Uitspraak
1.DE PROCEDURE
in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
2.DE FEITEN
in de hoofdzaak
Gelezen:
3.DE BEOORDELING
in de hoofdzaak
Een overeenkomst ter beëindiging van een geschil omtrent een recht op een zaak wordt, indien het geldelijk belang Afl. 100.000,- of meer bedraagt, slechts gesloten met machtiging, verkregen bij landsverordening.”. Het derde lid sub b. van artikel 31 van de Comptabiliteitsverordening luidt als volgt: “
Nietig is iedere door een minister of diens gevolmachtigde namens het Land verrichte rechtshandeling:
Ten slotte wordt in artikel 30 (…) aandacht besteed aan de dadingsovereenkomst. Door een dadingsovereenkomst aan te gaan, kunnen partijen een aanhangig geschil beëindigen of een te voeren geding voorkomen. Door middel van deze rechtshandeling plegen geschillen betreffende subjectieve rechten definitief te worden geregeld.”. Subjectieve rechten zijn naar het oordeel van het Gerecht rechten die een rechtssubject kan uitoefenen en afdwingen op grond van het objectieve recht [2] . Voorbeelden van subjectieve rechten zijn eigendomsrechten, contractuele rechten, en persoonlijke rechten zoals het recht op leven en vrijheid. In het licht van dit één en ander brengt wetshistorische interpretatie/uitleg van het begrip “
recht op een zaak” in het eerste en tweede lid van artikel 30 van de Comptabiliteitsverordening met zich dat daarmee wordt bedoeld (een recht op) een goed als omschreven in artikel 3:1 BW [3] , ofwel een recht op een zaak of op een vermogensrecht (zoals in dit geval een vorderingsrecht van IGC op het Land).