [eiser 1],2[Eiser 2],hierna te noemen: [eiser 2],eisers,gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
1.[Gedaagde 1],
2. [Gedaagde 2],
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.
HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- het taxatierapport van de deskundige van 3 september 2024;
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiser 1] en [eiser 2];
- de conclusie na deskundigenbericht van [gedaagde 1] en [gedaagde 2];
- de antwoordakte van [eiser 1] en [eiser 2].
2.DE VERDERE BEOORDELING
29 november 2023 maar daar is toen geen oordeel aan verbonden. Het Gerecht oordeelt thans dat het tijdverloop op zich - en meer is er niet - [gedaagde 1] niet uit zijn verplichting tot het afleggen van r&v heeft ontslagen en ook niet tot gevolg heeft dat dit nu in het geheel niet meer van hem kan worden gevergd. Het heeft wel tot gevolg dat aan de specificatie van de r&v geen hoge eisen kunnen worden gesteld en dat ten dele kan worden volstaan met schattingen en verklaringen uit eigen herinnering of van derden. Aan het oordeel in het vonnis van 30 november 2022 voegt het Gerecht toe dat [gedaagde 1] aan de lastenkant van de r&v (aan de batenkant staan de huuropbrengsten) behalve de in dat vonnis genoemde kosten van onderhoud en beheer ook de kosten van de bouw van het appartement kan opnemen. Zonder die investering, die [gedaagde 1] onweersproken heeft gedaan en die hij in de conclusie van antwoord in grote lijnen heeft beschreven, waren er immers geen baten geweest.