ECLI:NL:OGEAA:2025:174

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
25 juni 2025
Zaaknummer
AUA202400952
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstekvonnis en opheffing van hypotheekrecht in civiele procedure tussen Sunrise Properties N.V. en Caribbean Financial Services B.V.

In deze civiele procedure heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 april 2025 uitspraak gedaan in de zaak tussen Sunrise Properties N.V. (hierna: Sunrise) en Caribbean Financial Services B.V. (hierna: CFS). Sunrise heeft verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 2 oktober 2013, waarbij CFS een hypotheekrecht op een perceel eigendomsgrond van Sunrise was toegewezen. Sunrise vorderde in verzet dat het verstekvonnis werd vernietigd en de vordering van CFS werd afgewezen. CFS heeft in de verzetprocedure geen verweer gevoerd, omdat zij inmiddels niet meer bestaat. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het verstekvonnis niet aan Sunrise is betekend, waardoor het verzet tijdig is ingesteld. Het Gerecht heeft de vorderingen van CFS afgewezen en het verstekvonnis vernietigd. Tevens is de hypotheekakte van 20 december 2013 vernietigd en is het conservatoir beslag dat door CFS was gelegd, waardeloos verklaard. Sunrise is veroordeeld in de proceskosten van CFS, die zijn begroot op Afl. 400,- aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde. De beslissingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 16 april 2025
Behorend bij A.R. AUA202400952
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
SUNRISE PROPERTIES N.V.,
te Aruba,
eiseres in verzet, oorspronkelijk gedaagde, hierna ook te noemen: Sunrise,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie,
tegen:
CARIBBEAN FINANCIAL SERVICES B.V.,
te Curaçao,
gedaagde in verzet, oorspronkelijk eiseres, hierna ook te noemen: CFS,
gemachtigde: aanvankelijk de advocaat mr. G.W. Rep, thans geen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verstekvonnis van 2 oktober 2013;
- het verzetschrift 22 maart 2024;
- het oproepexploit van 5 juli 2024, waarin CFS openbaar is opgeroepen te verschijnen ter terechtzitting van 16 oktober 2024;
- de rolzitting van 16 oktober 2024, waar CFS niet is verschenen;
- de rolbeschikking van 27 november 2024;
- de akte van Sunrise van 15 januari 2024.
1.2
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 11 april 2013 is op verzoek van CFS conservatoir beslag gelegd op een perceel eigendomsgrond van Sunrise te [adres 1] (hierna: het perceel).
2.2
CFS heeft op 25 april 2013 de vordering in de hoofdzaak ingediend. In dit verzoek heeft CFS gevorderd dat – samengevat – het door het Gerecht te wijzen vonnis in de plaats treedt van de medewerking van Sunrise om een hypotheekrecht te vestigen op het perceel onder gelijkluidende voorwaarden als Sunrise eerder met Aruba Bank overeen was gekomen.
2.3
Sunrise is in die procedure niet verschenen, waarna tegen haar verstek is verleend.
2.3
Bij (verstek)vonnis van 2 oktober 2013 (hersteld op 23 oktober 2013) zijn de vorderingen van CFS toegewezen.
2.4
Naar aanleiding van het verstekvonnis is op 20 december 2013 ten gunste van CFS een hypotheekrecht gevestigd op het perceel van Sunrise.
2.5
Volgens de informatie van de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Curaçao is CFS sinds 21 september 2023 is opgehouden te bestaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Sunrise vordert in deze verzetprocedure dat het Gerecht het verstekvonnis zal vernietigen en (naar het Gerecht begrijpt) de vordering van CFS alsnog afwijst, met veroordeling van CFS in de proceskosten.
3.2
Bij wijze van voorwaardelijke eis in reconventie vordert Sunrise:
i. dat het Gerecht het in opdracht van CFS gelegde beslag, c.q. ingeschreven hypotheekrecht waardeloos verklaart;
ii. te verstaan dat de bewaarder na inschrijving van het vonnis gemachtigd is om het beslag en de hypotheek die zijn ingeschreven op verzoek van CFS door te halen;
iii. met veroordeling van CFS in de proceskosten.
3.2
CFS heeft in de verzetprocedure geen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

In conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
4.1
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen van CFS en Sunrise zullen die hierna gezamenlijk worden beoordeeld.
Ontvankelijkheid
4.2
Allereerst moet worden beoordeeld of het verzet tijdig is ingesteld.
4.3
In het verstekvonnis heeft het Gerecht (op de voet van artikel 3:301 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)) bepaald dat zijn vonnis in de plaats zal treden van de benodigde medewerking van Sunrise aan de vestiging van het hypotheekrecht. Voor zo’n situatie bepaalt artikel 3:301 lid 2 BW dat, in afwijking van de “normale” termijnen voor het indienen van verzet zoals neergelegd in artikel 84 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de verzettermijn begint te lopen vanaf de datum waarop het vonnis aan de veroordeelde wordt betekend, ook als die betekening niet aan hem in persoon geschiedt.
4.4
Sunrise stelt dat het verstekvonnis nooit aan haar is betekend. Dat zou in strijd zijn met artikel 3:301 lid 1 BW, waarin staat dat een uitspraak op de voet van dat artikel alleen kan worden ingeschreven, als het is betekend aan degene die het aangaat. Het is het Gerecht opgevallen dat in de hypotheekakte van 20 december 2013 ook is opgenomen dat het verstekvonnis op 7 november 2013 aan Sunrise is betekend.
4.5
Omdat de informatie over de betekening van het vonnis en de vestiging van het hypotheekrecht zich in het domein van CFS bevinden, ligt het op haar weg om meer informatie over te leggen over de vraag of en wanneer de betekening van het verstekvonnis heeft plaatsgevonden. Omdat CFS in de verzetprocedure niet is verschenen (en zij kennelijk ook niet meer bestaat), kan het Gerecht CFS echter niet in de gelegenheid stellen om duidelijkheid te verschaffen over de manieren waarop het verstekvonnis is betekend en het hypotheekrecht is gevestigd. Dit betekent dat CFS de stellingname van Sunrise dat het vonnis niet aan haar is betekend, onvoldoende gemotiveerd heeft bestreden. Het Gerecht moet er dan ook van uitgaan dat het verstekvonnis niet aan Sunrise is betekend.
4.6
Dit betekent dat het verzet tijdig is ingesteld. Het Gerecht zal het verzet daarom inhoudelijk beoordelen.
Inhoudelijke beoordeling
4.7
CFS is degene die oorspronkelijk een vordering heeft ingesteld. In de verzetprocedure heeft zij zich niet gemeld. Het Gerecht zal de over en weer ingestelde vorderingen dus beoordelen aan de hand van de stellingen die zijn ingenomen in het verzoekschrift van CFS en het verzetschrift van Sunrise.
4.8
CFS heeft haar vordering tot (kort gezegd) vestiging van een hypotheekrecht op het perceel van Sunrise gebaseerd op de volgende stellingen:
- Aruba Bank had in het verleden een kredietrelatie met Explore Car Rental (hierna: Explore).
- In het kader van die kredietrelatie heeft Sunrise (ten behoeve van Explore) het perceel als zekerheid verschaft. De hypotheekakte ten gunste van Aruba Bank is verleden op 17 mei 2005.
- CFS en Explore hebben in 2007 een overeenkomst van geldlening gesloten. Daarbij is afgesproken dat CFS de lening die Explore bij Aruba Bank had, zal overnemen onder dezelfde voorwaarden als Aruba Bank had.
- In 2007 heeft CFS de schuld van Explore bij Aruba Bank afgelost, waardoor CFS een vorderingsrecht kreeg op Explore van AWG 2.586.008,50.
- Aruba Bank heeft het hypotheekrecht dat ten laste van Sunrise was gevestigd vrijgegeven.
- Tommy Orlando Habibe, de managing director van Sunrise, heeft in 2007 de geldleningovereenkomst tussen CFS en Explore namens Explore ondertekend. Sunrise was dus op de hoogte van de voorwaarden daarvan.
- CFS is op grond van artikel 6:150 sub d BW getreden in de rechten van Aruba Bank.
- Zoals afgesproken tussen CFS en Explore, moet ten gunste van CFS een hypotheekrecht worden gevestigd op het perceel van Sunrise.
4.9
In de verzetprocedure heeft Sunrise de stellingen van CFS gemotiveerd bestreden. Zij stelt zich (samengevat) op het standpunt dat Sunrise niet betrokken was bij de afspraken tussen Explore en CFS en dat zij ook niet aan die afspraken gebonden is. Dat is in beginsel juist: in de verhoudingen tussen Explore en CFS is Sunrise een derde, net zoals zij dat was in de daarvóór bestaande kredietrelatie tussen Explore en Aruba Bank. Dat Explore en CFS hebben afgesproken dat CFS dezelfde rechten en plichten zal krijgen als Aruba Bank, bindt Sunrise dus in beginsel niet.
4.1
CFS heeft nog gesteld dat zij is gesubrogeerd in de rechten van Aruba Bank als bedoeld in artikel 6:150 onder d BW. Dit is het Gerecht niet met CFS eens. Nog afgezien van het antwoord op de vraag of het ten laste van Sunrise gevestigde hypotheekrecht kan worden beschouwd als een “vordering” in de zin van artikel 6:150 BW, is er geen sprake van een overeenkomst tussen een “derde” (in dit geval dan CFS) en “schuldenaar” (in dit geval dan Sunrise) als bedoeld artikel 6:150 onder d BW. De afspraken zijn immers gemaakt door CFS en Explore, zonder dat Sunrise daarbij betrokken was.
4.11
Voor zover CFS heeft gesteld dat Sunrise op de hoogte was van de afspraken tussen Explore en CFS, geldt dat Sunrise die stelling gemotiveerd heeft bestreden. Uit de stellingen van CFS kan bovendien niet worden afgeleid dat Sunrise met de gemaakte afspraken heeft ingestemd. De enkele stelling van CFS dat [Sunrise managing director], de managing director van Sunrise, betrokken was bij de gesprekken tussen CFS en Explore, is onvoldoende om aan te nemen dat zijn kennis aan Sunrise moet worden toegerekend, laat staan dat Sunrise ermee heeft ingestemd dat ten gunste van CFS een hypotheekrecht zou worden gevestigd op haar perceel.
4.12
Dit betekent dat de stellingen van CFS niet kunnen slagen en dat haar vordering (alsnog) wordt afgewezen. Het verstekvonnis zal dus worden vernietigd.
4.13
Op basis van dit verstekvonnis is het hypotheekrecht gevestigd en is – zo begrijpt althans het Gerecht – het door CFS gelegde conservatoir beslag gehandhaafd. Nu de vordering van CFS alsnog wordt afgewezen, leidt dat ertoe dat het beslag moet worden opgeheven, dat de hypotheekakte zal worden vernietigd en (voor zover nodig) het hypotheekrecht zal worden doorgehaald. Het Gerecht zal de daartoe strekkende vorderingen in zoverre toewijzen. Ook de andere vorderingen van Sunrise worden bij gebrek aan verweer van CFS toegewezen.
4.14
Omdat Sunrise in het ongelijk wordt gesteld, wordt zij veroordeeld in de proceskosten van Sunrise (zowel in conventie als in reconventie). Die worden begroot op Afl. 400,- aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde (2 punten x tarief 5 van het liquidatietarief).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in conventie
5.1
verklaart het verzet gegrond en vernietigt het verstekvonnis van 2 oktober 2013 met zaaknummer AR 1045 van 2013;
5.2
wijst de oorspronkelijke vordering van CFS alsnog af;
in reconventie
5.3
vernietigt de hypotheekakte van 20 december 2013, waarin ten gunste van CFS een hypotheekrecht is gevestigd op het perceel eigendomsgrond (3.220 m2) te [adres 1] in Aruba, kadastraal bekend als Vierde Afdeling Sectie E nummer [kadastraal nummer], met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als [adres 2];
5.4
gelast het royement van (de inschrijving van) het in 5.3 genoemde hypotheekrecht;
5.5
verklaart het op 11 april 2013 door CFS ten laste van Sunrise gelegde conservatoir beslag op het in 5.3 genoemde perceel waardeloos;
5.6
haalt het onder 5.5 genoemde beslag door;
5.7
veroordeelt CFS in de proceskosten van Sunrise, die tot op heden worden begroot op Afl. 400,- aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde;
5.8
verklaart de beslissingen in 5.3 tot en met 5.7 uitvoerbaar bij voorraad;
5.8
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Brandt, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 april 2025 in aanwezigheid van de griffier.