Uitspraak
DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
is planned on a piece of property which is located immediately next to the leasehold property of Manchebo (…)”
In length discussed and decided location of new 60 room building,(…)”
Here, it was discussed when the Manchebo Beach, nowadays with the Bucuti wing (…)”
The Manchebo Beach Hotel N.V. hereby informs you, for regularity’s sake, that part of the building of the Aruba Bucuti Beach Hotel N.V., are built within the property limitations of Manchebo (…) long leased land.
3.HET GESCHIL
DE BE
OORDELING
nietonrechtmatig zijn geoordeeld. De rechtsvorderingen tot schadevergoeding stuiten bovendien af op het gegeven dat zij zijn verjaard. De verjaringstermijn bedraagt krachtens artikel 3:310 BW vijf jaar, vangt aan op de dag volgend op die waarop de benadeelde (Manchebo) zowel met de schade (het gemis van een deel van haar perceel) als met de daarvoor aansprakelijke persoon (Bucuti) bekend is geworden, en is gelet op hetgeen hiervoor onder 4.2 is overwogen ruimschoots voltooid. Ook de vorderingen hierboven onder 3.1 genoemd b) en f) worden afgewezen.
tournurevan Manchebo, van de gemotiveerde betwisting van de stelling van Bucuti dat tussen partijen een overeenkomst van bruikleen is gesloten of ontstaan naar het bestaan van zo’n overeenkomst, in rechte onaanvaardbaar. In de tweede plaats is niet gebleken van opzegging, ontbinding of andere wijze van beëindiging van zo’n overeenkomst, die voor Bucuti een verplichting tot ontruiming zou hebben geschapen. De brief van 28 april 2005 noch het inleidend verzoekschrift bevatten enige passage die duidt op (een voornemen van) opzegging van enige overeenkomst. In de derde plaats zou bij opzegging van de overeenkomst, die (veronderstellenderwijs aannemend dat hij bestaat) meer dan 30 jaar heeft geduurd en wederzijds is nagekomen, mede gelet op de gerechtvaardigde belangen van partijen, een zeer ruime opzegtermijn in acht moeten worden genomen. Het belang van Bucuti bij het blijven gebruiken van het perceel, decennialang onderdeel van haar hotelbedrijf, is evident terwijl Manchebo in de toelichting van haar belang bij ontruiming slechts heeft gesteld dat zij het terrein nodig heeft voor uitbreiding. In de vierde plaats zou een oplossing langs de lijn van artikel 5:54 BW, waarbij Manchebo (vanzelfsprekend tegen betaling) enig zakelijk recht op het perceelsgedeelte zou verkrijgen, in dat geval ten minste moeten worden onderzocht. Ook de vordering hierboven onder 3.1 genoemd d) wordt afgewezen.
Afl. 3.125,- (2,5 x tarief 5) aan salaris gemachtigde.