ECLI:NL:OGEAA:2025:178

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
AUA202303776
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.P. van Unen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verklaring van koopovereenkomst en toestemming voor verdeling van nalatenschap

In deze zaak vorderen eisers, deelgenoten in de nalatenschap van de erflater, dat het Gerecht de koopovereenkomst voor recht verklaart en de notaris toestemming verleent om de verklaring van erfrecht op te maken en over te gaan tot verdeling van de onroerende zaak. De zaak betreft een perceel in erfpacht met een woning, dat door eiser 1 in 2013 is verkocht aan derden, maar waarbij de levering niet heeft plaatsgevonden vanwege het ontbreken van toestemming van alle gerechtigden in de nalatenschap. Gedaagden zijn niet verschenen, met uitzondering van gedaagde 1, die akkoord gaat met de vorderingen. Het Gerecht oordeelt dat de koopovereenkomst niet rechtsgeldig kan worden vastgesteld zonder de medewerking van alle deelgenoten. De notaris kan de verklaring van erfrecht opmaken zonder toestemming van de rechter, en de rechter kan geen bevel geven aan een niet-partij. Het Gerecht wijst de vorderingen van eisers af, maar geeft aan dat de notaris mogelijk een deel van de koopprijs kan uitkeren aan de eisers, afhankelijk van de erfgenamen. Het vonnis beveelt gedaagden om medewerking te verlenen aan de verkoop van de onroerende zaak en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 4 juni 2025
Behorend bij AUA202303776 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
1. [Eiser 1]wonend in Aruba,
2. [Eiser 2]wonend in Nederland,
3. [Eiser 2]wonend in Aruba,
4. [Eiser 4]wonend in Aruba,
5. [Eiser 5]wonend in Aruba,
6. [Eiser 6]wonend in Aruba,
7. [Eiser 7]wonend in Aruba,
8. [Eiser 8]wonend op Bonaire
9. [Eiser 9]wonend in Aruba,
10. [Eiser 10]wonend in de Verenigde Staten van Amerika,
eisers,
gemachtigde: de advocaat mr. M.O. Lopez,
tegen:

1.[Gedaagde 1],

zonder bekende woon- of verblijfplaats in Aruba of in het buitenland,
gedaagde,
verschenen bij [eiser 7] (eiseres sub 7),
2. [Gedaagde 2],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Aruba of in het buitenland,
3. [Gedaagde 3],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Aruba of in het buitenland,
4. [Gedaagde 4],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Aruba of in het buitenland,

5. ALLE BEKENDE EN ONBEKENDE ERVEN VAN WIJLEN [erflater]

die is overleden in Aruba op 25 juni 1999 (verder te noemen: de erflater),
gedaagden,
niet verschenen.

1. DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 19 oktober 2023, met producties 1 tot en met 21;
- de rolbeschikking van 20 november 2023 waarin de oproeping van gedaagden 1 t/m 4 is bevolen om schriftelijk te antwoorden op het verzoekschrift, op de zitting van
6 maart 2024;
- de rolbeschikking van 6 maart 2024 waarin de herhaalde oproeping van gedaagden 1 t/m 4 en de oproeping van mogelijke andere belanghebbenden, gedaagden 5, is bevolen om schriftelijk te antwoorden op het verzoekschrift op de zitting van
3 juli 2024;
- de verschijning op 3 juli 2024 van gedaagde 1;
- het op 3 juli 2024 tegen gedaagden 2, 3, 4 en 5 verleende verstek;
- de rolbeschikking van 13 november 2024 waarin de exploten van oproeping van gedaagden 4 en 5 nietig zijn verklaard (omdat zij zijn opgeroepen tegen de zitting van 6 juli 2024 in de plaats van 3 juli 2024) en waarin de herhaalde oproeping van deze gedaagden is bevolen tegen de zitting van 5 maart 2025;
- de op 26 februari 2025 tegen gedaagde 1 verleende akte van niet dienen van antwoord;
- het op 5 maart 2025 tegen gedaagden 4 en 5 verleende verstek.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.
2. DE FEITEN
2.1
Eisers en gedaagden zijn deelgenoten in de nalatenschap van de erflater. Tot de nalatenschap behoort een perceel in erfpacht aan de erflater uitgegeven grond met opstal (verder: de woning), kadastraal geregistreerd als Land Aruba Eerste Afdeling Sectie no. [kadastraal nummer], met als adres [adres], [plaats], Aruba (verder: de onroerende zaak).
2.2
Eiser 1 heeft, met volmacht van eisers 2, 3, 4 en 10, gedaagde 1 en [betrokkene 1] en [betrokkene 2], samen met [betrokkene 3], de onroerende zaak in november 2013 verkocht aan [betrokkene 4] en [betrokkene 5] (verder: de kopers). De kopers hebben de prijs van Afl. 270.000 betaald op de derdenrekening van notaris [notaris] (verder: de notaris). De kopers hebben hun intrek genomen in de woning. Levering van de onroerende zaak en doorbetaling van de koopprijs door de notaris aan de erven hebben niet plaatsgevonden vanwege het ontbreken van de toestemming en medewerking van alle gerechtigden in de nalatenschap van de erflater.
3. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1
Eisers vorderen dat het Gerecht:
a. de koopovereenkomst voor recht verklaart;
b. de notaris op grond van artikel 3:300 lid 2 BW toestemming verleent om de verklaring van erfrecht van de erflater op te maken en over te gaan tot verdeling van de onroerende zaak;
c. gedaagden beveelt te verschijnen bij de notaris om de akte van overdracht te ondertekenen en bepaalt dat bij gebreke van hun verschijning dit vonnis op basis van artikel 3:300 lid 3 BW in de plaats treedt van de akte van overdracht;
d. een onzijdig persoon te benoemen om gedaagden te vertegenwoordigen voor het geval dat zij – verschenen zijnde – mochten weigeren aan de verkoop en levering mee te werken;
e. (bepaalt dat) de notaris de aan de niet verschenen gedaagden toekomende gelden onder zich houdt houden totdat zij zelf aanwezig zijn;
f. in goede justitie een voorziening treft;
met veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
3.2
Alleen gedaagde 1 is verschenen (bij haar algemeen gevolmachtigde, eiseres 7). Blijkens de aantekening op de rolzitting van 3 juli 2024 is gedaagde 1 akkoord met de vorderingen. De overige gedaagden zijn niet verschenen, hun mogelijke standpunt is onbekend.
4. DE BEOORDELING
4.1
De (herhaalde) oproepingen van gedaagden hebben plaatsgevonden met inachtneming van de wettelijke termijnen en formaliteiten, zo blijkt uit de door eisers overgelegde exploten en publicaties daarvan. Gedaagden (behalve gedaagde 1, die met de vorderingen instemt) zijn niet verschenen en hebben dus niets betwist. In het algemeen betekent dit, krachtens art. 128 lid 1 tweede volzin Rv, dat de door eisers aan de vorderingen ten grondslag gelegde rechtsfeiten vaststaan en krachtens art. 79 lid 1 dat de daarop gebaseerde vorderingen worden toegewezen, tenzij deze de rechter ongegrond of onrechtmatig voorkomen. Dit geldt echter niet zonder meer voor rechtsfeiten waarvan de gevolgen niet ter vrije bepaling van partijen staan; daarvan kan de rechter bewijs verlangen. Voor de beoordeling is verder van belang dat de rechter zonder wettelijke grondslag geen bevel of toestemming kan geven, zeker niet aan een niet als partij in de procedure betrokken derde, en zeker niet om iets te doen waarvan de rechter niet op voorhand kan zeggen of het juist zal zijn. Binnen dit algemene kader oordeelt de rechter over de vorderingen als volgt.
4.2 (
a) Het is niet duidelijk wat eisers met deze vordering beogen en wat de grondslag ervan is. De rechter kan niet vaststellen dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is, alleen al omdat hij de kopers niet heeft gehoord, en de rechtsgeldigheid van de koopovereenkomst leent zich in deze zaak niet voor bewijslevering. Voor wat het waard is: het Gerecht ziet geen reden om aan de rechtsgeldigheid van de koopovereenkomst te twijfelen, behalve op het punt dat deze niet door alle deelgenoten in de nalatenschap als verkoper is ondertekend.
4.3 (
b) Het staat de notaris vanzelfsprekend vrij om de verklaring van erfrecht op te maken (zij het dat hij daartoe wegens het ontbreken van voldoende gegevens over alle erfgenamen en de omvang van hun aanspraken tot nu toe niet in staat is gebleken). De notaris behoeft daarvoor geen toestemming van de rechter, die deze ook niet kan geven. Ook het overgaan tot de verdeling van (de opbrengsten van) de onroerende zaak, al dan niet op basis van een verklaring van erfrecht, is om te beginnen een verantwoordelijkheid van de notaris. De rechter hoeft hem daartoe niet te machtigen, en kan dit zelfs niet.
4.4 (
c+d) Eisers hebben geen belang (gesteld) bij én de benoeming van een onzijdig persoon om gedaagden te vertegenwoordigen als zij niet meewerken aan de verkoop en levering én de beslissing dat hun medewerking aan de akte van overdracht zo nodig wordt vervangen door dit vonnis. Eén van beide volstaat; de laatste mogelijkheid lijkt het meest praktisch en aldus wordt de niet weersproken vordering toegewezen. Op basis van art. 3:300 lid 2 BW; een lid 3 kent dit artikel niet.
4.5 (
e) Ook voor de beslissing wat te doen met de gelden die zich op zijn derdenrekening bevinden, behoeft de notaris niet de goedkeuring van de rechter. De rechter kán hierover ook geen beslissing geven, wegens het ontbreken van voldoende informatie van partijen voor het antwoord op de vraag aan welke erfgenamen die gelden voor welk aandeel toekomen. Bewijslevering hierover, die eisers ook niet hebben aangeboden, komt zinloos voor nu gedaagden (op één na) op de herhaalde oproepingen niet zijn verschenen. Het lijkt het Gerecht overigens een illusie dat gedaagden ooit bij de notaris zullen verschijnen om aanspraak te maken op hun aandelen, maar deze veronderstelling kan in deze procedure niet leiden tot een beslissing over een andere bestemming van die aandelen dan de derdenrekening van de notaris waar ze nu staan.
4.6 (
f) Voorgaande beslissingen zijn voor eisers allicht onbevredigend, omdat zij daardoor (nog steeds) geen betaling tegemoet kunnen zien van hun deel van de door de kopers betaalde prijs, die al zo lang onder de notaris berust. Betaling aan hen is immers niet gevorderd en valt in hetgeen wel is gevorderd niet te lezen, en de notaris is geen partij in deze procedure. Hoewel daarover dus niet kan worden beslist, geeft het Gerecht de volgende overweging aan eisers mee. De notaris zou, uitgaande van de veronderstelling dat er geen andere erfgenamen zijn en elk van eisers en gedaagden 1 t/m 4 gelijkelijk gerechtigd is tot de nalatenschap en dus recht heeft op 1/14e deel van de koopprijs van Afl. 270.000, aan elk van eisers en gedaagde 1 alvast dit 1/14e deel kunnen uitkeren, en zou de rest onder zich kunnen houden of afdragen aan de consignatiekas in afwachting van een mogelijke latere uitkering.
4.7
Met het voorgaande is geen van partijen te beschouwen als grotendeels in het ongelijk gesteld. Dit, en de familierelatie van partijen, vormt grond om geen proceskostenveroordeling uit te spreken.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
beveelt gedaagden om samen met eisers en de andere erven de onroerende zaak kadastraal geregistreerd als Land Aruba Eerste Afdeling Sectie no. [kadastraal nummer], met als adres [adres], [plaats], Aruba voor de prijs van Afl. 270.000 te verkopen en te leveren aan de kopers en aan die verkoop en levering alle medewerking te verlenen, waartoe gedaagden in elk geval:
- de schriftelijke overeenkomst binnen zeven dagen na de datum van dit vonnis dienen te ondertekenen;
- dienen mee te werken aan de levering ten overstaan van de notaris op een nader door eisers met de koper en de notaris overeen te komen dag;
5.2
bepaalt dat, indien gedaagden niet voldoen aan de veroordeling onder 5.1, dit vonnis op de voet van het bepaalde in artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van het deel van de koopovereenkomst en de notariële akte van levering waaruit moet blijken van de wilsverklaring van de gedaagden dat zij de woning (mede) verkopen c.q. (mede) leveren aan de kopers;
5.3
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.P. van Unen, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 4 juni 2025 in aanwezigheid van de griffier.